In z’n eerste kamertje staat de eerstejaars eindelijk op eigen benen. Toch blijken veel ouders niet zo makkelijk los te laten. Maar een bezorgde ma is vaak handiger dan Jan des Bouvrie. Ook ooms, tantes en kennissen – iedereen levert zijn bijdrage aan de inrichting.
Phoenixstraat 92. In een rijtje met huizen staat er één met een groene deur. Een stuk of zes fietsen zijn tegen de gevel gegooid. De luxaflex is gesloten. Het is vrijdagochtend na de Owee, elf uur ’s ochtends. Zou er al iemand wakker zijn?
Op de eerste keer aanbellen wordt niet gereageerd. Pas bij de derde keer bellen blijkt er een contactje los. Je moet gewoon net zo lang en hard duwen totdat je de deurbel buiten kunt horen. Coen Pieterssen, eerstejaars, opent de deur. Vlak achter hem staat Alwin Knijnenberg, de andere bewoner van het huis. ‘Huis’ is bijna teveel gezegd. De woonruimte bestaat uit twee kamertjes aan een lange gang en een klein keukentje. Maar voor twee studenten is het best te doen. Coen en Alwin huren het pand van een Alwins zwager.
Aan de straatkant woont Coen, in een langgerekte kamer van zo’n veertien vierkante meter. Ooit moeten het twee kleinere kamertjes geweest zijn, want zo halverwege zit een rare knik in de vloer. Een plafond met stucwerk, de muren vol gaten en nieuwe vloerbedekking op de vloer. ,,Die heb ik samen met mijn vader bij de Hubo gehaald.” De vloerbedekking is het enige nieuwe in zijn kamer. ,,Ik heb niet geschilderd of zo, dat vond ik niet nodig. En de gaten in de muur storen me ook niet echt.”
,,Van mijn oude kamer heb ik alleen mijn stereo meegenomen. Voor de rest stelde het niet zo veel voor. Mijn vader is hier een keer heengekomen met een aanhangwagen vol oude spullen. Die heb ik voorlopig maar allemaal neergezet, maar wat ik ervan ga houden weet ik nog niet. Je moet toch wat in je kamer hebben, anders wordt het ook zo saai.”
Staalkabel
In een hoek van de kamer hangt een hoogslaper, met een dikke haak en een staalkabel aan het plafond. ,,Die hangt daar wel stevig. Nog eerder stort het huis in, dan dat de staalkabel breekt”, meent Coen. ,,Ik vind het wel handig zo’n hoogslaper. Je kunt er nog gewoon onder staan. Daardoor heb je meer ruimte.”
,,Ik heb een hele hoop spullen van mijn tante gekregen. Ze ging samenwonen en had dus van alles over. Bijvoorbeeld een glazen tafeltje. Daar moet nog wel een bank bij, maar die ga ik via een vriend regelen. Zijn vader werkt voor een meubelbedrijf. Als dat bedrijf ergens een nieuwe bank aflevert, krijgen ze vaak de oude bank mee terug. Normaal brengen ze die naar de beurs, maar ik vind dat ik er wel eentje kan krijgen. En ze verkopen bij dat bedrijf best dure banken.”
,,In de hoek gaan we nog een plank ophangen, als een soort bureau, en er moet ook nog een kast komen. Op dit moment is het nog een zooitje. Alwin is al een stuk verder.”
In de kamer van Alwin hangt een zelfde soort hoogslaper. De onderkant is behangen met een grote doek. ,,Dat is het enige dat ik nieuw gekocht heb”, vertelt hij. Onder de hoogslaper staat een bank. ,,Die stond ook in mijn oude kamer. Een tante had hem over. Ik wist al dat ik in Delft zou gaan studeren, dus ik heb hem gehouden. Het bureau heb ik van mijn oom gekregen. Hij werkt bij een bedrijf in het magazijn, waar alle oude kantoormeubelen verzameld worden.”
,,Het was best moeilijk om de bank en het bureau binnen te krijgen. Ze pasten niet door de deur, dus uiteindelijk hebben we ze maar over het binnenplaatsje en door het raam naar binnen gebracht. Dat kon net”, vertelt Alwin. ,,Ja, dat wordt bij mij nog een probleem. Want ik heb alleen twee kleine ramen”, realiseert Coen zich.
Ook wat elektrische apparatuur betreft is Alwin beter bedeeld. Hij heeft naast een stereotoren nog een klein tv-tje en een hele bos met snoeren. ,,Er is hier in de kamer maar één stopcontact. Dus ik heb alles met verlengsnoeren aangesloten. Ik hoop dat dat niet slecht is.”
Omdat het huis in principe leeg was moesten Coen en Alwin ook de keuken helemaal inrichten. ,,Het enige wat erin stond was het keukenblok met de gootsteen en er hingen wat kastjes aan de muren”, vertelt Alwin. ,,Ik heb een nieuwe koelkast gekocht en de rest heeft Coen allemaal geregeld.”
,,Nou ja, ik heb het niet zelf geregeld”, relativeert Coen. ,,Mijn moeder heeft het allemaal bij elkaar gezocht. Ze werkte in een bejaardentehuis dat ging sluiten. Daardoor hebben we nu genoeg borden om een voetbalelftal te verzorgen. Een koffiezetapparaat en een gasfornuis heeft ze ook ergens vandaan gehaald. Dan gaat ze gewoon bij alle kennissen langs en vraagt of mensen nog spullen over hebben.”
Het leukste item in huis is de radio in de douche. Die hing er al toen de twee het huis betrokken. ,,Kijk maar, er hangen boxen en als je aan dit touwtje trekt gaat ‘ie aan”, legt Alwin uit. ,,We hebben alleen geen idee waar de radio zit, dus we kunnen hem niet op een andere zender zetten of het volume veranderen. Maar hij staat op radio drie, dus dat kon slechter.”
Ikea
Op het Krakeelhof wordt altijd wel verhuisd. Zelfs in het verloren weekend na de Owee. Zaterdagochtend laden Maarten Mulder en zijn ouders de aanhangwagen uit, die pa via zijn bedrijf heeft geregeld. ,,Het komt nu niet zo goed uit”, meent Maartens moeder. ,,Maarten moet ons eerst helpen, anders doen wij al het werk alleen. En straks gaan we naar de Ikea. Kom later maar terug, als we aan het opbouwen zijn. Hij woont op nummer negentien.”
Op nummer negenentwintig woont ook een eerstejaars. Maarten Baldee begint in september met Lucht- en Ruimtevaart. Hij is al in juni ingestemd, dus zijn kamer is al ingericht. ,,Dit is een beetje een zelf-klus kamer. De kastjes onder het bureau heeft mijn vader op de rommelmarkt gevonden. Ik vond ze wel leuk, maar het bureaublad was nog een beetje klein. Ik hebveel ruimte nodig voor alle rommel die ik maak. Dus heb ik uit een grote plaat twee passende stukken laten zagen, die op elkaar vast gemaakt en zwart geverfd. De plankjes boven het bureau heb ik zelf op maat gezaagd. Ze zijn alleen een beetje smal.”
Slierten
De grijze vloerbedekking met lange slierten ziet eruit als een harige hond. Maarten kreeg hem van zijn tante. ,,Ze heeft nieuwe vloerbedekking laten leggen. Van haar krijg ik ook nog andere gordijnen. Maar dat kan wel even duren. De gordijnen die ik nu heb, komen bij mijn ouders vandaan. Ze zijn een beetje te kort. Ik heb hier een paar keer zonder gordijnen geslapen, maar dan is het behoorlijk licht.”
Voor de rest heeft hij voornamelijk meubels uit zijn oude kamer meegenomen. ,,Mijn eigen bed staat er en de bank had ik thuis ook al. Ik vind het wel lekker vertrouwd zo. Het bankje is echt al heel oud. En het heeft ook wat meegemaakt: eerst was het van mijn ouders en daarna heeft het bij mijn zus in Leiden gestaan.”
,,Het inrichten van mijn kamer was best een probleem. Thuis heb ik de kamer getekend en al mijn meubels op schaal uitgeknipt. Toen ben ik ermee gaan schuiven totdat ik alles er op een normale manier inkreeg. Het was een behoorlijke legpuzzel. Dit is de enige opstelling waarin het past. ”
Maarten heeft zijn kamer wel geschilderd – wit. ,,Ik wilde er eigenlijk een kleurtje doorheen doen, maar toen we halverwege waren ontdekte ik ineens dat ik het kleurtje vergeten was. En om dan weer helemaal overnieuw te beginnen… Op de muren hangen nu twee bierreclame-posters, van mijn zus gekregen. Boven mijn bed ga ik waarschijnlijk nog een keer samen met een vriend een muurschildering maken. En mijn plafond is ook versierd. Je kan het nu niet zo goed zien, maar mijn vriendin heeft er met gloeikrijt op geschreven, een soort fluorescerend stoepkrijt. Het laadt zich overdag op en ’s nachts als het donker is gaat het gloeien. Dat is wel een gaaf gezicht. Als ik dan in bed lig kan ik boven mijn hoofd haar boodschap lezen.”
Zijn ouders waren tevreden over de kamerkeuze van zoonlief. ,,Ze vinden het hier best ruim en schoon, maar ze waren natuurlijk al wat gewend. Mijn twee oudere zussen studeren al. In eerste instantie dacht ik dat ik hier na een paar maanden weg zou zijn. Het Krakeelhof ligt wel ver uit het centrum, en de kamers zijn niet echt groot. Maar nu ik er eenmaal zit, vind ik het best oké.”
Klapstoeltjes
Inmiddels is de auto met aanhangwagen van Maarten Mulder vertrokken. Waarschijnlijk naar Ikea.
Op nummer 57 is een paar weken geleden Anna Meijer ingestemd. Ze heeft haar kamer nog niet ingericht, maar heeft wel uitgesproken ideeën wat ze ermee gaat doen. ,,Ik wil mijn kamer vooral niet te vol. Dat vind ik niet mooi. Daarom ga ik ook geen bank neerzetten. Die hebben we in de gemeenschappelijke ruimte en daar betaal ik toch ook voor? Ik wil wel klapstoeltjes op mijn kamer, voor als ik daar een keer wil zitten.”
Anna is van oorsprong Chileense en daar wonen haar ouders ook. ,,Mijn opa en oma wonen wel in Nederland. Die gaan mij helpen met inrichten. Samen met mijn opa ga ik een hoogslaper bouwen. Ik heb hem gevraagd of hij mij wil leren timmeren. Dat kan ik namelijk nog niet.”
In Delft gaat ze bouwkunde studeren. ,,In Chili moet je kiezen voor architectuur of voor civiele techniek. En ik wilde eigenlijk van beiden een beetje. Omdat ik bouwkunde ga doen heb ik ook een tekentafel nodig. Die neemt heel wat ruimte in beslag. Op dit moment woon ik bij kennissen van mijn vader op een klein kamertje. Daar heb ik voornamelijk kleren en boeken”, vertelt ze. ,,En een waterkoker en een staafmixer.”
In de nieuwe kamer komt wel iets uit Chili terug: ,,Aan de muur wil ik schilderijen van mijn moeder ophangen. Niet de echte schilderijen – die zijn dus in Chili. Een kennis maakt er foto’s van en die ga ik uitvergroten. Verder hang ik misschien ook nog tekeningen van mezelf op als ze mooi zijn. Anders stop ik ze wel in de kast.”
Ook over de kleuren heeft Anna al nagedacht. ,,De muren gewoon wit. Daar past alles bij en dat is wel handig, want ik verander nog weleens van smaak. Op de vloer komt zeil. Dat is makkelijk schoon te houden en ook makkelijk door te verkopen als ik weer wegga. Dat wordt een lichte houtkleur. Ik heb al een oranje kleed gekocht en daarbij wil ik nog blauwgrijze gordijnen. Dat vind ik wel een mooie combinatie.”
,,De meeste meubels krijg ik van mijn opa en oma. Niet van die barokke ‘opa-en-oma-meubels’ hoor, daar houd ik helemaal niet van. Bij Ikea ben ik ook gaan kijken. Ik krijg een rieten stoel en daar hebben ze een staande lamp die er goed bij past. En hij is helemaal niet zo duur.”
,,Het valt mij op dat je vaak in oude gewoontes vervalt. Als je voor het eerst een eigen kamer inricht heb je eindelijk de kans om alles op je eigen manier te doen. Maar veel dingen neem je toch over van je ouders.”
Verwerkingsproces
3 Illustratie: Victor Lemstra (Klik voor grotere foto)
Maarten Mulder en zijn ouders zijn inmiddels terug. De aanhangwagen staat er weer. In zijn kamer wordt druk gewerkt. Vader Mulder zet met ontbloot bovenlijf Maartens bed in elkaar. En moeder geeft Maarten aanwijzingen. ,,Je moet het schroefje zo door dat gat heen steken”, legt ze uit terwijl ze de bij de ladekast meegeleverde bouwtekening probeert te begrijpen. ,,En dan met de schroevendraaier naar buiten draaien.”
Maartens ouders zwoegen door terwijl hijzelf in de gemeenschappelijke ruimte thee zet. ,,Ik vind het niet erg dat mijn ouders mij helpen. Het scheelt me veel werk. En mijn moeder zei: ‘Als ik een beetje meehelp met verhuizen, is dat goed voor het verwerkingsproces’.”
,,Mijn ouders vonden het hier in huis wel een beetje een zooitje, maar ze vinden dat ik zelf moet weten waar ik wil wonen. Als ik mijn eigen kamer maar een beetje netjes houd.”
,,Ik heb mijn bed en wat kastjes van thuis meegenomen. Maar genoeg laten staan zodat het daar niet helemaal leeg is. Bij Ikea hebben we een klerenkast gekocht en een staande lamp. Ik ben wel benieuwd of alles past. De grote dingen heb ik wel opgemeten, maar ik heb ook heel wat dingen waarvan ik dacht:die zet ik wel in een hoek, zoals mijn gitaar. Maar een kamer heeft natuurlijk maar vier hoeken.”
,,Van mijn opa krijg ik nog een tafel met vier stoelen. Die ga ik als bureau gebruiken. En als er dan nog ruimte is, wil ik nog een bankje. Tot nu toe heb ik alleen maar nuttige dingen meegenomen. Alles wat een kamer gezellig maakt is thuisgebleven. Dat kan ik later altijd nog met de trein ophalen. Maar ik wil niet mijn oude kamer precies weer hierheen verhuizen. Het moet wel iets nieuws krijgen.”
,,
Phoenixstraat 92. In een rijtje met huizen staat er één met een groene deur. Een stuk of zes fietsen zijn tegen de gevel gegooid. De luxaflex is gesloten. Het is vrijdagochtend na de Owee, elf uur ’s ochtends. Zou er al iemand wakker zijn?
Op de eerste keer aanbellen wordt niet gereageerd. Pas bij de derde keer bellen blijkt er een contactje los. Je moet gewoon net zo lang en hard duwen totdat je de deurbel buiten kunt horen. Coen Pieterssen, eerstejaars, opent de deur. Vlak achter hem staat Alwin Knijnenberg, de andere bewoner van het huis. ‘Huis’ is bijna teveel gezegd. De woonruimte bestaat uit twee kamertjes aan een lange gang en een klein keukentje. Maar voor twee studenten is het best te doen. Coen en Alwin huren het pand van een Alwins zwager.
Aan de straatkant woont Coen, in een langgerekte kamer van zo’n veertien vierkante meter. Ooit moeten het twee kleinere kamertjes geweest zijn, want zo halverwege zit een rare knik in de vloer. Een plafond met stucwerk, de muren vol gaten en nieuwe vloerbedekking op de vloer. ,,Die heb ik samen met mijn vader bij de Hubo gehaald.” De vloerbedekking is het enige nieuwe in zijn kamer. ,,Ik heb niet geschilderd of zo, dat vond ik niet nodig. En de gaten in de muur storen me ook niet echt.”
,,Van mijn oude kamer heb ik alleen mijn stereo meegenomen. Voor de rest stelde het niet zo veel voor. Mijn vader is hier een keer heengekomen met een aanhangwagen vol oude spullen. Die heb ik voorlopig maar allemaal neergezet, maar wat ik ervan ga houden weet ik nog niet. Je moet toch wat in je kamer hebben, anders wordt het ook zo saai.”
Staalkabel
In een hoek van de kamer hangt een hoogslaper, met een dikke haak en een staalkabel aan het plafond. ,,Die hangt daar wel stevig. Nog eerder stort het huis in, dan dat de staalkabel breekt”, meent Coen. ,,Ik vind het wel handig zo’n hoogslaper. Je kunt er nog gewoon onder staan. Daardoor heb je meer ruimte.”
,,Ik heb een hele hoop spullen van mijn tante gekregen. Ze ging samenwonen en had dus van alles over. Bijvoorbeeld een glazen tafeltje. Daar moet nog wel een bank bij, maar die ga ik via een vriend regelen. Zijn vader werkt voor een meubelbedrijf. Als dat bedrijf ergens een nieuwe bank aflevert, krijgen ze vaak de oude bank mee terug. Normaal brengen ze die naar de beurs, maar ik vind dat ik er wel eentje kan krijgen. En ze verkopen bij dat bedrijf best dure banken.”
,,In de hoek gaan we nog een plank ophangen, als een soort bureau, en er moet ook nog een kast komen. Op dit moment is het nog een zooitje. Alwin is al een stuk verder.”
In de kamer van Alwin hangt een zelfde soort hoogslaper. De onderkant is behangen met een grote doek. ,,Dat is het enige dat ik nieuw gekocht heb”, vertelt hij. Onder de hoogslaper staat een bank. ,,Die stond ook in mijn oude kamer. Een tante had hem over. Ik wist al dat ik in Delft zou gaan studeren, dus ik heb hem gehouden. Het bureau heb ik van mijn oom gekregen. Hij werkt bij een bedrijf in het magazijn, waar alle oude kantoormeubelen verzameld worden.”
,,Het was best moeilijk om de bank en het bureau binnen te krijgen. Ze pasten niet door de deur, dus uiteindelijk hebben we ze maar over het binnenplaatsje en door het raam naar binnen gebracht. Dat kon net”, vertelt Alwin. ,,Ja, dat wordt bij mij nog een probleem. Want ik heb alleen twee kleine ramen”, realiseert Coen zich.
Ook wat elektrische apparatuur betreft is Alwin beter bedeeld. Hij heeft naast een stereotoren nog een klein tv-tje en een hele bos met snoeren. ,,Er is hier in de kamer maar één stopcontact. Dus ik heb alles met verlengsnoeren aangesloten. Ik hoop dat dat niet slecht is.”
Omdat het huis in principe leeg was moesten Coen en Alwin ook de keuken helemaal inrichten. ,,Het enige wat erin stond was het keukenblok met de gootsteen en er hingen wat kastjes aan de muren”, vertelt Alwin. ,,Ik heb een nieuwe koelkast gekocht en de rest heeft Coen allemaal geregeld.”
,,Nou ja, ik heb het niet zelf geregeld”, relativeert Coen. ,,Mijn moeder heeft het allemaal bij elkaar gezocht. Ze werkte in een bejaardentehuis dat ging sluiten. Daardoor hebben we nu genoeg borden om een voetbalelftal te verzorgen. Een koffiezetapparaat en een gasfornuis heeft ze ook ergens vandaan gehaald. Dan gaat ze gewoon bij alle kennissen langs en vraagt of mensen nog spullen over hebben.”
Het leukste item in huis is de radio in de douche. Die hing er al toen de twee het huis betrokken. ,,Kijk maar, er hangen boxen en als je aan dit touwtje trekt gaat ‘ie aan”, legt Alwin uit. ,,We hebben alleen geen idee waar de radio zit, dus we kunnen hem niet op een andere zender zetten of het volume veranderen. Maar hij staat op radio drie, dus dat kon slechter.”
Ikea
Op het Krakeelhof wordt altijd wel verhuisd. Zelfs in het verloren weekend na de Owee. Zaterdagochtend laden Maarten Mulder en zijn ouders de aanhangwagen uit, die pa via zijn bedrijf heeft geregeld. ,,Het komt nu niet zo goed uit”, meent Maartens moeder. ,,Maarten moet ons eerst helpen, anders doen wij al het werk alleen. En straks gaan we naar de Ikea. Kom later maar terug, als we aan het opbouwen zijn. Hij woont op nummer negentien.”
Op nummer negenentwintig woont ook een eerstejaars. Maarten Baldee begint in september met Lucht- en Ruimtevaart. Hij is al in juni ingestemd, dus zijn kamer is al ingericht. ,,Dit is een beetje een zelf-klus kamer. De kastjes onder het bureau heeft mijn vader op de rommelmarkt gevonden. Ik vond ze wel leuk, maar het bureaublad was nog een beetje klein. Ik hebveel ruimte nodig voor alle rommel die ik maak. Dus heb ik uit een grote plaat twee passende stukken laten zagen, die op elkaar vast gemaakt en zwart geverfd. De plankjes boven het bureau heb ik zelf op maat gezaagd. Ze zijn alleen een beetje smal.”
Slierten
De grijze vloerbedekking met lange slierten ziet eruit als een harige hond. Maarten kreeg hem van zijn tante. ,,Ze heeft nieuwe vloerbedekking laten leggen. Van haar krijg ik ook nog andere gordijnen. Maar dat kan wel even duren. De gordijnen die ik nu heb, komen bij mijn ouders vandaan. Ze zijn een beetje te kort. Ik heb hier een paar keer zonder gordijnen geslapen, maar dan is het behoorlijk licht.”
Voor de rest heeft hij voornamelijk meubels uit zijn oude kamer meegenomen. ,,Mijn eigen bed staat er en de bank had ik thuis ook al. Ik vind het wel lekker vertrouwd zo. Het bankje is echt al heel oud. En het heeft ook wat meegemaakt: eerst was het van mijn ouders en daarna heeft het bij mijn zus in Leiden gestaan.”
,,Het inrichten van mijn kamer was best een probleem. Thuis heb ik de kamer getekend en al mijn meubels op schaal uitgeknipt. Toen ben ik ermee gaan schuiven totdat ik alles er op een normale manier inkreeg. Het was een behoorlijke legpuzzel. Dit is de enige opstelling waarin het past. ”
Maarten heeft zijn kamer wel geschilderd – wit. ,,Ik wilde er eigenlijk een kleurtje doorheen doen, maar toen we halverwege waren ontdekte ik ineens dat ik het kleurtje vergeten was. En om dan weer helemaal overnieuw te beginnen… Op de muren hangen nu twee bierreclame-posters, van mijn zus gekregen. Boven mijn bed ga ik waarschijnlijk nog een keer samen met een vriend een muurschildering maken. En mijn plafond is ook versierd. Je kan het nu niet zo goed zien, maar mijn vriendin heeft er met gloeikrijt op geschreven, een soort fluorescerend stoepkrijt. Het laadt zich overdag op en ’s nachts als het donker is gaat het gloeien. Dat is wel een gaaf gezicht. Als ik dan in bed lig kan ik boven mijn hoofd haar boodschap lezen.”
Zijn ouders waren tevreden over de kamerkeuze van zoonlief. ,,Ze vinden het hier best ruim en schoon, maar ze waren natuurlijk al wat gewend. Mijn twee oudere zussen studeren al. In eerste instantie dacht ik dat ik hier na een paar maanden weg zou zijn. Het Krakeelhof ligt wel ver uit het centrum, en de kamers zijn niet echt groot. Maar nu ik er eenmaal zit, vind ik het best oké.”
Klapstoeltjes
Inmiddels is de auto met aanhangwagen van Maarten Mulder vertrokken. Waarschijnlijk naar Ikea.
Op nummer 57 is een paar weken geleden Anna Meijer ingestemd. Ze heeft haar kamer nog niet ingericht, maar heeft wel uitgesproken ideeën wat ze ermee gaat doen. ,,Ik wil mijn kamer vooral niet te vol. Dat vind ik niet mooi. Daarom ga ik ook geen bank neerzetten. Die hebben we in de gemeenschappelijke ruimte en daar betaal ik toch ook voor? Ik wil wel klapstoeltjes op mijn kamer, voor als ik daar een keer wil zitten.”
Anna is van oorsprong Chileense en daar wonen haar ouders ook. ,,Mijn opa en oma wonen wel in Nederland. Die gaan mij helpen met inrichten. Samen met mijn opa ga ik een hoogslaper bouwen. Ik heb hem gevraagd of hij mij wil leren timmeren. Dat kan ik namelijk nog niet.”
In Delft gaat ze bouwkunde studeren. ,,In Chili moet je kiezen voor architectuur of voor civiele techniek. En ik wilde eigenlijk van beiden een beetje. Omdat ik bouwkunde ga doen heb ik ook een tekentafel nodig. Die neemt heel wat ruimte in beslag. Op dit moment woon ik bij kennissen van mijn vader op een klein kamertje. Daar heb ik voornamelijk kleren en boeken”, vertelt ze. ,,En een waterkoker en een staafmixer.”
In de nieuwe kamer komt wel iets uit Chili terug: ,,Aan de muur wil ik schilderijen van mijn moeder ophangen. Niet de echte schilderijen – die zijn dus in Chili. Een kennis maakt er foto’s van en die ga ik uitvergroten. Verder hang ik misschien ook nog tekeningen van mezelf op als ze mooi zijn. Anders stop ik ze wel in de kast.”
Ook over de kleuren heeft Anna al nagedacht. ,,De muren gewoon wit. Daar past alles bij en dat is wel handig, want ik verander nog weleens van smaak. Op de vloer komt zeil. Dat is makkelijk schoon te houden en ook makkelijk door te verkopen als ik weer wegga. Dat wordt een lichte houtkleur. Ik heb al een oranje kleed gekocht en daarbij wil ik nog blauwgrijze gordijnen. Dat vind ik wel een mooie combinatie.”
,,De meeste meubels krijg ik van mijn opa en oma. Niet van die barokke ‘opa-en-oma-meubels’ hoor, daar houd ik helemaal niet van. Bij Ikea ben ik ook gaan kijken. Ik krijg een rieten stoel en daar hebben ze een staande lamp die er goed bij past. En hij is helemaal niet zo duur.”
,,Het valt mij op dat je vaak in oude gewoontes vervalt. Als je voor het eerst een eigen kamer inricht heb je eindelijk de kans om alles op je eigen manier te doen. Maar veel dingen neem je toch over van je ouders.”
Verwerkingsproces
3 Illustratie: Victor Lemstra (Klik voor grotere foto)
Maarten Mulder en zijn ouders zijn inmiddels terug. De aanhangwagen staat er weer. In zijn kamer wordt druk gewerkt. Vader Mulder zet met ontbloot bovenlijf Maartens bed in elkaar. En moeder geeft Maarten aanwijzingen. ,,Je moet het schroefje zo door dat gat heen steken”, legt ze uit terwijl ze de bij de ladekast meegeleverde bouwtekening probeert te begrijpen. ,,En dan met de schroevendraaier naar buiten draaien.”
Maartens ouders zwoegen door terwijl hijzelf in de gemeenschappelijke ruimte thee zet. ,,Ik vind het niet erg dat mijn ouders mij helpen. Het scheelt me veel werk. En mijn moeder zei: ‘Als ik een beetje meehelp met verhuizen, is dat goed voor het verwerkingsproces’.”
,,Mijn ouders vonden het hier in huis wel een beetje een zooitje, maar ze vinden dat ik zelf moet weten waar ik wil wonen. Als ik mijn eigen kamer maar een beetje netjes houd.”
,,Ik heb mijn bed en wat kastjes van thuis meegenomen. Maar genoeg laten staan zodat het daar niet helemaal leeg is. Bij Ikea hebben we een klerenkast gekocht en een staande lamp. Ik ben wel benieuwd of alles past. De grote dingen heb ik wel opgemeten, maar ik heb ook heel wat dingen waarvan ik dacht:die zet ik wel in een hoek, zoals mijn gitaar. Maar een kamer heeft natuurlijk maar vier hoeken.”
,,Van mijn opa krijg ik nog een tafel met vier stoelen. Die ga ik als bureau gebruiken. En als er dan nog ruimte is, wil ik nog een bankje. Tot nu toe heb ik alleen maar nuttige dingen meegenomen. Alles wat een kamer gezellig maakt is thuisgebleven. Dat kan ik later altijd nog met de trein ophalen. Maar ik wil niet mijn oude kamer precies weer hierheen verhuizen. Het moet wel iets nieuws krijgen.”
Phoenixstraat 92. In een rijtje met huizen staat er één met een groene deur. Een stuk of zes fietsen zijn tegen de gevel gegooid. De luxaflex is gesloten. Het is vrijdagochtend na de Owee, elf uur ’s ochtends. Zou er al iemand wakker zijn?
Op de eerste keer aanbellen wordt niet gereageerd. Pas bij de derde keer bellen blijkt er een contactje los. Je moet gewoon net zo lang en hard duwen totdat je de deurbel buiten kunt horen. Coen Pieterssen, eerstejaars, opent de deur. Vlak achter hem staat Alwin Knijnenberg, de andere bewoner van het huis. ‘Huis’ is bijna teveel gezegd. De woonruimte bestaat uit twee kamertjes aan een lange gang en een klein keukentje. Maar voor twee studenten is het best te doen. Coen en Alwin huren het pand van een Alwins zwager.
Aan de straatkant woont Coen, in een langgerekte kamer van zo’n veertien vierkante meter. Ooit moeten het twee kleinere kamertjes geweest zijn, want zo halverwege zit een rare knik in de vloer. Een plafond met stucwerk, de muren vol gaten en nieuwe vloerbedekking op de vloer. ,,Die heb ik samen met mijn vader bij de Hubo gehaald.” De vloerbedekking is het enige nieuwe in zijn kamer. ,,Ik heb niet geschilderd of zo, dat vond ik niet nodig. En de gaten in de muur storen me ook niet echt.”
,,Van mijn oude kamer heb ik alleen mijn stereo meegenomen. Voor de rest stelde het niet zo veel voor. Mijn vader is hier een keer heengekomen met een aanhangwagen vol oude spullen. Die heb ik voorlopig maar allemaal neergezet, maar wat ik ervan ga houden weet ik nog niet. Je moet toch wat in je kamer hebben, anders wordt het ook zo saai.”
Staalkabel
In een hoek van de kamer hangt een hoogslaper, met een dikke haak en een staalkabel aan het plafond. ,,Die hangt daar wel stevig. Nog eerder stort het huis in, dan dat de staalkabel breekt”, meent Coen. ,,Ik vind het wel handig zo’n hoogslaper. Je kunt er nog gewoon onder staan. Daardoor heb je meer ruimte.”
,,Ik heb een hele hoop spullen van mijn tante gekregen. Ze ging samenwonen en had dus van alles over. Bijvoorbeeld een glazen tafeltje. Daar moet nog wel een bank bij, maar die ga ik via een vriend regelen. Zijn vader werkt voor een meubelbedrijf. Als dat bedrijf ergens een nieuwe bank aflevert, krijgen ze vaak de oude bank mee terug. Normaal brengen ze die naar de beurs, maar ik vind dat ik er wel eentje kan krijgen. En ze verkopen bij dat bedrijf best dure banken.”
,,In de hoek gaan we nog een plank ophangen, als een soort bureau, en er moet ook nog een kast komen. Op dit moment is het nog een zooitje. Alwin is al een stuk verder.”
In de kamer van Alwin hangt een zelfde soort hoogslaper. De onderkant is behangen met een grote doek. ,,Dat is het enige dat ik nieuw gekocht heb”, vertelt hij. Onder de hoogslaper staat een bank. ,,Die stond ook in mijn oude kamer. Een tante had hem over. Ik wist al dat ik in Delft zou gaan studeren, dus ik heb hem gehouden. Het bureau heb ik van mijn oom gekregen. Hij werkt bij een bedrijf in het magazijn, waar alle oude kantoormeubelen verzameld worden.”
,,Het was best moeilijk om de bank en het bureau binnen te krijgen. Ze pasten niet door de deur, dus uiteindelijk hebben we ze maar over het binnenplaatsje en door het raam naar binnen gebracht. Dat kon net”, vertelt Alwin. ,,Ja, dat wordt bij mij nog een probleem. Want ik heb alleen twee kleine ramen”, realiseert Coen zich.
Ook wat elektrische apparatuur betreft is Alwin beter bedeeld. Hij heeft naast een stereotoren nog een klein tv-tje en een hele bos met snoeren. ,,Er is hier in de kamer maar één stopcontact. Dus ik heb alles met verlengsnoeren aangesloten. Ik hoop dat dat niet slecht is.”
Omdat het huis in principe leeg was moesten Coen en Alwin ook de keuken helemaal inrichten. ,,Het enige wat erin stond was het keukenblok met de gootsteen en er hingen wat kastjes aan de muren”, vertelt Alwin. ,,Ik heb een nieuwe koelkast gekocht en de rest heeft Coen allemaal geregeld.”
,,Nou ja, ik heb het niet zelf geregeld”, relativeert Coen. ,,Mijn moeder heeft het allemaal bij elkaar gezocht. Ze werkte in een bejaardentehuis dat ging sluiten. Daardoor hebben we nu genoeg borden om een voetbalelftal te verzorgen. Een koffiezetapparaat en een gasfornuis heeft ze ook ergens vandaan gehaald. Dan gaat ze gewoon bij alle kennissen langs en vraagt of mensen nog spullen over hebben.”
Het leukste item in huis is de radio in de douche. Die hing er al toen de twee het huis betrokken. ,,Kijk maar, er hangen boxen en als je aan dit touwtje trekt gaat ‘ie aan”, legt Alwin uit. ,,We hebben alleen geen idee waar de radio zit, dus we kunnen hem niet op een andere zender zetten of het volume veranderen. Maar hij staat op radio drie, dus dat kon slechter.”
Ikea
Op het Krakeelhof wordt altijd wel verhuisd. Zelfs in het verloren weekend na de Owee. Zaterdagochtend laden Maarten Mulder en zijn ouders de aanhangwagen uit, die pa via zijn bedrijf heeft geregeld. ,,Het komt nu niet zo goed uit”, meent Maartens moeder. ,,Maarten moet ons eerst helpen, anders doen wij al het werk alleen. En straks gaan we naar de Ikea. Kom later maar terug, als we aan het opbouwen zijn. Hij woont op nummer negentien.”
Op nummer negenentwintig woont ook een eerstejaars. Maarten Baldee begint in september met Lucht- en Ruimtevaart. Hij is al in juni ingestemd, dus zijn kamer is al ingericht. ,,Dit is een beetje een zelf-klus kamer. De kastjes onder het bureau heeft mijn vader op de rommelmarkt gevonden. Ik vond ze wel leuk, maar het bureaublad was nog een beetje klein. Ik hebveel ruimte nodig voor alle rommel die ik maak. Dus heb ik uit een grote plaat twee passende stukken laten zagen, die op elkaar vast gemaakt en zwart geverfd. De plankjes boven het bureau heb ik zelf op maat gezaagd. Ze zijn alleen een beetje smal.”
Slierten
De grijze vloerbedekking met lange slierten ziet eruit als een harige hond. Maarten kreeg hem van zijn tante. ,,Ze heeft nieuwe vloerbedekking laten leggen. Van haar krijg ik ook nog andere gordijnen. Maar dat kan wel even duren. De gordijnen die ik nu heb, komen bij mijn ouders vandaan. Ze zijn een beetje te kort. Ik heb hier een paar keer zonder gordijnen geslapen, maar dan is het behoorlijk licht.”
Voor de rest heeft hij voornamelijk meubels uit zijn oude kamer meegenomen. ,,Mijn eigen bed staat er en de bank had ik thuis ook al. Ik vind het wel lekker vertrouwd zo. Het bankje is echt al heel oud. En het heeft ook wat meegemaakt: eerst was het van mijn ouders en daarna heeft het bij mijn zus in Leiden gestaan.”
,,Het inrichten van mijn kamer was best een probleem. Thuis heb ik de kamer getekend en al mijn meubels op schaal uitgeknipt. Toen ben ik ermee gaan schuiven totdat ik alles er op een normale manier inkreeg. Het was een behoorlijke legpuzzel. Dit is de enige opstelling waarin het past. ”
Maarten heeft zijn kamer wel geschilderd – wit. ,,Ik wilde er eigenlijk een kleurtje doorheen doen, maar toen we halverwege waren ontdekte ik ineens dat ik het kleurtje vergeten was. En om dan weer helemaal overnieuw te beginnen… Op de muren hangen nu twee bierreclame-posters, van mijn zus gekregen. Boven mijn bed ga ik waarschijnlijk nog een keer samen met een vriend een muurschildering maken. En mijn plafond is ook versierd. Je kan het nu niet zo goed zien, maar mijn vriendin heeft er met gloeikrijt op geschreven, een soort fluorescerend stoepkrijt. Het laadt zich overdag op en ’s nachts als het donker is gaat het gloeien. Dat is wel een gaaf gezicht. Als ik dan in bed lig kan ik boven mijn hoofd haar boodschap lezen.”
Zijn ouders waren tevreden over de kamerkeuze van zoonlief. ,,Ze vinden het hier best ruim en schoon, maar ze waren natuurlijk al wat gewend. Mijn twee oudere zussen studeren al. In eerste instantie dacht ik dat ik hier na een paar maanden weg zou zijn. Het Krakeelhof ligt wel ver uit het centrum, en de kamers zijn niet echt groot. Maar nu ik er eenmaal zit, vind ik het best oké.”
Klapstoeltjes
Inmiddels is de auto met aanhangwagen van Maarten Mulder vertrokken. Waarschijnlijk naar Ikea.
Op nummer 57 is een paar weken geleden Anna Meijer ingestemd. Ze heeft haar kamer nog niet ingericht, maar heeft wel uitgesproken ideeën wat ze ermee gaat doen. ,,Ik wil mijn kamer vooral niet te vol. Dat vind ik niet mooi. Daarom ga ik ook geen bank neerzetten. Die hebben we in de gemeenschappelijke ruimte en daar betaal ik toch ook voor? Ik wil wel klapstoeltjes op mijn kamer, voor als ik daar een keer wil zitten.”
Anna is van oorsprong Chileense en daar wonen haar ouders ook. ,,Mijn opa en oma wonen wel in Nederland. Die gaan mij helpen met inrichten. Samen met mijn opa ga ik een hoogslaper bouwen. Ik heb hem gevraagd of hij mij wil leren timmeren. Dat kan ik namelijk nog niet.”
In Delft gaat ze bouwkunde studeren. ,,In Chili moet je kiezen voor architectuur of voor civiele techniek. En ik wilde eigenlijk van beiden een beetje. Omdat ik bouwkunde ga doen heb ik ook een tekentafel nodig. Die neemt heel wat ruimte in beslag. Op dit moment woon ik bij kennissen van mijn vader op een klein kamertje. Daar heb ik voornamelijk kleren en boeken”, vertelt ze. ,,En een waterkoker en een staafmixer.”
In de nieuwe kamer komt wel iets uit Chili terug: ,,Aan de muur wil ik schilderijen van mijn moeder ophangen. Niet de echte schilderijen – die zijn dus in Chili. Een kennis maakt er foto’s van en die ga ik uitvergroten. Verder hang ik misschien ook nog tekeningen van mezelf op als ze mooi zijn. Anders stop ik ze wel in de kast.”
Ook over de kleuren heeft Anna al nagedacht. ,,De muren gewoon wit. Daar past alles bij en dat is wel handig, want ik verander nog weleens van smaak. Op de vloer komt zeil. Dat is makkelijk schoon te houden en ook makkelijk door te verkopen als ik weer wegga. Dat wordt een lichte houtkleur. Ik heb al een oranje kleed gekocht en daarbij wil ik nog blauwgrijze gordijnen. Dat vind ik wel een mooie combinatie.”
,,De meeste meubels krijg ik van mijn opa en oma. Niet van die barokke ‘opa-en-oma-meubels’ hoor, daar houd ik helemaal niet van. Bij Ikea ben ik ook gaan kijken. Ik krijg een rieten stoel en daar hebben ze een staande lamp die er goed bij past. En hij is helemaal niet zo duur.”
,,Het valt mij op dat je vaak in oude gewoontes vervalt. Als je voor het eerst een eigen kamer inricht heb je eindelijk de kans om alles op je eigen manier te doen. Maar veel dingen neem je toch over van je ouders.”
Verwerkingsproces
3 Illustratie: Victor Lemstra (Klik voor grotere foto)
Maarten Mulder en zijn ouders zijn inmiddels terug. De aanhangwagen staat er weer. In zijn kamer wordt druk gewerkt. Vader Mulder zet met ontbloot bovenlijf Maartens bed in elkaar. En moeder geeft Maarten aanwijzingen. ,,Je moet het schroefje zo door dat gat heen steken”, legt ze uit terwijl ze de bij de ladekast meegeleverde bouwtekening probeert te begrijpen. ,,En dan met de schroevendraaier naar buiten draaien.”
Maartens ouders zwoegen door terwijl hijzelf in de gemeenschappelijke ruimte thee zet. ,,Ik vind het niet erg dat mijn ouders mij helpen. Het scheelt me veel werk. En mijn moeder zei: ‘Als ik een beetje meehelp met verhuizen, is dat goed voor het verwerkingsproces’.”
,,Mijn ouders vonden het hier in huis wel een beetje een zooitje, maar ze vinden dat ik zelf moet weten waar ik wil wonen. Als ik mijn eigen kamer maar een beetje netjes houd.”
,,Ik heb mijn bed en wat kastjes van thuis meegenomen. Maar genoeg laten staan zodat het daar niet helemaal leeg is. Bij Ikea hebben we een klerenkast gekocht en een staande lamp. Ik ben wel benieuwd of alles past. De grote dingen heb ik wel opgemeten, maar ik heb ook heel wat dingen waarvan ik dacht:die zet ik wel in een hoek, zoals mijn gitaar. Maar een kamer heeft natuurlijk maar vier hoeken.”
,,Van mijn opa krijg ik nog een tafel met vier stoelen. Die ga ik als bureau gebruiken. En als er dan nog ruimte is, wil ik nog een bankje. Tot nu toe heb ik alleen maar nuttige dingen meegenomen. Alles wat een kamer gezellig maakt is thuisgebleven. Dat kan ik later altijd nog met de trein ophalen. Maar ik wil niet mijn oude kamer precies weer hierheen verhuizen. Het moet wel iets nieuws krijgen.”
Comments are closed.