Opinie

Logeren

De afgelopen weken zijn mijn activiteiten teruggebracht tot de basisbehoeften. Mijn dagen werden compleet gevuld met eten, bier drinken, slapen en muziek maken: ik maak sinds eind december deel uit van het Nederlands Studenten Orkest.

br />
Het idee van het NSO is dat je door twaalf dagen achter elkaar tien uur per dag een viool onder je kin te klemmen, je de noten van een aantal normaal voor jou veel te moeilijke muziekstukken leert beheersen. Blijken de loopjes echt te moeilijk, dan leer je die faken: met een strak gezicht doen alsof ze geen enkel probleem vormen.

Zo’n tachtig medestudenten uit alle delen van het land krassen of spugen, of doen net alsof, ook een nootje mee op, of in, hun instrument en met een dirigent ervoor die ideeën heeft over het hoe en waarom van die muzieknoten, vorm je zo het Nederlands Studenten Orkest. Na de studieperiode, die traditiegetrouw plaats vindt in het Noord-Hollandse Bergen, stapt het orkest in een bus om familie, vrienden, studie- en clubgenoten te verblijden met een concert in de buurt.

En zo reis je wat af. Het is niet mogelijk om een toernee te organiseren die op een logische wijze langs de grote concertzalen van Nederland trekt, dus trekt het orkest eerst van Arnhem naar Den Haag, daarna wordt Maastricht aangedaan, de dag daarna de Rotterdamse Doelen. De busreizen zijn ideaal om de vorige dag te evalueren, te roddelen dus, en om ongemakkelijk opgevouwen op een busstoel tussen een cello en een altviool te slapen.

Aangekomen in de plaats van bestemming wordt de concertzaal opgezocht. Tussen de repetitie en het concert maak je voor het eerst kennis met het gastgezin dat zich die dag over jou zal ontfermen.

Gastgezinnen worden geregeld door het zogenaamde damescomité. In elke stad zit zo’n vriendinnenclub die best tijd en zin heeft om tussen het golfen en tennissen door nog wat vrijwilligerswerk te doen. De rol van het gastgezin is het verzorgen van een avondmaaltijd, maar bovenal het aanbieden van een bed om voor het concert op uit te rusten en het lenen van de sleutel. Zo kun je na het nafeest nog wat uurtjes slaap pakken, nadat je met je dronken kop het raadsel ‘Waar was ook alweer de badkamer?’ hebt opgelost.

Het boeiende is dat het damescomité de gastgezinnen ronselt onder de eigen vriendenkring. En zo kom je nog eens ergens. Kasten van huizen openen opeens hun deuren voor je, zodat je kunt zien wat zich aan het eind van die oprijlanen afspeelt. Onderling wordt er tussen de orkestleden gewedijverd wie er in het sjiekste pand zit. Een rijtjeshuis stelt dus absoluut niets voor, een vrijstaand pand kan net, de kasteeltjes zijn het populairst. De gastvrijheid van het gastgezin wordt meedogenloos op de proef gesteld door aan alles een waarde-oordeel te hangen.

Ik keek m’n ogen uit. Opgegroeid in Zoetermeer is elke andere woonomgeving natuurlijk al snel een uitdaging, maar toch… een dubbel trappenhuis, bedienden, een logeerkamer met een eigen sauna, een volledig gestoffeerde badkamer, een huis met schilderijen zelfs aan het plafond.

Na het concert in het ook wel sjieke Concertgebouw in Amsterdam ontwaak ik wéér ergens anders. Waar ben ik? En waar is dat bedlampje hier nu weer?

Langzaam dringt het door: ik ben weer thuis. In een rijtjeshuis.

De afgelopen weken zijn mijn activiteiten teruggebracht tot de basisbehoeften. Mijn dagen werden compleet gevuld met eten, bier drinken, slapen en muziek maken: ik maak sinds eind december deel uit van het Nederlands Studenten Orkest.

Het idee van het NSO is dat je door twaalf dagen achter elkaar tien uur per dag een viool onder je kin te klemmen, je de noten van een aantal normaal voor jou veel te moeilijke muziekstukken leert beheersen. Blijken de loopjes echt te moeilijk, dan leer je die faken: met een strak gezicht doen alsof ze geen enkel probleem vormen.

Zo’n tachtig medestudenten uit alle delen van het land krassen of spugen, of doen net alsof, ook een nootje mee op, of in, hun instrument en met een dirigent ervoor die ideeën heeft over het hoe en waarom van die muzieknoten, vorm je zo het Nederlands Studenten Orkest. Na de studieperiode, die traditiegetrouw plaats vindt in het Noord-Hollandse Bergen, stapt het orkest in een bus om familie, vrienden, studie- en clubgenoten te verblijden met een concert in de buurt.

En zo reis je wat af. Het is niet mogelijk om een toernee te organiseren die op een logische wijze langs de grote concertzalen van Nederland trekt, dus trekt het orkest eerst van Arnhem naar Den Haag, daarna wordt Maastricht aangedaan, de dag daarna de Rotterdamse Doelen. De busreizen zijn ideaal om de vorige dag te evalueren, te roddelen dus, en om ongemakkelijk opgevouwen op een busstoel tussen een cello en een altviool te slapen.

Aangekomen in de plaats van bestemming wordt de concertzaal opgezocht. Tussen de repetitie en het concert maak je voor het eerst kennis met het gastgezin dat zich die dag over jou zal ontfermen.

Gastgezinnen worden geregeld door het zogenaamde damescomité. In elke stad zit zo’n vriendinnenclub die best tijd en zin heeft om tussen het golfen en tennissen door nog wat vrijwilligerswerk te doen. De rol van het gastgezin is het verzorgen van een avondmaaltijd, maar bovenal het aanbieden van een bed om voor het concert op uit te rusten en het lenen van de sleutel. Zo kun je na het nafeest nog wat uurtjes slaap pakken, nadat je met je dronken kop het raadsel ‘Waar was ook alweer de badkamer?’ hebt opgelost.

Het boeiende is dat het damescomité de gastgezinnen ronselt onder de eigen vriendenkring. En zo kom je nog eens ergens. Kasten van huizen openen opeens hun deuren voor je, zodat je kunt zien wat zich aan het eind van die oprijlanen afspeelt. Onderling wordt er tussen de orkestleden gewedijverd wie er in het sjiekste pand zit. Een rijtjeshuis stelt dus absoluut niets voor, een vrijstaand pand kan net, de kasteeltjes zijn het populairst. De gastvrijheid van het gastgezin wordt meedogenloos op de proef gesteld door aan alles een waarde-oordeel te hangen.

Ik keek m’n ogen uit. Opgegroeid in Zoetermeer is elke andere woonomgeving natuurlijk al snel een uitdaging, maar toch… een dubbel trappenhuis, bedienden, een logeerkamer met een eigen sauna, een volledig gestoffeerde badkamer, een huis met schilderijen zelfs aan het plafond.

Na het concert in het ook wel sjieke Concertgebouw in Amsterdam ontwaak ik wéér ergens anders. Waar ben ik? En waar is dat bedlampje hier nu weer?

Langzaam dringt het door: ik ben weer thuis. In een rijtjeshuis.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.