Per ongeluk vuren op eigen troepen. Radar kan het voorkomen en veroorzaken. Zondag schoot een Amerikaanse Patriotraket een Brits Tornadogevechtsvliegtuig neer.
Een onbekend stipje op je beeldscherm. De radar heeft iets opgepikt. Het stipje komt snel dichterbij. Het is een vliegtuig. Maar is het een vriend of een vijand? Je vraagt de piloot van het vliegtuig zich te identificeren. Geen reactie. Je moet nú kiezen: schieten of de kans lopen dat je zelf beschoten wordt. Je schiet. Het was een vriend.
Een dergelijk scenario is de vermoedelijke oorzaak dat een Amerikaanse Patriotraket afgelopen zondag een Brits Tornadogevechtsvliegtuig neerschoot.
Het zou niet de eerste keer zijn dat verkeerde interpretatie van radarsignalen tot een vliegtuigongeluk leidt. De radardeskundigen van het Amerikaanse marineschip USS Vincennes zagen in juli 1988 een Iraans passagiersvliegtuig aan voor een Iraans F14-gevechtsvliegtuig. Het resultaat: 290 doden. In ’83 schoot een Russische gevechtspiloot na radarwaarschuwingen een Koreaans vliegtuig uit de lucht. Alle 269 inzittenden kwamen om het leven.
,,Een radar kan wel zien dát er iets vliegt, maar niet wát er vliegt”, reageert David Davidson van telecommunicatie en teleobservatietechnologie van de faculteit ITS.
Davidson – gasthoogleraar van de universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika) % legt het principe van radartechnologie uit. ,,Er wordt door een radarstation een signaal uitgezonden. Als dit signaal wordt gereflecteerd, dan weet het radarstation dat zich op een bepaalde locatie een object bevindt. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van het Doppler-effect wordt daarnaast vastgesteld in welke richting het object beweegt en met welke snelheid.”
Maar met een radar kan dus niet het verschil gedetecteerd worden tussen een Britse Tornado en een Irakese Mig? Davidson: ,,Nee, een radar ziet hoogstens het verschil tussen een groot en een klein object.”
Om de kans op vergissingen te verkleinen wordt daarom een extra techniek ter herkenning van vrienden en vijanden toegepast. Vliegtuigen zijn uitgerust met een zogenaamd Identification Friend or Foe (IFF)-systeem.
Davidson: ,,Dit principe bestaat al sinds de Tweede Wereldoorlog en wordt ook gebruikt door civiele luchtverkeersleidingen. Als een vliegtuig gedetecteerd wordt, zendt het boordsysteem een signaal terug naar het betreffende radarstation. Dat signaal bestaat uit een code, bijvoorbeeld: hier vliegt een Britse Tornado.”
Davidson vermoedt dat daar iets is misgegaan. ,,Het IFF-systeem kan natuurlijk falen. Een vliegtuig dat op lage hoogte vliegt wordt soms pas enkele kilometers voor een radarstation gedetecteerd. Dan moet een Patriotsysteem in zeer korte tijd beslissen of een vliegtuig een bedreiging is of niet. In de fog of war wordt dan wel eens de verkeerde beslissing genomen.”
Een onbekend stipje op je beeldscherm. De radar heeft iets opgepikt. Het stipje komt snel dichterbij. Het is een vliegtuig. Maar is het een vriend of een vijand? Je vraagt de piloot van het vliegtuig zich te identificeren. Geen reactie. Je moet nú kiezen: schieten of de kans lopen dat je zelf beschoten wordt. Je schiet. Het was een vriend.
Een dergelijk scenario is de vermoedelijke oorzaak dat een Amerikaanse Patriotraket afgelopen zondag een Brits Tornadogevechtsvliegtuig neerschoot.
Het zou niet de eerste keer zijn dat verkeerde interpretatie van radarsignalen tot een vliegtuigongeluk leidt. De radardeskundigen van het Amerikaanse marineschip USS Vincennes zagen in juli 1988 een Iraans passagiersvliegtuig aan voor een Iraans F14-gevechtsvliegtuig. Het resultaat: 290 doden. In ’83 schoot een Russische gevechtspiloot na radarwaarschuwingen een Koreaans vliegtuig uit de lucht. Alle 269 inzittenden kwamen om het leven.
,,Een radar kan wel zien dát er iets vliegt, maar niet wát er vliegt”, reageert David Davidson van telecommunicatie en teleobservatietechnologie van de faculteit ITS.
Davidson – gasthoogleraar van de universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika) % legt het principe van radartechnologie uit. ,,Er wordt door een radarstation een signaal uitgezonden. Als dit signaal wordt gereflecteerd, dan weet het radarstation dat zich op een bepaalde locatie een object bevindt. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van het Doppler-effect wordt daarnaast vastgesteld in welke richting het object beweegt en met welke snelheid.”
Maar met een radar kan dus niet het verschil gedetecteerd worden tussen een Britse Tornado en een Irakese Mig? Davidson: ,,Nee, een radar ziet hoogstens het verschil tussen een groot en een klein object.”
Om de kans op vergissingen te verkleinen wordt daarom een extra techniek ter herkenning van vrienden en vijanden toegepast. Vliegtuigen zijn uitgerust met een zogenaamd Identification Friend or Foe (IFF)-systeem.
Davidson: ,,Dit principe bestaat al sinds de Tweede Wereldoorlog en wordt ook gebruikt door civiele luchtverkeersleidingen. Als een vliegtuig gedetecteerd wordt, zendt het boordsysteem een signaal terug naar het betreffende radarstation. Dat signaal bestaat uit een code, bijvoorbeeld: hier vliegt een Britse Tornado.”
Davidson vermoedt dat daar iets is misgegaan. ,,Het IFF-systeem kan natuurlijk falen. Een vliegtuig dat op lage hoogte vliegt wordt soms pas enkele kilometers voor een radarstation gedetecteerd. Dan moet een Patriotsysteem in zeer korte tijd beslissen of een vliegtuig een bedreiging is of niet. In de fog of war wordt dan wel eens de verkeerde beslissing genomen.”

Comments are closed.