Wetenschap

Mobieltje alarmeert burgers

Delta en Delft Integraal berichten regelmatig over innovatieve ideeën met grote beloftes voor de toekomst. Maar wat is er een paar jaar later met het idee gebeurd? Hoe staat het bijvoorbeeld met het versturen van alarmberichten naar mobiele telefoons?

Delft Integraal, september 2006
‘Alarm van burgemeester. Explosie in metrostation Blaak. Verlaat lopend metrostation en centrum Rotterdam. Meer informatie: TV Rijnmond en Radio Rijnmond 95.4 FM.’ Vanaf 2008 kan een dergelijk bericht op uw mobiele telefoon u waarschuwen voor een calamiteit.

Elke eerste maandag van de maand worden de alarmsirenes voor rampen en zware ongelukken getest. Maar niet iedereen hoort ze afgaan en ook kan een sirene niet uitleggen wat er aan de hand is. De overheid heeft daarom wel oren naar cell broadcast als alternatieve alarmeringsmethode. Met dit systeem krijgen mensen in het rampgebied een berichtje op hun mobiel.
Drs. Simone Sillem en dr.ir. Ellen Jagtman van Techniek, Bestuur en Management onderzochten deze techniek tussen 2005 en 2008 in opdracht van het ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties. Dit deden ze op onverwachte momenten een boodschap te sturen naar proefpersonen binnen het bereik van een bepaalde gsm-mast. Zo’n boodschap kon bijvoorbeeld luiden: ‘Er dreigt een griepepidemie. Kom naar het stadhuis voor een griepprik.’
Deelnemers moesten vervolgens per sms op het bericht reageren zodat Sillem en Jagtman konden nagaan of hun bericht goed was aangekomen. Het experiment liep in Zoetermeer, Amsterdam en in diverse Zeeuwse gemeentes. Het aantal deelnemers varieerde van 100 tot 6500 per proef.
“De deelnemers waren erg enthousiast”, zegt Sillem. “Maar er waren wel wat technische problemen. Lang niet iedereen ontving de berichten. Een sms-bericht wordt net zo lang in een buffer bewaard tot het kan worden bezorgd aan de geadresseerde. Cell broadcast daarentegen werkt door eenmalig een radiobericht in de ether te sturen. Als je het mist, dan zal het bericht nooit meer op je schermpje verschijnen, tenzij het opnieuw wordt uitgezonden.”
Ook in het beste geval bereiken de berichtjes nooit iedereen, simpelweg omdat niet iedereen een telefoon bij zich heeft of die aan heeft staan. “Dat hoeft geen ramp te zijn”, aldus Jagtman. “Als maar voldoende mensen op de hoogte raken, verspreidt het nieuws zich vanzelf doordat men het elkaar vertelt.”
Veel mensen misten de boodschap doordat hun telefoons niet afgesteld waren op de radiofrequentie van de overheid. “Het systeem is nog niet goed gestandaardiseerd”, zegt Sillem. “De overheid wil er voor zorgen dat alle telefoons op de Nederlandse markt standaard ingesteld worden op het juiste kanaal. En er zijn plannen om een Europese standaard in te stellen. Ook moet er een koepelorganisatie komen die zorgt voor de technische inrichting zodat in geval van een calamiteit de overheid via een druk op een knop berichten kan verzenden.”
Volgens Jagtman onderhandelt het ministerie sinds de zomer over het opzetten van zo’n koepelorganisatie met de telefoonmaatschappijen. Wanneer, en of het systeem operationeel wordt, is nog onzeker. Maar de onderzoekers denken dat het in ieder geval nog een paar jaar op zich laat wachten.

In een kano vaar je vooruit en in een roeiboot achteruit. Zo was dat tenminste totdat TU-student in ruste en voormalig Laga-roeier Willem Kaars Sijpesteijn op het idee kwam om een roeiboot te bouwen waarin je vooruit vaart. ,,Roeien is eigenlijk zo dom; je ziet de dingen pas als je ze al voorbij bent.”

Iedereen die wel eens geroeid heeft, weet dat tijdens die bezigheid regelmatig over de schouder gekeken moet worden om te bepalen of de vaarrichting nog juist is. En of er misschien naderende boten te dicht in de buurt komen. Roeien is wat dat betreft een onveilige sport. Bovendien zie je alleen de dingen pas als ze al voorbij zijn. Of, zoals Kaars Sijpesteijn het uitdrukt: ,,Je ziet niet wat er op je af komt, alleen wat er op je af kwam.”

Dan moet je gaan kanoën, zal menigeen zeggen. Daarbij vaar je vooruit en zie je alles. ,,Maar in een kano gebruik je alleen je armen en schouders”, werpt de 75-jarige oud-werktuigbouwer tegen. ,,En die beweging is nogal belastend voor de rug. Roeien is een totaalbeweging; veel effectiever dan kanoën.” Die argumenten waren voor de inmiddels gepensioneerde Kaars Sijpesteijn voldoende om aan de slag te gaan. Op een tweedehands Canadese kano werden riggers gemonteerd, waarin de riemen scharnieren, net als bij een normale roeiboot. In dit geval werden die riemen echter doorgezaagd. Door middel van dubbele kruisende kettingwielen werden de delen weer verbonden, waardoor de halende beweging van de armen omgekeerd wordt tot een strijkende beweging in het water.

Zo simpel als het principe is, zo spectaculair oogt het resultaat. Kaars Sijpesteijn: ,,De mensen die het opvalt zetten zúlke ogen op. Die begrijpen niet wat ze zien. Vaak blijven ze wachten tot ik aanleg om dat allemaal eens van dichtbij te bekijken. Het roeit heel gemakkelijk. Ik maak regelmatig toertochtjes met deze boot en ik moet zeggen, het vaart héérlijk.”

,,Vroeger heb ik een ander ontwerp gemaakt voor het vooruitroeien. Dat werkte met katrollen en touwen. Toen ik daar patent op wilde aanvragen, werd mij een identiek ontwerp toegestuurd. Ik was dus niet de eerste, want die constructie was nota bene al in 1897 in Duitsland uitgedacht. Maar je blijft er mee bezig. Je denkt er over na. Je gaat slapen met het probleem, en je wordt wakker met de oplossing. De constructie met de kettingwielen is afkomstig van een paar trap-assen van oude fietsen. Heel goedkoop. Ik denk dat de hele boot nog geen drieduizend gulden kost.”

Kaars Sijpesteijn studeerde werktuigbouw aan de TH Delft tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Het roeien bij Laga ging nog door tot het najaar van 1940, maar toen vielen studie en sport helemaal stil. ,,Na de oorlog was het zaak om zo snel mogelijk af te studeren”, memoreert hij. ,,Het roeien schoot er toen totaal bij in. En dat is heeljammer. Ik ben wel altijd oud-lid van Laga gebleven. Op de lustrumwedstrijden heb ik mijn boot voorgeroeid en wat om me heen gekeken. De ontwikkeling van big-blades en kunststof boten is echt heel snel gegaan. Die moderne boten waarin nu geroeid wordt zijn fantastisch.”

In navolging van Kaars Sijpesteijn is er in Nederland een tweede vooruitroeiboot gebouwd, door een meneer Dudok van Heel uit Naarden. Deze boot werkt niet met kettingwielen, maar veel ingewikkelder, met rolriggers. Ondanks de totaal verschillende principes hebben de twee heren veel contact met elkaar. Kaars Sijpesteijn: ,,Binnenkort gooi ik mijn boot op de aanhanger en gaan we met z’n tweeën varen. Dan kunnen we elkaars boten testen. We doen veel aan theorievorming en staan altijd open voor verbeteringen. Ik ben ook bereid om mijn boot als prototype te laten fungeren voor ontwikkeling van dit principe. Voor wedstrijdroeien is het ongeschikt, maar voor de watersport in bredere context is het zeker uitvoerbaar. Op mijn leeftijd ga ik dat zelf niet meer doen. Dat laat ik graag over aan anderen, die zo’n idee willen oppakken. Voor mij zijn er op dit moment andere dingen belangrijk, zoals mijn kleinkinderen. Je hebt in je leven vele rollen; opa zijn is daar één van.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.