Volgens een internationaal samengestelde VSNU-commissie is het civiel technisch onderzoek in Delft over het algemeen van hoge tot zeer hoge kwaliteit en behorend tot de internationale top.
Twee van de zeventien onderzoeksgroepen bij Civiele Techniek zijn op alle fronten ‘excellent’, terwijl offshore technologie en civiele bedrijfskunde tot de mindere goden behoren.
,,Ja, het geeft een goed gevoel; het is een opsteker voor de faculteit”, zegt dekaan prof.dr.ir. J. Blaauwendraad over de uitslag. De eigen indruk van de faculteit werd bevestigd: ,,De grote programma’s blijken de sterkste en de hele kleintjes de zwakke broeders. Op dat laatste zullen we beleid voeren, maar we hebben wel gezegd: weeg ze naar het volume en zet erbij om hoeveel procent van al het onderzoek het hier gaat. Dat is niet helemaal gebeurd. De commissie op haar beurt vroeg zich weer af: zijn wij niet te subkritisch, want is er niet een minimum nodig voor goed onderzoek?”
Wat offshore technologie betreft vindt de dekaan het jammer dat alleen de kleine Civiel-staf is gewogen, terwijl hier sprake is van een werkgroep in breder verband waarin vier faculteiten samenwerken. Verzachtende omstandigheid bij de groep-Smook, die op alle fronten negatief is beoordeeld, is volgens hem dat de huidige hoogleraar de groep uit een diep dal moet halen aangezien zijn voorganger zes jaar geleden al vertrok. Op aanraden van de commissie zal de groep samenwerken met civiele technologie en management in Twente, waarvoor al gesprekken zijn gevoerd. (H.O.)
Volgens een internationaal samengestelde VSNU-commissie is het civiel technisch onderzoek in Delft over het algemeen van hoge tot zeer hoge kwaliteit en behorend tot de internationale top. Twee van de zeventien onderzoeksgroepen bij Civiele Techniek zijn op alle fronten ‘excellent’, terwijl offshore technologie en civiele bedrijfskunde tot de mindere goden behoren.
,,Ja, het geeft een goed gevoel; het is een opsteker voor de faculteit”, zegt dekaan prof.dr.ir. J. Blaauwendraad over de uitslag. De eigen indruk van de faculteit werd bevestigd: ,,De grote programma’s blijken de sterkste en de hele kleintjes de zwakke broeders. Op dat laatste zullen we beleid voeren, maar we hebben wel gezegd: weeg ze naar het volume en zet erbij om hoeveel procent van al het onderzoek het hier gaat. Dat is niet helemaal gebeurd. De commissie op haar beurt vroeg zich weer af: zijn wij niet te subkritisch, want is er niet een minimum nodig voor goed onderzoek?”
Wat offshore technologie betreft vindt de dekaan het jammer dat alleen de kleine Civiel-staf is gewogen, terwijl hier sprake is van een werkgroep in breder verband waarin vier faculteiten samenwerken. Verzachtende omstandigheid bij de groep-Smook, die op alle fronten negatief is beoordeeld, is volgens hem dat de huidige hoogleraar de groep uit een diep dal moet halen aangezien zijn voorganger zes jaar geleden al vertrok. Op aanraden van de commissie zal de groep samenwerken met civiele technologie en management in Twente, waarvoor al gesprekken zijn gevoerd. (H.O.)
![](https://delta.tudelft.nl/wp-content/uploads/2023/08/Delta_favicon.png)
Comments are closed.