De nieuwe afspraken over betaalbare woonruimte voor studenten zijn mooi, maar nog niet genoeg, vindt de VSSD. Geen andere bevolkingsgroep in Nederland heeft de afgelopen vier jaar te maken gehad met de verschuivingen in inkomsten en uitgaven, waarmee studenten geconfronteerd werden.
In het licht van deze stijgende kosten en dalende inkomsten is het des te opmerkelijker dat er tot op heden nauwelijks aandacht is geschonken aan het verlagen van de grootste kostenpost van de studenten: de woonlasten. De VSSD pleit voor het opstellen van een eisenpakket voor studentenkamers, waarbij een scherpe huurprijs de basis vormt.
Tijdens de regeerperiode van Paars-I is de basisbeurs gedaald van 560 tot 425 gulden per maand (uitwonende studenten) en is het collegegeld verhoogd van 2250 gulden per jaar tot 2750. Ook de wijze waarop heffingen als de Ecotax worden geïnd, of de voorwaarden waarop huursubsidie wordt verstrekt, pakken voor studenten zeer nadelig uit. Tegelijkertijd heeft de student te maken met een gemiddelde huurverhoging van naar schatting drie procent per jaar. Een kamer die in 1994 nog 366 gulden kostte, doet nu 412 gulden per maand.
Als je deze gegevens op een rijtje zet, wordt duidelijk dat de inkomenspositie van de student in Delft op zijn minst stevig onder druk staat. Een jaar na een door de VSSD georganiseerd forum over het onderwerp, liggen er prestatie-afspraken die vastleggen hoeveel (studenten-)woonruimte wordt aangeboden onder een bepaalde huurprijs. Gemeente en woningbouwcorporaties spannen zich in om de gemaakte afspraken te realiseren. Het is in het belang van de student, dat de kamerhuren dalen en zo de huurquote (het quotiënt van de woonlasten en het netto inkomen) naar beneden gaat.
Maar inhoudelijk wordt verder niets geregeld, terwijl hier juist de meest interessante mogelijkheden liggen om niet alleen betaalbare, maar ook kwalitatief voldoende studentenhuisvesting te bereiken. Voor de huur die studenten betalen, moeten zij een bepaald minimum aan zinvolle voorzieningen terugkrijgen. Het is bijvoorbeeld erg modern om op je eigen televisie te zien wie er aanbelt aan de voordeur (zoals in het nieuwe studentencomplex in het voormalige belastingkantoor), maar dit soort voorzieningen drijven de huurprijs van nieuwe studentenkamers onnodig op.
De VSSD pleit daarom voor een totaalpakket aan eisen, die de kamerhuurder tegenwoordig mag stellen aan zijn woonruimte en de bijbehorende voorzieningen. Bij het opstellen van zo%n pakket van eisen moet de maximale huurprijs echter goed in de gaten worden gehouden.
De auteur is secretaris van de VSSD. De VSSD organiseert dinsdag 1 december, 20.45 uur een forumdiscussie over woonlasten in de Koornbeurs.
Geen andere bevolkingsgroep in Nederland heeft de afgelopen vier jaar te maken gehad met de verschuivingen in inkomsten en uitgaven, waarmee studenten geconfronteerd werden. In het licht van deze stijgende kosten en dalende inkomsten is het des te opmerkelijker dat er tot op heden nauwelijks aandacht is geschonken aan het verlagen van de grootste kostenpost van de studenten: de woonlasten. De VSSD pleit voor het opstellen van een eisenpakket voor studentenkamers, waarbij een scherpe huurprijs de basis vormt.
Tijdens de regeerperiode van Paars-I is de basisbeurs gedaald van 560 tot 425 gulden per maand (uitwonende studenten) en is het collegegeld verhoogd van 2250 gulden per jaar tot 2750. Ook de wijze waarop heffingen als de Ecotax worden geïnd, of de voorwaarden waarop huursubsidie wordt verstrekt, pakken voor studenten zeer nadelig uit. Tegelijkertijd heeft de student te maken met een gemiddelde huurverhoging van naar schatting drie procent per jaar. Een kamer die in 1994 nog 366 gulden kostte, doet nu 412 gulden per maand.
Als je deze gegevens op een rijtje zet, wordt duidelijk dat de inkomenspositie van de student in Delft op zijn minst stevig onder druk staat. Een jaar na een door de VSSD georganiseerd forum over het onderwerp, liggen er prestatie-afspraken die vastleggen hoeveel (studenten-)woonruimte wordt aangeboden onder een bepaalde huurprijs. Gemeente en woningbouwcorporaties spannen zich in om de gemaakte afspraken te realiseren. Het is in het belang van de student, dat de kamerhuren dalen en zo de huurquote (het quotiënt van de woonlasten en het netto inkomen) naar beneden gaat.
Maar inhoudelijk wordt verder niets geregeld, terwijl hier juist de meest interessante mogelijkheden liggen om niet alleen betaalbare, maar ook kwalitatief voldoende studentenhuisvesting te bereiken. Voor de huur die studenten betalen, moeten zij een bepaald minimum aan zinvolle voorzieningen terugkrijgen. Het is bijvoorbeeld erg modern om op je eigen televisie te zien wie er aanbelt aan de voordeur (zoals in het nieuwe studentencomplex in het voormalige belastingkantoor), maar dit soort voorzieningen drijven de huurprijs van nieuwe studentenkamers onnodig op.
De VSSD pleit daarom voor een totaalpakket aan eisen, die de kamerhuurder tegenwoordig mag stellen aan zijn woonruimte en de bijbehorende voorzieningen. Bij het opstellen van zo%n pakket van eisen moet de maximale huurprijs echter goed in de gaten worden gehouden.
De auteur is secretaris van de VSSD. De VSSD organiseert dinsdag 1 december, 20.45 uur een forumdiscussie over woonlasten in de Koornbeurs.

Comments are closed.