Campus

‘Geen sukkelingenieurs’

Directeur onderwijs Rob Mudde en bachelorcoördinator Henk Kuipers over selectie aan de poort, het verbreden van bachelors en de prestatieafspraken van staatssecretaris Zijlstra.

Thinktank
Four TU Delft students are participating in this year’s National Thinktank, joining eighteen other students from Dutch universities in an attempt to find an answer to the question: how can the government, private companies and scientific research institutes once again create trusted relationships with ordinary citizens. According to the National Thinktank, recent research has revealed that people are increasingly losing their trust in government institutions, private contractors and corporations. Scientific authorities are also no longer automatically trusted, according to Thinktank’s website. The TU Delft students participating in the National Thinktank are: Roel Dobbe (systems and control), Céline Gaffel (sustainable energy technology), Michiel Jol (applied physics) and Erik Roebeek (mechanical engineering). They have three months to figure out how all these organizations can regain the public trust and will publish their finings in late autumn.  

Drink up
Students rejoice: a new study published in the journal ‘Alcoholism: Clinical and Experimental Research’, has found that nondrinkers have higher mortality rates due to their overall lower social and mental well being. The study found that moderate drinkers — one to three alcoholic drinks a day — have the lowest mortality rates. Moreover, moderate alcohol use (especially when the beverage of choice is red wine) is said to improve heart health, circulation and sociability. A six-member research team found that over a  twenty year period mortality rates were highest for those who had never been drinkers, second-highest for heavy drinkers, and lowest for moderate drinkers. The authors were however careful to note that even if drinking is associated with longer life, it can be dangerous: it can severely impair your memory severely and lead to falls and other drunken mishaps.

Science centre
The new Science Centre Delft opened its doors for the first to the public on Thursday, September 2. Housed in a grand building on the Mijnbouwstraat that was once home to the university’s Faculty of Mining Engineering & Petroleum Extraction, the new Science Centre will serve as a place where science and society meet, allowing visitors to experience the same concepts as scientists and students, in the same rooms and with the same equipment. 

www.sciencecentre.tudelft.nl

Housing shortage
According to the National Student Union (LSVb) there is a shortage of between 20-30,000 student rooms this year. The student housing shortage is worst in Amsterdam, Leiden, Delft and Nijmegen. The LSVb says the government underestimated increases in student enrolments: from 2002-2010, the number of new students increased twice as fast as predicted. The LSVb is now calling on the government to create a new action plan, ‘but this time one that includes realistic estimates of student enrolment figures’.

Sporting partners
TU Delft has signed a partnership agreement with InnoSportNL, aimed at promoting scientific developments and innovation in sports. TU Delft and InnoSportNL have previously collaborated on other sports-related projects. The Dutch Olympic Federation and TNO, a leading Dutch research institute, set up the InnoSportNL foundation in 2006 as a means of bringing sport, science and private enterprise together and encouraging sports innovation. The Netherlands aims to become one of the world’s top ten sporting nations, and developing new materials and techniques, while helping to prevent injuries, is seen as a key to improving sports performance. TU Delft is the first university of technology to partner with InnoSportNL. The university has many specialist areas with which to contribute knowledge and expertise to sports innovation, including, aerodynamics, hydrodynamics, ergonomic design, movement control and human-product interaction.

Help wanted
Freelance jobs available writing for Delta’s English Pages. We seek foreign students/staff to write articles in English, for payment, on a freelance basis. No experience necessary. We’re looking for enthusiastic, creative foreign students/staff to contribute articles, cartoons, illustrations and photographs. Interested, please send a brief introductory email to: d.mcmullin@tudelft.nl

Delta publiceerde vorige week een artikel over de valkuilen van selectie aan de poort. Henk Kuipers en Rob Mudde reageren: zij zijn respectievelijk bachelorcoördinator van een faculteit die vanaf 2012 gaat selecteren (Industrieel Ontwerpen), en directeur onderwijs van een faculteit die niet hoeft te selecteren (Technische Natuurwetenschappen). Tevens laten zij hun licht schijnen over de plannen van staatssecretaris Zijlstra. Studenten moeten van hem minder vaak stoppen met hun studie, sneller hun diploma halen en meer college krijgen van betere docenten. Universiteiten die dit realiseren krijgen extra geld.


Wat betekenen deze prestatieafspraken voor de onderwijskwaliteit aan de TU?



Henk Kuipers: “Voorwaarde is dat de onderwijskwaliteit op hetzelfde niveau blijft of zelfs verhoogd wordt. Ik kan me niet voorstellen dat je zegt: dit gaat dan maar ten koste van de kwaliteit.” 



Rob Mudde: “Het systeem draagt in zich dat als je het financieel zo aanstuurt, een vijf een zes wordt en een zes een zeven. Volgens mij is het onze opdracht om ons te realiseren dat je er daarmee op korte termijn positief uitkomt – dan krijg je meer geld – en op langere termijn ongelooflijk straf voor krijgt. Je schaadt je imago geweldig. Kijk naar InHolland, dat kan zijn naam veranderen, denk ik. Daar is het op een beperkt aantal opleidingen misgegaan, alle anderen krijgen de veeg uit de pan mee. Ik ben daar bij de TU niet zo bang voor. Het eerste wat collega-wetenschappers tegen mij roepen als ik erover begin dat de rendementen voor doorstroming hoger moeten zijn, is: ‘O, dus je wilt dat ik het niveau verlaag? Dat ga ik niet doen!’ Daar ben ik het mee eens: vooral niet doen. Je moet zorgen dat je je onderwijs iets anders insteekt waardoor je het rendement wel haalt. De studiecultuur hier is dat acht jaar eigenlijk best mooi is, maar je kunt dezelfde kwaliteit bereiken in zes jaar. Dat laat het buitenland zien. Als je je bachelor in vier jaar af wilt hebben dan moet je elk jaar 45 punten halen.” 


Waarom lukt het hier dan niet?



RM: “Omdat er geen enkele incentive is voor studenten om dat te doen. Als je bij een bedrijf gaat solliciteren zeggen ze nooit: ‘Goh, mooi jij hebt het nominaal gedaan, jou moeten we hebben.’ Ze zeggen wel als iemand er zeven jaar over heeft gedaan: ‘Jij hebt er interessante dingen bij gedaan’. Het zit dus niet alleen bij de universiteiten, het zit in onze maatschappij.”



HK: “Je kunt er over discussiëren of het zinnig is studiepunten te geven voor het voorzitterschap van de roeivereniging. Je studeert acht uur per dag, dan heb je acht uur over. Daar kun je ook van alles in doen.”



RM: “In Nederland is er het idee dat je studenten niet op hun voortgang mag beoordelen. Ik ken niet één club waar dat zo is. Als ik tegen mijn baas zeg: ‘Ik denk dat ik dit jaar maar de helft van mijn werk zal doen, maar ik wil wel mijn salaris’, dan luistert hij niet eens.”



HK: “Als er een sanctie op staat die overtuigend is, moet het voor een gemiddelde student niet zo moeilijk zijn om van het gemiddelde van 4,6 jaar voor een bachelor naar 4,0 jaar te gaan. Maar dan moet je een beetje harder werken en consequenter naar tentamens gaan.”


In ruil voor de strengere afspraken van Zijlstra krijgen universiteiten meer ruimte om studenten vooraf te selecteren en om meer collegegeld te vragen voor bijzonder goede opleidingen. Goed plan?



RM: “Nee. Meer geld voor bijzonder goede opleidingen vind ik raar. Dat betekent dus dat we accepteren dat er niet-bijzonder goede opleidingen zijn. Het zijn allemaal zeer goede opleidingen. Zo niet: dan moet er wat aan gedaan worden. Selecteren aan de poort klinkt geweldig, maar ik weet niet goed hoe. Het is volgens mij niet waar dat studenten met hogere cijfers de beste studenten bij ons worden. Er zit wel een correlatie tussen, maar het lijkt me niet de goede manier om jonge mensen kansen te bieden op basis van gemiddelden en correlaties.” 


IO gaat selecteren.



HK: “Ik ben er nooit een voorstander van geweest, omdat wij geen criteria hadden om op te selecteren. Jaren geleden heeft een medewerker een poging gedaan om voorspellers te vinden voor studiesucces. Nooit gevonden.  We weten ondertussen wel wat wij een goede ontwerper vinden en dat cijfers van het vwo-examen niet voorspellend zijn. Er lijkt wel een heel kleine correlatie te zijn tussen de hoogte van de cijfers en studiesucces. We doen bij onze selectie eerst een online enquête met als hoofdvraag of ze weten waaraan ze beginnen. Degenen die daar positief uitspringen, nodigen we uit en geven we een dag ontwerpopdrachten.”



RM: “Ik maak me bij dit soort selectiemechanismen nou juist het meest zorgen over de vraag: wat doe je met mensen in de categorie ‘niet hopeloos en niet top’?”  



HK: “We hebben een relatief laag percentage dat we selecteren: ongeveer vijftien procent. Wie niet wordt geselecteerd kan alsnog meedoen aan de loting.” 



RM: “Dat kan ik me als systeem goed voorstellen bij een opleiding met een numerus fixus. TNW heeft geen numerus fixus. Ik denk dat het beter is als je het eerste jaar gaat gebruiken om – als het dan niet lukt als student – te verwijzen. Je kiest voor werktuigbouw maar het valt misschien verschrikkelijk tegen. Kom je daar achter in een selectiegesprek? Ik denk nauwelijks, want jonge mensen staan vol enthousiasme te trappelen en laten zich slecht overtuigen door mensen die zeggen dat het niks voor ze is. Dat vind ik eigenlijk wel mooi.” 


De LSVb is tegen selectie aan de poort. Als er al een effect is kan dat volgens de studentenbond ook te maken hebben met studievoorlichting die zorgvuldiger is en het selectiegesprek zelf.



HK:  “Ik ben niet per definitie tegen selectie aan de poort. Als je zo goed mogelijk in de gaten houdt wat je doet, kan het werken.” 



RM: “Ik vind de opmerkingen van de LSVb een beetje merkwaardig, omdat ze juist aangeven dat selectie aan de poort wel gunstig kan zijn. Je gaat scherper voorlichting geven en beter letten op de match: is dat niet wat we voor een deel bedoelen met selectie aan de poort? Als dat het was, zou ik denken dat we het veel meer moeten doen. Het is bij mij meer dat ik niet weet hoe ik het moet doen om te veel ongelukken te voorkomen. Wij hebben een uitval van dertig procent en dat is lang niet altijd omdat studenten de geestelijke capaciteiten niet hebben. Als je slim genoeg bent, maar je vindt het oersaai, ja dan wordt het een martelgang die tot niets leidt. Als iemand daar een oplossing voor heeft, doen we het morgen. “


Heeft uitval meer te maken met vroege studiekeuze? 



HK: “Eigenlijk ken ik nauwelijks onderzoeken die mij duidelijk maken waarom uitvallers uitvallen. Jaren geleden verbaasde ik me erover dat het hier in Delft eigenlijk veel meer te maken had met sociale omstandigheden dan met inhoudelijke. Vereenzaming, cultuur: je komt uit Limburg en moet wennen in de Randstad.”



RM: “Ik zie dat studenten die bij ons met de studie worstelen niet snel genoeg de draai gemaakt krijgen naar het hogere tempo. Dat ze ineens vrij en zelfstandig zijn. Als je met studenten praat over de vraag of we het eerste jaar schoolser moeten maken, nou dan moet je rennen. We zouden het eerste half jaar schoolser kunnen inplannen. We helpen mensen naar zelfstandigheid in plaats van dat we verwachten dat ze ineens zelfstandig zijn omdat ze eindexamen hebben gedaan. Tenzij je als maatschappij besluit dat dit een fantastisch selectiecriterium is, maar dan moet je niet zeuren als dertig procent uitvalt.”


Het kabinet wil brede bachelors: studenten moeten zich specialiseren in hun master. 



RM: “Fantastisch idee! Hebben wij al, roep ik dan terug. Het ligt er maar aan hoe groot je je vergrootglas wilt maken. Ik vind onze bachelors niet smal. Een paar bachelors zijn multidisciplinair – kijk naar life sciences – maar ja, geschiedenis krijgen ze niet. Ik vind het breed maken van bachelors geen doel op zich.” 



HK: “Wij vinden onze bachelor bij IO heel breed met techniek, vormstudie, ergonomie, en bedrijfskunde.” 



RM: “Zou het nou zinnig zijn om dat bij het werktuigbouwkundetentamen te voegen? Ik zie de winst niet meer. Er zit een grens aan het breed maken van een bachelor omdat het incoherent begint te worden. En omdat het mensen niet meer inspireert. Er wordt zo naar Amerika gekeken, dit is Europa hoor.” 


Zijlstra wil ook experimenteren met jaarklassen, net als op de basisschool, en wellicht ook met zittenblijven. Wordt dat niet schools? 



RM: “Dat wordt schoolser. Is dat erg? Als dat je ontwikkeling als academicus tegenhoudt is het erg, maar een deel van Frankrijk werkt zo. En je kunt toch niet zeggen dat daar alleen maar sukkelingenieurs rondlopen. Dat is niet waar. Ik vind dit wel een beetje grijpen naar een paardenmiddel. Ik zou veel liever zien dat de hele gemeenschap wakker werd, merkt dat je een studie in zes jaar moet doen. Dan hebben we dit niet nodig.”



HK: “Ik heb er niet zoveel mee. Dingen overdoen is zo deprimerend en saai. Ik weet niet precies wanneer je zou blijven zitten, maar dat is al gauw bij twintig of dertig procent onvoldoende. Dan moet je zeventig procent overdoen van wat je al had gehaald.” 



RM: “Dat komt je ontwikkeling niet ten goede. Ik vind dat hier op de studentengemeenschap een verantwoordelijkheid rust dat het zover niet hoeft te komen. Ik sprak afgelopen zomer een Franse student op de zomerstage. Die was stomverbaasd dat je hier zo lang kan studeren. Die zei: bij ons kun je één keer blijven zitten. Dan ben je wel de sukkel van de klas. De tweede keer is het: weg. Ik wil dat systeem niet overnemen, maar een zekere mate van strengheid vind ik rechtvaardig.”


Wie is Rob Mudde?

Rob Mudde (in pak) (1958) studeerde natuurkunde aan de Universiteit Leiden en promoveerde in 1989 op Superfluidic flow of Helium mixtures. Hij werkt sinds 1988 bij de TU Delft en ging in het collegejaar 1995-1996 met sabbatical naar Ohio State University in Columbus, Ohio. Terug in Delft werd hij vijf jaar later Antonie Van Leeuwenhoek-hoogleraar vanwege  grensverleggend onderzoek en onderwijs. Weer vijf jaar later werd hij directeur onderwijs bij Technische Natuurwetenschappen. Mudde is getrouwd, heeft twee dochters en is erelid van de Vereniging voor Technische Physica. 


Wie is Henk Kuipers?

Henk Kuipers (1956) studeerde industrieel ontwerpen in Delft. Na zijn afstuderen in 1985 begon hij als ontwerper. Zijn bezigheden verschoven echter naar een combinatie van lesgeven in ontwerpen aan de TU, freelance ontwerpen en vaderschap. Sinds 2008 is hij fulltime medewerker bij IO met als hoofdtaken: bachelor coördinator en coördinator van het Joint Master project, een multidisciplinair en multicultureel ontwerpvak. 

Nieuwsredacteur Connie van Uffelen

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl

Comments are closed.