Moeder leerde haar kinderen: eerst denken, dan doen. Maar zodra ze industrieel ontwerpen gaan studeren moeten ze hard werken. Kunnen ze nog wel nadenken? Studievereniging ID organiseerde afgelopen weekend de workshop Power of Products, over de kracht en de invloed van produkten op het dagelijks leven.
Misschien kan een vleugje ethiek de kwaliteit verhogen en de kwantiteit van ontwerpen, de Tower of Products, bedwingen? Tachtig studenten durfden het experiment aan.
Voor het podium rijdt een vier meter hoge stellage heen en weer. Daarop een selectie van koopwaar van de Delftse markt: een tweedehands knuffelbeer naast een gloednieuwe televisie en een prei. Een bos wortelen zwaait voorlangs. Zelfs het vertrouwde geluid van een draaiorgel schalt door de feestelijk opgelapte zaal. Voor wie het niet zien wil wordt de boodschap nadrukkelijk toegelicht: wat vandaag een produkt is ‘met kracht’ ligt morgen te grabbel op de rommelmarkt, beconcurreerd door een bosje wortelen. Drie kostbare minuten is iedereen stil, dan zwelt het geroezemoes weer aan.
Het gegons begint al vrijdagmiddag, als in het Muzisch Centrum de tachtig deelnemers van de workshop zich verzamelen. Voor de inschrijfbalie wisselen de studenten de laatste argumenten uit voor de keuze van een sub-thema. Jeroen doet alleen mee als hij een plaats bij de multi-media groep krijgt, Lydia wil alles behalve dat, en Pieter laat zich gewillig indelen bij het thema ‘winkels’. Hij heeft geen speciale verwachtingen, maar kijkt toch uit naar het moment dat de mentoren zich op het podium komen voorstellen.
Twee pollepels houdt de ceremoniemeester voor de zaal omhoog. Arthur Eger is overduidelijk een industrieel ontwerper: zwarte broek, coltrui, blazer en overtuigd van zijn gelijk. Hij vindt zijn eigen verkleurde en versleten roerhout een veel krachtiger produkt dan de bleke, identiteitsloze variant die hij zojuist uit de winkel haalde. Met dit simpele voorbeeld geeft hij zijn toehoorders een concreet houvast voor de abstracte discussies die komen.
Houvast is ook te vinden op de kleine tentoonstelling: designer’s bestek ligt er naast een Playmobil circus. Later duiken er twee pollepels op. Over een nieuwerwets koffiezetapparaat wordt snel een perspex doos geplaatst, want ontwerpers kijken met hun handen. Hun behoefte aan houvast werd het ding bijna fataal en hij moet weer heel terug naar Philips.
Souvenir
In alle uithoeken van het voormalig schoolgebouw aan de Nieuwelaan is zaterdag geroezemoes te horen. Acht groepen en evenveel mentoren proberen het geheim van de kracht van produkten te ontrafelen. Hoe kan een ontwerper via een produktde wereld beïnvloeden, wil men weten in studio vijf. Wordt de wereld gered met gerecycled plastic, vraagt groep acht zich af. En waarom is er nog nooit een acceptabel vakantie-souvenir ontworpen? De Oostenrijkse ontwerper Robert Stadler beseft dat zijn thema ‘het souvenir van de toekomst’ wat minder gewicht heeft dan, bijvoorbeeld, ‘ontspanning en kantoor’.
En die hele ethiek, ach dat is het meest flexibele begrip in de wereld. In een algemene ethiek is hij niet geïnteresseerd, laat de deelnemers hun persoonlijke ethiek maar opbouwen. En dat kan net zo goed aan de hand van een klein probleem, vindt Stadler.
Daarvoor moeten de hersens wel kraken. Ceremoniemeester Eger bezoekt alle studio’s en ziet hoe de mentoren de groepen sturen. Planmatige ontwerpers, idealistische architecten en intuïtieve kunstenaars: ze houden de studenten flink bezig.
,,We gaan meewerken aan een mentaliteitsverandering. Hoe kunnen we multimedia daarvoor gebruiken?” stelt mentor Andries van Onck. Maar hoe de groep ook zijn best doet, voorlopig komen ze niet verder dan onheilscenario’s. Iedereen zit straks eenzaam achter zijn eigen beeldscherm geplakt, een kwart van de bevolking voert al het werk uit. Ethiek blijkt een zware last.
Amulet
Naarmate de dag vordert neemt de loop naar de bar toe. Vooral de lolly’s blijken in trek. ,,Een goed excuus om even een kwartiertje niets te hoeven zeggen”, legt de verkoopster uit.
Maar een lolly doet geen wonderen. Tegen het borreluur zijn de meeste deelnemers echt leeg. Met een versufte blik druppelen ze de zaal in voor een tussenevaluatie. Er wordt instemmend geknikt als een mentor opmerkt: ,,We hebben door wouden van woorden gekapt.” De vragen blijken makkelijker te stellen dan de antwoorden te vinden. Als de discussies zich gaan herhalen slaat hier en daar de verveling toe. ,,Genoeg gepraat, we willen nu iets gaan dóén.” Hard nadenken over betere produkten levert vooralsnog geen briljante gedachten maar alleen jeukende handen op bij de io-ers.
In een wolk van verfdampen oefenen zes studenten giechelig een rollenspel. Presenteren is voor de studenten vertrouwd terrein. Zondagmiddag heerst in de lokaaltjes de opgewonden spanning van tijdgebrek, natte verf en zoeken naar een verlengsnoer. In de vuilcontainer scharrelt een meisje naar materiaal voor haar souvenir. Een amulet is haar idee.
,,Het hangt aan een ketting om je hals en slijt, verweert, verkleurt, neemt geur op, kortom: het vormt zich zoals je zelf tijdens je reis gevormd wordt. Ethisch? Eh… het is niet commercieel, geen kitsch en er is geen kinderarbeid uit de Derde Wereld voor nodig geweest. Mooi toch?”
Dressuurbaan
In de feestzaal is de popcorn uit het tapijt gezogen. De rockband en zijn zweetlucht zijn verwisseld voor een spreekstalmeester die met waarschuwende stem een bizarre collectie fantasieën aankondigt. Camera’s worden in de aanslag gehouden. De eerste groep struikelt het podium op.
Drie uur later is het publiek verzadigd. Ze hebben dia’s inmoordend tempo voorbij zien komen, sprekers in het midden van hun betoog vertwijfeld naar de rode draad zien zoeken, en een bombardement van boodschappen over zich heen gehad. Multimedia wordt een sprookjeswereld, de computer je beste maatje. Multimedia wordt een helse oncontroleerbare informatiemachine. Echte kracht is: geen produkten. De wereld wordt gered door uit gerecycled kunststof een dressuurbaan voor katten te maken. We naderen de vierde dimensie. Elk produkt moet vroeg of laat concurreren met een worteltje.
Het laatste woord is aan Arthur Eger. In ieder geval hij heeft in de chaos de grote lijn ontdekt. Met een minzaam glimlachje concludeert hij: ,,De resultaten zijn zo divers, de meningen lopen zover uiteen, dat er maar een conclusie mogelijk is: het produkt zelf heeft geen kracht, de gebruiker bepaalt de kracht. Ook ik zie het nu anders. De kracht zit niet in mijn gebruikte pollepel. Ik ben het die hem kracht toebedeelt.”
IO-workshop ‘Power of Products’
De sprookjeswereld van de multimedia. ‘Ali Baba met wonderlamp …
,,
Moeder leerde haar kinderen: eerst denken, dan doen. Maar zodra ze industrieel ontwerpen gaan studeren moeten ze hard werken. Kunnen ze nog wel nadenken? Studievereniging ID organiseerde afgelopen weekend de workshop Power of Products, over de kracht en de invloed van produkten op het dagelijks leven. Misschien kan een vleugje ethiek de kwaliteit verhogen en de kwantiteit van ontwerpen, de Tower of Products, bedwingen? Tachtig studenten durfden het experiment aan.
Voor het podium rijdt een vier meter hoge stellage heen en weer. Daarop een selectie van koopwaar van de Delftse markt: een tweedehands knuffelbeer naast een gloednieuwe televisie en een prei. Een bos wortelen zwaait voorlangs. Zelfs het vertrouwde geluid van een draaiorgel schalt door de feestelijk opgelapte zaal. Voor wie het niet zien wil wordt de boodschap nadrukkelijk toegelicht: wat vandaag een produkt is ‘met kracht’ ligt morgen te grabbel op de rommelmarkt, beconcurreerd door een bosje wortelen. Drie kostbare minuten is iedereen stil, dan zwelt het geroezemoes weer aan.
Het gegons begint al vrijdagmiddag, als in het Muzisch Centrum de tachtig deelnemers van de workshop zich verzamelen. Voor de inschrijfbalie wisselen de studenten de laatste argumenten uit voor de keuze van een sub-thema. Jeroen doet alleen mee als hij een plaats bij de multi-media groep krijgt, Lydia wil alles behalve dat, en Pieter laat zich gewillig indelen bij het thema ‘winkels’. Hij heeft geen speciale verwachtingen, maar kijkt toch uit naar het moment dat de mentoren zich op het podium komen voorstellen.
Twee pollepels houdt de ceremoniemeester voor de zaal omhoog. Arthur Eger is overduidelijk een industrieel ontwerper: zwarte broek, coltrui, blazer en overtuigd van zijn gelijk. Hij vindt zijn eigen verkleurde en versleten roerhout een veel krachtiger produkt dan de bleke, identiteitsloze variant die hij zojuist uit de winkel haalde. Met dit simpele voorbeeld geeft hij zijn toehoorders een concreet houvast voor de abstracte discussies die komen.
Houvast is ook te vinden op de kleine tentoonstelling: designer’s bestek ligt er naast een Playmobil circus. Later duiken er twee pollepels op. Over een nieuwerwets koffiezetapparaat wordt snel een perspex doos geplaatst, want ontwerpers kijken met hun handen. Hun behoefte aan houvast werd het ding bijna fataal en hij moet weer heel terug naar Philips.
Souvenir
In alle uithoeken van het voormalig schoolgebouw aan de Nieuwelaan is zaterdag geroezemoes te horen. Acht groepen en evenveel mentoren proberen het geheim van de kracht van produkten te ontrafelen. Hoe kan een ontwerper via een produktde wereld beïnvloeden, wil men weten in studio vijf. Wordt de wereld gered met gerecycled plastic, vraagt groep acht zich af. En waarom is er nog nooit een acceptabel vakantie-souvenir ontworpen? De Oostenrijkse ontwerper Robert Stadler beseft dat zijn thema ‘het souvenir van de toekomst’ wat minder gewicht heeft dan, bijvoorbeeld, ‘ontspanning en kantoor’.
En die hele ethiek, ach dat is het meest flexibele begrip in de wereld. In een algemene ethiek is hij niet geïnteresseerd, laat de deelnemers hun persoonlijke ethiek maar opbouwen. En dat kan net zo goed aan de hand van een klein probleem, vindt Stadler.
Daarvoor moeten de hersens wel kraken. Ceremoniemeester Eger bezoekt alle studio’s en ziet hoe de mentoren de groepen sturen. Planmatige ontwerpers, idealistische architecten en intuïtieve kunstenaars: ze houden de studenten flink bezig.
,,We gaan meewerken aan een mentaliteitsverandering. Hoe kunnen we multimedia daarvoor gebruiken?” stelt mentor Andries van Onck. Maar hoe de groep ook zijn best doet, voorlopig komen ze niet verder dan onheilscenario’s. Iedereen zit straks eenzaam achter zijn eigen beeldscherm geplakt, een kwart van de bevolking voert al het werk uit. Ethiek blijkt een zware last.
Amulet
Naarmate de dag vordert neemt de loop naar de bar toe. Vooral de lolly’s blijken in trek. ,,Een goed excuus om even een kwartiertje niets te hoeven zeggen”, legt de verkoopster uit.
Maar een lolly doet geen wonderen. Tegen het borreluur zijn de meeste deelnemers echt leeg. Met een versufte blik druppelen ze de zaal in voor een tussenevaluatie. Er wordt instemmend geknikt als een mentor opmerkt: ,,We hebben door wouden van woorden gekapt.” De vragen blijken makkelijker te stellen dan de antwoorden te vinden. Als de discussies zich gaan herhalen slaat hier en daar de verveling toe. ,,Genoeg gepraat, we willen nu iets gaan dóén.” Hard nadenken over betere produkten levert vooralsnog geen briljante gedachten maar alleen jeukende handen op bij de io-ers.
In een wolk van verfdampen oefenen zes studenten giechelig een rollenspel. Presenteren is voor de studenten vertrouwd terrein. Zondagmiddag heerst in de lokaaltjes de opgewonden spanning van tijdgebrek, natte verf en zoeken naar een verlengsnoer. In de vuilcontainer scharrelt een meisje naar materiaal voor haar souvenir. Een amulet is haar idee.
,,Het hangt aan een ketting om je hals en slijt, verweert, verkleurt, neemt geur op, kortom: het vormt zich zoals je zelf tijdens je reis gevormd wordt. Ethisch? Eh… het is niet commercieel, geen kitsch en er is geen kinderarbeid uit de Derde Wereld voor nodig geweest. Mooi toch?”
Dressuurbaan
In de feestzaal is de popcorn uit het tapijt gezogen. De rockband en zijn zweetlucht zijn verwisseld voor een spreekstalmeester die met waarschuwende stem een bizarre collectie fantasieën aankondigt. Camera’s worden in de aanslag gehouden. De eerste groep struikelt het podium op.
Drie uur later is het publiek verzadigd. Ze hebben dia’s inmoordend tempo voorbij zien komen, sprekers in het midden van hun betoog vertwijfeld naar de rode draad zien zoeken, en een bombardement van boodschappen over zich heen gehad. Multimedia wordt een sprookjeswereld, de computer je beste maatje. Multimedia wordt een helse oncontroleerbare informatiemachine. Echte kracht is: geen produkten. De wereld wordt gered door uit gerecycled kunststof een dressuurbaan voor katten te maken. We naderen de vierde dimensie. Elk produkt moet vroeg of laat concurreren met een worteltje.
Het laatste woord is aan Arthur Eger. In ieder geval hij heeft in de chaos de grote lijn ontdekt. Met een minzaam glimlachje concludeert hij: ,,De resultaten zijn zo divers, de meningen lopen zover uiteen, dat er maar een conclusie mogelijk is: het produkt zelf heeft geen kracht, de gebruiker bepaalt de kracht. Ook ik zie het nu anders. De kracht zit niet in mijn gebruikte pollepel. Ik ben het die hem kracht toebedeelt.”
IO-workshop ‘Power of Products’
De sprookjeswereld van de multimedia. ‘Ali Baba met wonderlamp …
Moeder leerde haar kinderen: eerst denken, dan doen. Maar zodra ze industrieel ontwerpen gaan studeren moeten ze hard werken. Kunnen ze nog wel nadenken? Studievereniging ID organiseerde afgelopen weekend de workshop Power of Products, over de kracht en de invloed van produkten op het dagelijks leven. Misschien kan een vleugje ethiek de kwaliteit verhogen en de kwantiteit van ontwerpen, de Tower of Products, bedwingen? Tachtig studenten durfden het experiment aan.
Voor het podium rijdt een vier meter hoge stellage heen en weer. Daarop een selectie van koopwaar van de Delftse markt: een tweedehands knuffelbeer naast een gloednieuwe televisie en een prei. Een bos wortelen zwaait voorlangs. Zelfs het vertrouwde geluid van een draaiorgel schalt door de feestelijk opgelapte zaal. Voor wie het niet zien wil wordt de boodschap nadrukkelijk toegelicht: wat vandaag een produkt is ‘met kracht’ ligt morgen te grabbel op de rommelmarkt, beconcurreerd door een bosje wortelen. Drie kostbare minuten is iedereen stil, dan zwelt het geroezemoes weer aan.
Het gegons begint al vrijdagmiddag, als in het Muzisch Centrum de tachtig deelnemers van de workshop zich verzamelen. Voor de inschrijfbalie wisselen de studenten de laatste argumenten uit voor de keuze van een sub-thema. Jeroen doet alleen mee als hij een plaats bij de multi-media groep krijgt, Lydia wil alles behalve dat, en Pieter laat zich gewillig indelen bij het thema ‘winkels’. Hij heeft geen speciale verwachtingen, maar kijkt toch uit naar het moment dat de mentoren zich op het podium komen voorstellen.
Twee pollepels houdt de ceremoniemeester voor de zaal omhoog. Arthur Eger is overduidelijk een industrieel ontwerper: zwarte broek, coltrui, blazer en overtuigd van zijn gelijk. Hij vindt zijn eigen verkleurde en versleten roerhout een veel krachtiger produkt dan de bleke, identiteitsloze variant die hij zojuist uit de winkel haalde. Met dit simpele voorbeeld geeft hij zijn toehoorders een concreet houvast voor de abstracte discussies die komen.
Houvast is ook te vinden op de kleine tentoonstelling: designer’s bestek ligt er naast een Playmobil circus. Later duiken er twee pollepels op. Over een nieuwerwets koffiezetapparaat wordt snel een perspex doos geplaatst, want ontwerpers kijken met hun handen. Hun behoefte aan houvast werd het ding bijna fataal en hij moet weer heel terug naar Philips.
Souvenir
In alle uithoeken van het voormalig schoolgebouw aan de Nieuwelaan is zaterdag geroezemoes te horen. Acht groepen en evenveel mentoren proberen het geheim van de kracht van produkten te ontrafelen. Hoe kan een ontwerper via een produktde wereld beïnvloeden, wil men weten in studio vijf. Wordt de wereld gered met gerecycled plastic, vraagt groep acht zich af. En waarom is er nog nooit een acceptabel vakantie-souvenir ontworpen? De Oostenrijkse ontwerper Robert Stadler beseft dat zijn thema ‘het souvenir van de toekomst’ wat minder gewicht heeft dan, bijvoorbeeld, ‘ontspanning en kantoor’.
En die hele ethiek, ach dat is het meest flexibele begrip in de wereld. In een algemene ethiek is hij niet geïnteresseerd, laat de deelnemers hun persoonlijke ethiek maar opbouwen. En dat kan net zo goed aan de hand van een klein probleem, vindt Stadler.
Daarvoor moeten de hersens wel kraken. Ceremoniemeester Eger bezoekt alle studio’s en ziet hoe de mentoren de groepen sturen. Planmatige ontwerpers, idealistische architecten en intuïtieve kunstenaars: ze houden de studenten flink bezig.
,,We gaan meewerken aan een mentaliteitsverandering. Hoe kunnen we multimedia daarvoor gebruiken?” stelt mentor Andries van Onck. Maar hoe de groep ook zijn best doet, voorlopig komen ze niet verder dan onheilscenario’s. Iedereen zit straks eenzaam achter zijn eigen beeldscherm geplakt, een kwart van de bevolking voert al het werk uit. Ethiek blijkt een zware last.
Amulet
Naarmate de dag vordert neemt de loop naar de bar toe. Vooral de lolly’s blijken in trek. ,,Een goed excuus om even een kwartiertje niets te hoeven zeggen”, legt de verkoopster uit.
Maar een lolly doet geen wonderen. Tegen het borreluur zijn de meeste deelnemers echt leeg. Met een versufte blik druppelen ze de zaal in voor een tussenevaluatie. Er wordt instemmend geknikt als een mentor opmerkt: ,,We hebben door wouden van woorden gekapt.” De vragen blijken makkelijker te stellen dan de antwoorden te vinden. Als de discussies zich gaan herhalen slaat hier en daar de verveling toe. ,,Genoeg gepraat, we willen nu iets gaan dóén.” Hard nadenken over betere produkten levert vooralsnog geen briljante gedachten maar alleen jeukende handen op bij de io-ers.
In een wolk van verfdampen oefenen zes studenten giechelig een rollenspel. Presenteren is voor de studenten vertrouwd terrein. Zondagmiddag heerst in de lokaaltjes de opgewonden spanning van tijdgebrek, natte verf en zoeken naar een verlengsnoer. In de vuilcontainer scharrelt een meisje naar materiaal voor haar souvenir. Een amulet is haar idee.
,,Het hangt aan een ketting om je hals en slijt, verweert, verkleurt, neemt geur op, kortom: het vormt zich zoals je zelf tijdens je reis gevormd wordt. Ethisch? Eh… het is niet commercieel, geen kitsch en er is geen kinderarbeid uit de Derde Wereld voor nodig geweest. Mooi toch?”
Dressuurbaan
In de feestzaal is de popcorn uit het tapijt gezogen. De rockband en zijn zweetlucht zijn verwisseld voor een spreekstalmeester die met waarschuwende stem een bizarre collectie fantasieën aankondigt. Camera’s worden in de aanslag gehouden. De eerste groep struikelt het podium op.
Drie uur later is het publiek verzadigd. Ze hebben dia’s inmoordend tempo voorbij zien komen, sprekers in het midden van hun betoog vertwijfeld naar de rode draad zien zoeken, en een bombardement van boodschappen over zich heen gehad. Multimedia wordt een sprookjeswereld, de computer je beste maatje. Multimedia wordt een helse oncontroleerbare informatiemachine. Echte kracht is: geen produkten. De wereld wordt gered door uit gerecycled kunststof een dressuurbaan voor katten te maken. We naderen de vierde dimensie. Elk produkt moet vroeg of laat concurreren met een worteltje.
Het laatste woord is aan Arthur Eger. In ieder geval hij heeft in de chaos de grote lijn ontdekt. Met een minzaam glimlachje concludeert hij: ,,De resultaten zijn zo divers, de meningen lopen zover uiteen, dat er maar een conclusie mogelijk is: het produkt zelf heeft geen kracht, de gebruiker bepaalt de kracht. Ook ik zie het nu anders. De kracht zit niet in mijn gebruikte pollepel. Ik ben het die hem kracht toebedeelt.”
IO-workshop ‘Power of Products’
De sprookjeswereld van de multimedia. ‘Ali Baba met wonderlamp …

Comments are closed.