Campus

Nooit gebouwd

In ‘Nooit gebouwd Rotterdam’ staan niet gerealiseerde ontwerpen voor de Maasstad in de schijnwerpers. Dat levert een prachtige tentoonstelling op met veel aandacht voor Delftse architecten, megalomane wolkenkrabbers en pareltjes waarvan het jammer is dat ze nooit zijn gebouwd.

Wie Rotterdam met de trein binnenrijdt kan niet om het gifgroene gebouw van Nationale Nederlanden van architect en TU-hoogleraar Jo Coenen heen. Het is een van de blikvangers van de stad.
Zo had het kunnen zijn. Maar het ontwerp van Coenen werd nooit gerealiseerd. Coenen viste achter het net. Bij het station staan nu twee karakteristieke, zilverkleurige torens.

Na het verwoestende bombardement zeventig jaar geleden stond er buiten de Laurenskerk weinig meer overeind. De verwoeste Maasstad werd na de oorlog proeftuin voor architecten en stedenbouwkundigen. Parels als de Euromast, het Groothandelsgebouw en de Erasmusbrug waren het resultaat.

Veel interessante ontwerpen verdwenen in de prullenbak. De tentoonstelling ‘Nooit Gebouwd Rotterdam’ eert die ontwerpen. Daarbij gaat veel aandacht uit naar Delftse architecten, zoals Jo van den Broek, Winy Maas en Jo Coenen.
De tentoonstelling geeft de nooit gebouwde ontwerpen inventief weer. Op vier wanden is Rotterdam te zien vanuit de vier windrichtingen. Met behulp van lamellen verschijnen per windrichting achter elkaar drie soorten afbeeldingen: een luchtfoto van hoe Rotterdam er nu uitziet en twee artist’s impressions van Rotterdam als kleinstad en grootstad. De verschillen tussen de afbeeldingen zijn zo groot dat het verschillende steden lijken. De Maas, het spoor en de Laurenskerk zijn de enige constanten. Dat laat eens te meer zien hoe belangrijk gebouwen zijn voor de identiteit van een stad.

De afbeelding van Rotterdam als grootstad springt met spectaculaire wolkenkrabbers het meest in het oog. Als deze gebouwen waren gerealiseerd, had de stad pas echt de bijnaam ‘Manhattan aan de Maas’ verdiend. Een hoogtepunt is een gigantisch gebouw uit 1982 van toparchitect Rem Koolhaas dat uit met diagonale lijnen aan elkaar geschakelde delen bestaat.
Een ander voorbeeld is de avontuurlijke kikkerbrug. Deze bestaat uit een soort waterlelies en die kwam in 1998 uit de koker van de Brit William Alsop. De tentoonstelling zit vol met pareltjes, waarvan het jammer is dat ze nooit het levenslicht gezien hebben.

Hier tegenover staan projecten waarbij Rotterdammers de handen mogen dichtknijpen dat ze niet zijn gerealiseerd. Het bekendste voorbeeld daarvan is het ontwerp uit 1946 van een groot verkeersplein met een diameter van driehonderd meter – een soort Prins Clausplein in het centrum van Rotterdam. Daarnaast zou er een snelweg (Rotte-tracé) dwars door de binnenstad komen. De gevatte Rotterdammers noemden het plein al snel ‘Het Slakkenhuis’. Een verwijzing naar de vorm van de wegen en naar de filevorming die het ontwerp opleverde. Na protesten verdween het plan in de la.

Gelukkig is er ook veel aandacht voor megalomane gebouwen. Zoals een goudkleurige bal, die boven het Hofplein moest komen. Of de raketvormige Parktower, een ontwerp van Eamonn O’Mahony uit 2002. Met 375 meter zou dit het hoogste gebouw van Rotterdam worden.

‘Nooit gebouwd Rotterdam’ laat op overzichtelijke wijze zien hoe Rotterdam er uit had kunnen zien. De ontwerpen die het (net) niet haalden worden terecht in het zonnetje gezet. Daardoor is de tentoonstelling voor iedere geïnteresseerde in architectuur en stedenbouwkunde een must. Wie jeukende handen krijgt bij het zien van de ontwerpen, kan op de tentoonstelling zelf aan de slag met speciale bouwblokken in de vorm van de nooit gebouwde ontwerpen.

Nooit gebouwd Rotterdam’, Schielandshuis, Korte Hoogstraat 31 in Rotterdam. Di t/m zo 11 – 17 uur, entree € 5. Nog te zien t/m 22 augustus.
www.hmr.rotterdam.nl

 

Het ging om een actie van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb), de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS). In de folder pleiten ze onder meer voor eerlijke informatie en keren ze zich tegen gekunstelde meeloopdagen.

Met de folder benadrukken de studenten en scholierenorganisaties dat aankomende studenten louter glimmende voorlichtingsfolders met lachende studenten krijgen voorgeschoteld. “Waar de nadruk zou moeten liggen op inhoudelijke informatie, wordt voorlichtingsmateriaal nu vaak gebruikt als lokkertje,” aldus de voorzitters van de organisaties. “Niet zomaar vindt 73 procent van de studenten dat de voorlichting een te positief beeld gaf van hun huidige studie.”

De folder is een vervolg op een resolutie die studenten- en scholierenbonden vorig jaar aanboden. Daarin stonden concrete voorstellen om de studie- en beroepskeuzebegeleiding te verbeteren. Minister Plasterk gaf toen een 8 voor de resolutie, maar met de aanbevelingen is volgens de bonden bar weinig gedaan.

Naast eerlijke informatie pleiten de organisaties voor intakegesprekken, summer schools en een buddysysteem. Ook stellen zij voor om iedere scholier de mogelijkheid te geven om op willekeurige dagen met een student mee te lopen om zo een reëel beeld van het studentenleven te krijgen.

Uit een steekproef onder studenten blijkt dat 82% bereid is om mee te werken aan een dergelijk initiatief. Met deze heldere voorstellen verwachten de organisaties dit jaar niet alleen een hoog cijfer van de minister maar ook concrete maatregelen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.