Campus

Nostalgische geluiden

Computergeluid is al zo oud als de computer zelf. Op de tentoonstelling BliepBliep! zijn de meest opmerkelijke en herkenbare gamegeluiden verzameld en dat levert een feest der herkenning op.

,

Om veel meer dan een geel bekje dat streepjes opvreet gaat het
eigenlijk niet. Toch is Pacman (1980) van de Atari 2600 een van de
meest succesvolle games ooit. Meer nog dan de beelden spreekt het
geluid tot de verbeelding. Op de gang van het Techniek Ontmoetings Punt
(TOP) is namelijk al het stressvolle geluid te horen van de game. Een
lage toon klinkt voor elk streepjes dat in het bekje verdwijnt, terwijl
hij op de hielen wordt gezeten door roze spookjes. Als Pacman een
bolletje pakt en daardoor de spookjes op kan vreten, klinken
psychedelische hoge tonen als een snelle beat. Zonder ook maar iets te
zien, weet iemand die het spel ooit heeft gespeeld wat er op het scherm
gebeurt.
Natuurlijk laten de graphics te wensen over. Alles ziet er
door de ogen van een gamer uit 2010 ontzettend simpel uit. De spookjes
‘bewegen’ doordat blokjes aan de onderkant van hun lijf van de ene naar
de andere kant gaan. Maar dat doet niets af aan het spel en het
opfokkende geluid. Want zelfs nu nog is Pacman verslavend. Dat kan de
bezoeker aan den lijve ondervinden bij de tentoonstelling. Daar staat
namelijk een Atari 2600 met Pacman aangesloten op een televisie.

Al
zo lang er computers zijn, is er computergeluid. Een interessante
documentaire die op de tentoonstelling wordt vertoond, vertellen een
bejaarde man en vrouw over de berekeningen die zij uitvoerden op
computers. Dat waren toen nog reusachtige apparaten. Uit de apparaten
kwam volgens hen ‘te boem, te boem, te boem, pssss’. Aan dat geluid kon
een aantal medewerkers zelfs horen of een berekening goed was
uitgevoerd. Computersounds namen pas echt een grote vlucht, vooral voor
het grote publiek, met de introductie van (spel)computers als Atari,
Commodore, Nintendo en Sega.
De Commodore was daarvan de enige
spelcomputer waarop je zelf deuntjes kon maken. Op de tentoonstelling
is te zien dat hoe de Nederlander Jeroen Tel vanaf 1984 op zijn
Commodore melodietjes componeerde. Met zijn demomuziek vertrok hij naar
Londen, waar alle gameproducenten bij elkaar zaten. Daar verkocht hij
zijn muziek en componeerde onder meer voor de legendarische spellen
Lemmings, Robocop 3 en Golden Axe.

Het is fascinerend hoe Tel
driestemmige muziek met een harde beat uit de Commodore wist te halen.
Maar uiteindelijk is het toch het leukste om de spellen zelf te spelen
op de tentoonstelling. Helaas zijn er geen spellen te spelen met muziek
van Tel. Er is wel een Commodore 64 aanwezig, maar daarop kan alleen
het saaie ‘Lazarian’ gespeeld worden met behulp van een joystick. Het
karakteristieke toetsenbord met de snel opverende toetsen zit achter
glas. Het is een gemiste kans dat er niet geprogrammeerd mag worden op
de Commodore.

De bezoeker kan wel bij een oude MB Vectrex uit
1983 terecht. Dat was een computer met een ingebouwd klein beeldscherm.
Op de tentoonstelling is het schietspel ‘Minestorm’ te spelen. Met een
ruimteschip moet je stervormige, oplichtende creaties kapot schieten.

Even
verderop staat misschien wel het simpelste spel ooit gemaakt: Pong
(1975) van Atari. Bij dat spel hoef je niets anders te doen dan met een
balkje een balletje kaatsen. Het balkje wordt aangestuurd door een
draaiknop. Maar de gameplay is virtuoos in alle simpelheid. En ook het
geluid is geweldig. De zenuwslopende ‘pong’ als de bal het balkje
raakt, waarvan je nekharen overeind gaan staan en de vernietigende
bliep als er gemist wordt.  

BliepBliep! is tot en met 2 mei te zien in TOP Delft, Hippolytusbuurt 14.

Less boring articles and more student orientated news. These are some of the issues this sTU Delta wishes to address. As a result of the lack of appealing communication students don’t feel connected with the university enough and have a lack of awareness of what’s going on at TU Delft. Information should therefore be more aimed at students and more accessible. This brings the need for more student involvement in the communication process. Rector Magnificus prof.dr.ir Jacob Fokkema: “Students can only be part of the academic community if they can leave their mark on it.”
So where did the idea for the sTU Delta come from? For the origin of this idea we have to go back four years in time. It was then that the first of a series of meetings took place called ‘The paper: reading with the rector’. These are discussion evenings among the rector magnificus and students. The rector visits the students at their student house to discuss the news from a student perspective. The ‘harde knip’ (the Bsc-before-Msc rule), but also the consequence of the recession for students are typical subjects being evaluated at such evenings.
The meetings are very informal. ‘My name is Jacob, not rector magnificus’ is the first remark of Jacob Fokkema.
An issue that often returns at such evenings is the lack of communication mentioned above. During one of the meetings with the rector the idea was proposed that students could make their own Delta: the sTU Delta. This Delta is the perfect medium for informing students about what’s going on at the university.
The most recent meeting was held at villa Solheim, a large, monumental student house. This villa accommodates 28 students, all member of the student association DSC. At this beautiful location the first ‘reading the paper with the rector’ took place about four years ago. Now, several years later, the sTU Delta was present and spoke with the rector about this special news paper. Fokkema, or should we say Jacob, is very enthusiastic about the initiative. “The fact that so many international students are involved already makes it a success.”
Fokkema enjoys these evenings among students as he still considers himself to be ‘a bit of a student’. He doesn’t doubt the level motivation of students. “At these evenings I learned that students are really proud of their university. It’s not true that students are lazy as is sometimes suggested.”
Fokkema really values the voice of the students: ‘The Delta should offer more student opinions and discussions’. For this reason the rector, who will abdicate in January 2010, emphasizes: ‘I hope my successor will continue these meetings. I consider these evenings not just a personal activity, but an integral part of the role of rector magnificus.’ 
So how did this idea result in the paper you are reading now?
In March TU students had the possibility to apply for the editorial team. Eventually a team of 15 students was invited. This team, half of which being international students, worked on Delta for the past month. They wrote all the articles, arranged interviews, made pictures, drew cartoons and changed the lay-out.
During the whole process a lot of editorial meetings took place to discuss the progress.
The existing Delta editorial team was available for advice.
And this is the result! One of the most noticeable changes is that there are more English articles, doing justice to the number of international students.
You won’t find an international page though, because all articles are for all students. Some specific subjects that mainly concern Dutch students are written in Dutch.
And there is more. A girl’s page can be found as well as more scientific articles. Furthermore there are articles about student projects, Dreamteams, and news articles from the student perspective. To top it all off you’ll find critical articles and cartoons.

Without further ado, we present to you sTU Delta. Enjoy it!

Om veel meer dan een geel bekje dat streepjes opvreet gaat het
eigenlijk niet. Toch is Pacman (1980) van de Atari 2600 een van de
meest succesvolle games ooit. Meer nog dan de beelden spreekt het
geluid tot de verbeelding. Op de gang van het Techniek Ontmoetings Punt
(TOP) is namelijk al het stressvolle geluid te horen van de game. Een
lage toon klinkt voor elk streepjes dat in het bekje verdwijnt, terwijl
hij op de hielen wordt gezeten door roze spookjes. Als Pacman een
bolletje pakt en daardoor de spookjes op kan vreten, klinken
psychedelische hoge tonen als een snelle beat. Zonder ook maar iets te
zien, weet iemand die het spel ooit heeft gespeeld wat er op het scherm
gebeurt.
Natuurlijk laten de graphics te wensen over. Alles ziet er
door de ogen van een gamer uit 2010 ontzettend simpel uit. De spookjes
‘bewegen’ doordat blokjes aan de onderkant van hun lijf van de ene naar
de andere kant gaan. Maar dat doet niets af aan het spel en het
opfokkende geluid. Want zelfs nu nog is Pacman verslavend. Dat kan de
bezoeker aan den lijve ondervinden bij de tentoonstelling. Daar staat
namelijk een Atari 2600 met Pacman aangesloten op een televisie.

Al
zo lang er computers zijn, is er computergeluid. Een interessante
documentaire die op de tentoonstelling wordt vertoond, vertellen een
bejaarde man en vrouw over de berekeningen die zij uitvoerden op
computers. Dat waren toen nog reusachtige apparaten. Uit de apparaten
kwam volgens hen ‘te boem, te boem, te boem, pssss’. Aan dat geluid kon
een aantal medewerkers zelfs horen of een berekening goed was
uitgevoerd. Computersounds namen pas echt een grote vlucht, vooral voor
het grote publiek, met de introductie van (spel)computers als Atari,
Commodore, Nintendo en Sega.
De Commodore was daarvan de enige
spelcomputer waarop je zelf deuntjes kon maken. Op de tentoonstelling
is te zien dat hoe de Nederlander Jeroen Tel vanaf 1984 op zijn
Commodore melodietjes componeerde. Met zijn demomuziek vertrok hij naar
Londen, waar alle gameproducenten bij elkaar zaten. Daar verkocht hij
zijn muziek en componeerde onder meer voor de legendarische spellen
Lemmings, Robocop 3 en Golden Axe.

Het is fascinerend hoe Tel
driestemmige muziek met een harde beat uit de Commodore wist te halen.
Maar uiteindelijk is het toch het leukste om de spellen zelf te spelen
op de tentoonstelling. Helaas zijn er geen spellen te spelen met muziek
van Tel. Er is wel een Commodore 64 aanwezig, maar daarop kan alleen
het saaie ‘Lazarian’ gespeeld worden met behulp van een joystick. Het
karakteristieke toetsenbord met de snel opverende toetsen zit achter
glas. Het is een gemiste kans dat er niet geprogrammeerd mag worden op
de Commodore.

De bezoeker kan wel bij een oude MB Vectrex uit
1983 terecht. Dat was een computer met een ingebouwd klein beeldscherm.
Op de tentoonstelling is het schietspel ‘Minestorm’ te spelen. Met een
ruimteschip moet je stervormige, oplichtende creaties kapot schieten.

Even
verderop staat misschien wel het simpelste spel ooit gemaakt: Pong
(1975) van Atari. Bij dat spel hoef je niets anders te doen dan met een
balkje een balletje kaatsen. Het balkje wordt aangestuurd door een
draaiknop. Maar de gameplay is virtuoos in alle simpelheid. En ook het
geluid is geweldig. De zenuwslopende ‘pong’ als de bal het balkje
raakt, waarvan je nekharen overeind gaan staan en de vernietigende
bliep als er gemist wordt.  

BliepBliep! is tot en met 2 mei te zien in TOP Delft, Hippolytusbuurt 14.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.