Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Onderwijs

HollandPTC bezorgd over besluit zorgverzekeraars

HollandPTC, het samenwerkingsverband achter de Delftse protonenkliniek, reageert ‘verbaasd en bezorgd’ op het besluit van Zorgverzekeraars Nederland om maar één kliniek te contracteren. Het is nog niet bekend welke kliniek voor behandeling van kankerpatiënten straks steun krijgt.


Zorgverzekeraars Nederland (ZN) maakte vorige week bekend te willen starten met slechts één centrum voor protonentherapie in Nederland. Er liggen plannen voor vier protonenklinieken: in Delft, Amsterdam, Maastricht en Groningen. Deze vier kregen vorig jaar een vergunning van minister Schippers van Volksgezondheid. Die vergunningen zijn echter weinig waard als de zorgverzekeraars niet met geld over de brug komen.



ZN vindt investeren in meerdere klinieken te duur en te risicovol. Het is volgens ZN onduidelijk hoeveel patiënten er in de toekomst zullen zijn. De vier klinieken zouden samen jaarlijks 2200 patiënten kunnen behandelen. Zij vinden dat een bescheiden aantal, gezien het aantal kankerpatiënten in Nederland. ZN wijst er juist op dat bij buitenlandse centra het aantal verwijzingen gering is. Mochten er meer patiënten in aanmerking komen voor bestraling met protonenbundels dan de ene Nederlandse kliniek aan kan, dan verwijzen de zorgverzekeraars naar het buitenland.



HollandPTC – een samenwerkingsverband van TU Delft, Erasmus MC en LUMC – reageert ‘verbaasd en bezorgd’ op het besluit. “Rapport na rapport is geschreven waaruit blijkt dat er meer dan voldoende medisch-wetenschappelijke grond is om enkele duizenden Nederlandse patiënten met geselecteerde kankerindicaties de kans te geven om met deze krachtige vorm van radiotherapie behandeld te worden”, schrijft ze.



HollandPTC vindt het vreemd dat de zorgverzekeraars in eerste instantie meewerkten aan het introductieproces van protonentherapie, maar nu ‘zonder verdere medische onderbouwing op hun schreden terugkeren’. “De reden hiervoor lijkt het feit dat protonentherapie duurder is dan conventionele radiotherapie. ZN gaat hierin echter volledig voorbij aan de lange-termijn winst die protonentherapie met zich meebrengt: minder bijwerkingen zoals schade aan gezond weefsel, minder noodzaak voor (dure) herbestraling en/of chemotherapie.”



Overigens is het niet voor het eerst dat de zorgverzekeraars hun bedenkingen uiten over het bouwen van vier behandelcentra voor protonentherapie in Nederland. In oktober 2013 zeiden zij al officieus dat ze er slechts één wilden contracteren.



Welke van de vier initiatieven voor protonentherapie uiteindelijk op steun kan rekenen van ZN is nog niet bekend. Zij schrijven daarover: “De vier centra tonen een grote variatie bij de kwantificering van de kosten en baseren dit op verschillende aannames. Het geven van een goed oordeel op basis van deze informatie is lastig. Door het opstellen van gezamenlijke, transparante en objectieve criteria kunnen zorgverzekeraars de financiële informatie beter vergelijken. Vanuit mededingingsperspectief maken zorgverzekeraars deze criteria vooraf duidelijk bekend aan alle vier de protonencentra.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.