Campus

La vache copuleuse

Marseille. De bus naar het vliegveld stopt midden op de weg vanwege een fout geparkeerde auto. Er ontstaat een verkeersopstopping, chauffeurs gaan toeteren.

In de bus zit een overjarige hippie: bermuda, zonnebril, het weinige haar dat hem rest bijeengeraapt in een staartje. Hij heeft haast, want hij wordt nerveus van de vertraging en roept de Messias aan bij zijn voornaam. Op al dat getoeter komt een agent af die in diepe concentratie, met zijn tong in zijn mondhoek, een bekeuring gaat uitschrijven. Dan verschijnt de bestuurder van de auto: een charmante Franaise, die probeert de bekeuring ongedaan te maken. De hippie houdt het niet langer en begint op het raam te bonzen, onder voortdurend geroep van: ‘Move on, you fucking cow’. Wij Nederlanders zouden hier gesproken hebben van domme koe, waaruit blijkt dat angelsaksen zoölogisch gezien dezelfde verwensing gebruiken, alleen voorzien van een activerende werkvorm.

Mijn oom Jan had één stier, Franco, en die dekte zijn hele veestapel. Lusteloos sloeg hij met zijn staart naar de rondzoemende vliegen, wachtend op een koe die in de stemming was. Zo’n koe mocht bij de generalissimo op audiëntie. Oom Jan opende het hok en in plaats van te denken: ‘Vrij, eindelijk vrij!’, had Franco maar één doel. Als een echte stier paarde hij een oppervlakkig wereldbeeld aan een penetrerend inzicht. Zodra hij van dit inzicht bekomen was, werd Franco zo mak als een lammetje en dan bracht oom Jan hem terug naar zijn hok, waar hij volkomen uitgeput in slaap viel, met zijn tong uit zijn bek. De koe mocht terug naar de wei. Vergeleken bij haar mannelijke tegenhanger is een fucking cow zo dom nog niet.

De parkeerwacht houdt zijn tong in zijn mondhoek, maar na de entree van la vache copuleuse verlegt hij zijn aandacht. La vache lijkt in haar opzet te slagen, totdat een tweede parkeerwacht verschijnt. Een boer heeft maar één stier, twee parkeerwachten misleiden is teveel gevraagd. De Franaise legt zich neer bij het onvermijdelijke, accepteert de bekeuring en rijdt weg. De hippie stopt met bonzen, dankt luidkeels de vader van de Messias en valt volkomen uitgeput terug in zijn stoel. Het was een kosmisch moment: tong, staart, opwinding, uitputting, Franco, Messias, wie zou dat zo beschikt hebben?

Robert Fokkink

Marseille. De bus naar het vliegveld stopt midden op de weg vanwege een fout geparkeerde auto. Er ontstaat een verkeersopstopping, chauffeurs gaan toeteren. In de bus zit een overjarige hippie: bermuda, zonnebril, het weinige haar dat hem rest bijeengeraapt in een staartje. Hij heeft haast, want hij wordt nerveus van de vertraging en roept de Messias aan bij zijn voornaam. Op al dat getoeter komt een agent af die in diepe concentratie, met zijn tong in zijn mondhoek, een bekeuring gaat uitschrijven. Dan verschijnt de bestuurder van de auto: een charmante Franaise, die probeert de bekeuring ongedaan te maken. De hippie houdt het niet langer en begint op het raam te bonzen, onder voortdurend geroep van: ‘Move on, you fucking cow’. Wij Nederlanders zouden hier gesproken hebben van domme koe, waaruit blijkt dat angelsaksen zoölogisch gezien dezelfde verwensing gebruiken, alleen voorzien van een activerende werkvorm.

Mijn oom Jan had één stier, Franco, en die dekte zijn hele veestapel. Lusteloos sloeg hij met zijn staart naar de rondzoemende vliegen, wachtend op een koe die in de stemming was. Zo’n koe mocht bij de generalissimo op audiëntie. Oom Jan opende het hok en in plaats van te denken: ‘Vrij, eindelijk vrij!’, had Franco maar één doel. Als een echte stier paarde hij een oppervlakkig wereldbeeld aan een penetrerend inzicht. Zodra hij van dit inzicht bekomen was, werd Franco zo mak als een lammetje en dan bracht oom Jan hem terug naar zijn hok, waar hij volkomen uitgeput in slaap viel, met zijn tong uit zijn bek. De koe mocht terug naar de wei. Vergeleken bij haar mannelijke tegenhanger is een fucking cow zo dom nog niet.

De parkeerwacht houdt zijn tong in zijn mondhoek, maar na de entree van la vache copuleuse verlegt hij zijn aandacht. La vache lijkt in haar opzet te slagen, totdat een tweede parkeerwacht verschijnt. Een boer heeft maar één stier, twee parkeerwachten misleiden is teveel gevraagd. De Franaise legt zich neer bij het onvermijdelijke, accepteert de bekeuring en rijdt weg. De hippie stopt met bonzen, dankt luidkeels de vader van de Messias en valt volkomen uitgeput terug in zijn stoel. Het was een kosmisch moment: tong, staart, opwinding, uitputting, Franco, Messias, wie zou dat zo beschikt hebben?

Robert Fokkink

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.