Campus

Sport

Met een tweede plaats voor de dames en een vierde voor de herenploeg kunnen de handballers van Torius in tevredenheid terugblikken op hun zaalcompetitiedebuut.

“Omdat we er wat nieuwelingen bij hadden, duurde het even voordat we goed waren ingespeeld”, vertelt Sylvia Looijenstijn over het vrouwenteam. “Dat kostte ons enkele punten in de beginfase. Daarna is het steeds beter gegaan.” Om zich te kunnen inschrijven voor de
officiële competitie, zocht de studentenvereniging aansluiting met burgerhandbalclub EDH. Als EDH/Torius 2 kwam het damesstudententeam uit in de vijfde klasse. Van de twaalf duels werden er acht gewonnen. Looijenstijn: “We hebben door een administratieve fout ook nog een wedstrijd op papier verloren, anders waren we gelijk geëindigd met kampioen HVV’70.”
De heren, die in een gecombineerd team met EDH-leden uitkwamen, sloten zondag de competitie in Warmond af met een 24-18 nederlaag tegen het plaatselijke Warmundia. Van de veertien duels werden er negen gewonnen. Volgens Jorrit Hoefnagel voltrok zich hetzelfde patroon als bij de vrouwen: “Bij de eerste wedstrijd hadden we nog niet een keer samen getraind. Het ging daarna steeds beter. De samenwerking ging goed, al hadden we een enkele keer wat personeelsproblemen.” Deze week wordt in overleg met EDH besloten of het samenwerkingscontract voor één seizoen een vervolg krijgt.
Het clubkampioenschap van tennisvereniging Obvius is eveneens achter de rug. Mark Versteegh had het zwaar. De beste clubspeler stond op de slotdag zo’n beetje vanaf tien uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds non stop op de baan om liefst vier partijen af te werken. De finales heren enkel en heren dubbel, beiden op derdeklasseniveau, zette hij in winst om, net als de halve finale in het gemengd dubbel. De eindstrijd daarvan ging als enige die dag verloren. Bij de dames ging de winst in de hoogste categorie (3) als gebruikelijk naar Femke Verhaar.
De heren volleyballers van Punch werken intussen stug verder aan het veroveren van de titel in de promotieklasse A. Afgelopen zaterdag werd in Wijkersloot NVC met 3-1 opzijgezet. Na een moeizame eerste (23-25) en iets vloeiender lopende tweede set (20-25), haperde de gastploeg in de derde, die met 25-18 verloren ging. “We begonnen zwak”, verklaart aanvoerder Bas Spikman. “Die snelle achterstand hebben we niet meer ingehaald. In de vierde set hebben we het door keihard werken gelukkig met een 27-25 setwinst kunnen afmaken.” Als vrijdag in de voorlaatste competitiewedstrijd met minimaal 3-1 gewonnen wordt van Vollingo is de buit definitief binnen. De wedstrijd op het sportcentrum vangt aan om 21.30 uur.
De damesploeg van Punch vergaat het na een nieuwe nederlaag (3-1 bij Velo) overigens een stuk minder. De gepromoveerde ploeg van coach Bert Hogervorst moet in de laatste drie duels alle zeilen bijzetten om degradatie te voorkomen.

”Meanders zijn een typisch laaglandverschijnsel”, zegt prof.dr.ir. Huib de Vriend van Civiele Techniek en Geowetenschappen en Deltares, een Delfts onderzoeksinstituut. “Het is een stroom die slingerend zijn weg graaft door zijn eigen sediment”. Vrij meanderende rivieren zijn nog te vinden in dunbevolkte gebieden als het Amazonebekken en Siberië. In ons land zijn de rivieren ingedijkt en zijn de grootste kronkels afgestoken. Rijkswaterstaat wil meer ruimte voor de rivieren, mits het zeker is dat de rivier binnen de toegewezen bedding blijft. Maar hoe weet je dat bij zo’n machtige stroom?
Ir. Alessandra Crosato ontwikkelde na haar studie aan de universiteit van Padua een numeriek model dat het meanderende gedrag van rivieren beschrijft. Dit gebeurt op basis van omgevingsfactoren zoals de afvoer, de verhouding tussen breedte en diepte, de eigenschappen van het zand en het grind in de rivier (het sediment) en de ruwheid van de rivierbedding.
Ze publiceerde het programma ‘Miandras’ en deed proeven in het Waterloopkundig Laboratorium van Delft Hydraulics in de Noordoostpolder. Maar daar bleef het bij. Crosato ging meer praktisch aan de slag als projectmanager bij diverse waterbouwkundige projecten in onder andere Venetië.

Simpel
Jaren later heeft ze haar onderzoek weer opgepakt en zie daar: het inmiddels twintig jaar oude model was nog steeds niet achterhaald. Ze hoopt er volgende week op te promoveren bij prof. Huib de Vriend.
“Het is een simpel en transparant model, dat ik graag gebruik om uit te leggen hoe het meanderen in zijn werk gaat”, zegt De Vriend. Een meander ontstaat doordat een stroming door een bepaalde verstoring wordt afgebogen. Dat kan een kei in de bodem zijn, een omgevallen boom of een andere bodemlaag. Dat leidt tot veranderingen in de snelheidsverdeling in de rivier, maar de bodemwrijving middelt dat na verloop van tijd weer uit. Dat geeft een bepaalde aanpassingslengte, waarover de verstoring exponentieel uitdooft.
Maar er is nog een lengteschaal in het spel: die van de aanpassing van de rivierbedding. In een bocht schuurt de rivier de buitenbocht uit en zet het sediment aan de binnenbocht weer af, waardoor die ondieper wordt. De lengte waarover dat proces van herverdeling van sediment zich afspeelt is de tweede lengte. De Vriend: “Nu hebben we twee gekoppelde aanpassingsprocessen. Dat geeft een systeem dat kan resoneren of uitdempen, al naar gelang van de onderlinge verhoudingen.”
Beide extremen komen voor in de natuur. Er zijn eindeloze meanders die grote regelmaat vertonen. Je vindt rivieren die bestaan uit meerdere vlechtende geulen en rivieren die vrijwel rechtdoor gaan. Het is een mooi beschrijvend model, vindt De Vriend, maar je kunt er niet echt voorspellingen mee doen.
Crosato ziet dat anders (’I must talk to Huib’) en wijst op de statistische benadering. Als je bijvoorbeeld wilt weten hoe een rivier zal reageren op een ingreep in de bedding, pas je het model zo goed mogelijk aan op de huidige situatie. Daarna bouw je de ingreep in en varieer je verschillende parameters, waarna je telkens opnieuw de oplossing berekent. Door dat een groot aantal keren te doen (het is een korte berekening) krijg je een bundel van oplossingen waarbinnen de meest waarschijnlijke zich aftekent.
Eigenlijk vindt Crosato het fundamentele deel van haar onderzoek veel interessanter dan de toepassingen. Ze wijst geestdriftig op een eenvoudige formule die aangeeft hoe een rivier zich gedraagt. Is een zekere waarde ‘m’ kleiner dan 1, dan zijn er geen meanders. Ligt ‘m’ tussen de 1 en 2,5 dan treden er wel meanders op. En als ‘m’ nog groter wordt, dan valt de hele stroom in een vlechtwerk van kleine stroompjes uiteen. Een machtige stroom, gevangen in een klein formuletje.

Alessandra Crosato: ‘Analysis and Modelling of River Meandering’, promotie 22 september 2008.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.