Wetenschap

Leuk bedacht: TU-proffen willen eigen ‘mini-Grenoble’

Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is er jaren later met het idee gebeurd? Hoe staat het bijvoorbeeld met het plan om een mini synchrotron te kopen?

Het idee
Gewoon in Delft met je eigen super-röntgenmicroscoop metalen bestuderen. Hoe fijn is dat. Delftse materiaalwetenschappers wilden in 2006 een kleine ‘synchrotron’-microscoop kopen, een microscoop die materialen doorstraalt met zeer energierijke röntgenstraling. De afbuiging van de röntgenstraling verraadt hoe het onderzochte materiaal er van binnen in drie dimensies uitziet, tot op enkele microns nauwkeurig.

‘TU-proffen willen eigen ‘mini-Grenoble’, kopte Delta in 2006 dan ook. Want voor dit soort onderzoek moeten wetenschappers normaal gesproken naar het European Synchrotron Radiation Facility (ESRF) in Grenoble. Daar is het aansluiten in een lange rij. Er is ontzettend veel vraag naar gebruikstijd van het ESRF.

De Delftenaren hadden hun ogen laten vallen op een mini-synchrotron waar de Japanse hoogleraar prof. Hiromari Yamada aan werkte. Voor 6 à 10 miljoen euro konden ze het apparaat kopen. De materiaalkundigen dienden een aanvraag in voor een zogeheten ‘NWO-groot’-subsidie, bedoeld voor ambitieuze onderzoeksfaciliteiten.

En er kwam een stuurgroep van materiaalkundigen en toegepast-natuurkundigen die binnen en buiten de TU ging lobbyen voor het miljoenenproject. Behalve bedrijven als Corus, DSM en Philips hoopten de Delftenaren onderzoeksgroepen van andere universiteiten voor zich te winnen.

De TU kon de supermicroscoop goed gebruiken voor onderzoek naar bijvoorbeeld kristalgroei en materiaalbelasting en vervorming bij zowel metalen als polymeren. ‘Je kunt met deze techniek echt in een materiaal kruipen en er door zijn microstructuur rondwandelen’, schreef Delta op uit monde van materiaalonderzoeker prof.dr.ir. Leo Kestens. ‘Dit belooft heel leuk te worden.’

Niet krachtig genoeg
Maar het werd niet leuk. Het apparaat viel vies tegen. De röntgenstraal was honderd maal minder krachtig dan het had moeten zijn.

“We hadden gehoopt dat we ons met onze eigen kleine table top synchrotron in de absolute voorhoede van het wetenschappelijk onderzoek zouden begeven en zagen de publicaties al voor ons in bladen als Nature en Science”, zegt materiaalkundige dr.ir. Erik Offerman (3mE), destijds een van de trekkers van het Delftse synchrotron-project.

Offerman reisde af naar Japan om het apparaat in werking te zien. “Het apparaat voldeed niet aan de specificaties”, zegt hij droogjes. “Je kon er wel tot enkele millimeters diep mee in materialen kijken, maar in plaats van één dag was je daar honderd dagen aan kwijt. En dat terwijl wij het apparaat wilden gebruiken om veranderingen te bestuderen in materialen terwijl deze onderhevig waren aan temperatuursveranderingen en krachten. Dat ging dus niet.”

Yamada had zelf wel al aangegeven dat hij het apparaat verder moest verbeteren. Offerman had erop gegokt dat de vorderingen vrij snel zouden gaan. “Ik heb het een jaartje of twee aangekeken, maar het schoot niet op. Hoe het er nu voor staat weet ik niet. Ik hoop dat de ontwikkelingen doorgaan.”

Hoe nu verder?
Voorlopig is het nog maar op en neer reizen naar Grenoble.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.