Campus

‘Jammer dat er weinig meiden zijn’

Veel eettafels voor studenten staan open voor mensen die niet studeren. Sommige Delftenaren eten dan ook al jaren een hapje mee. Wie zijn deze stamgasten, waarom komen ze juist naar deze eettafel en hoe smaakt het ze? In deze aflevering: Open eettafel C.S.R.

“Eten we vanavond met stokjes? O, nee.” Delftenaar Kees van der Stap (72) tuurt afwisselend naar zijn houten bestek en de loempia die hij zojuist bij studentenvereniging Civitas Studiosorum Reformatorum (C.S.R.) op zijn bord heeft gekregen. Na een inleiding uit Marcus 4 volgt gebed. “Echt netjes hoor, dat doen die studenten met de oogjes dicht. Ja, ik niet hoor, anders zie ik dat niet. Als ik alleen thuis ben, bid ik niet, maar ik geloof nog wel. Hoewel, ik neem het aan.”

Kees probeert vergeefs met stokjes zijn loempia naar binnen te werken. Gelukkig krijgt hij al snel een vork. Van der Stap eet al vijftien jaar bij C.S.R. en het bevalt hem prima. “Ik ben hier beland nadat ik aan een student van C.S.R. had gevraagd wat een Engelse tekst op zijn button betekende. ‘Christus is met ons’ legde hij uit. Hij vertelde dat ik bij C.S.R. een hapje kon komen eten. Ik heb dat gedaan, want ik ben maar alleen thuis en dit is wat afleiding. Het leuke is dat je elk jaar weer andere studenten ziet. Hoe gekker de student, hoe mooier. Alleen jammer dat er weinig meiden zijn.”

Van der Stap doet volop mee aan de tafelmores bij C.S.R. Zo moeten eters die te laat komen een overtuigende smoes verzinnen. “Ik heb wel eens verteld dat ik met een vrouwelijk persoon naar de dokter moest. Dachten ze dat het mijn ex-vrouw was, maar het ging om mijn poes.”

Na de maaltijd zingt Kees met anderen uit volle borst ‘De heer is mijn herder’. “Er zijn geen verzoeknummers meer? Mijn favoriet is ‘Abba vader’.” Als de tafelpreses de bezoekers complimenteert met het doorstaan van de proeve van bekwaamheid voor deze maaltijd en iedereen een goede bekomst wenst, klinkt het in koor: “Insgelijks meneer de tafelpreses.” Tijd voor een borreltje. (CvU)

“Eten we vanavond met stokjes? O, nee.” Delftenaar Kees van der Stap (72) tuurt afwisselend naar zijn houten bestek en de loempia die hij zojuist bij studentenvereniging Civitas Studiosorum Reformatorum (C.S.R.) op zijn bord heeft gekregen. Na een inleiding uit Marcus 4 volgt gebed. “Echt netjes hoor, dat doen die studenten met de oogjes dicht. Ja, ik niet hoor, anders zie ik dat niet. Als ik alleen thuis ben, bid ik niet, maar ik geloof nog wel. Hoewel, ik neem het aan.”

Kees probeert vergeefs met stokjes zijn loempia naar binnen te werken. Gelukkig krijgt hij al snel een vork. Van der Stap eet al vijftien jaar bij C.S.R. en het bevalt hem prima. “Ik ben hier beland nadat ik aan een student van C.S.R. had gevraagd wat een Engelse tekst op zijn button betekende. ‘Christus is met ons’ legde hij uit. Hij vertelde dat ik bij C.S.R. een hapje kon komen eten. Ik heb dat gedaan, want ik ben maar alleen thuis en dit is wat afleiding. Het leuke is dat je elk jaar weer andere studenten ziet. Hoe gekker de student, hoe mooier. Alleen jammer dat er weinig meiden zijn.”

Van der Stap doet volop mee aan de tafelmores bij C.S.R. Zo moeten eters die te laat komen een overtuigende smoes verzinnen. “Ik heb wel eens verteld dat ik met een vrouwelijk persoon naar de dokter moest. Dachten ze dat het mijn ex-vrouw was, maar het ging om mijn poes.”

Na de maaltijd zingt Kees met anderen uit volle borst ‘De heer is mijn herder’. “Er zijn geen verzoeknummers meer? Mijn favoriet is ‘Abba vader’.” Als de tafelpreses de bezoekers complimenteert met het doorstaan van de proeve van bekwaamheid voor deze maaltijd en iedereen een goede bekomst wenst, klinkt het in koor: “Insgelijks meneer de tafelpreses.” Tijd voor een borreltje. (CvU)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.