Campus

Sportgek – Peter de Vries (schaatsen, wielrennen, hardlopen)

Als jongeling deed Peter de Vries (22) aan hockey. Drie keer per week, in een gezelligheidsteam. Voor zijn zeventiende verjaardag gaf zijn vader hem nieuwe schaatsen. Konden ze samen weer eens het ijs op, net als vroeger.


Klasgenoten namen hem mee naar een training van Schaats Trainingsgroep Wageningen. Drie weken later reed hij mee op de clubkampioenschappen. “Op de 500 meter ging het verbazend goed, maar op de 1500 meter kwam ik de man met de hamer tegen. Op het laatste rechte stuk ging ik onderuit, kruipend heb ik de finish gehaald.”


Hij stopte met hockey, het team viel toch uit elkaar, en besloot zich serieus toe te leggen op schaatsen. “Tijdens mijn eindexamenjaar trainde ik tweemaal per week, soms reed ik een wedstrijd op de ijsbaan in Utrecht. Na een tijd ging ook de 1500 meter goed.”


Bij aanvang van zijn studie civiele techniek in 2007 werd hij lid van Effe Lekker Schaatsen (ELS). Daar leerde hij pas het echte schaatsen, naar eigen zeggen. Het leverde hem enkele klassementszeges op in het interuniversitaire toernooicircuit, maar daaraan hecht hij weinig waarde. “Het niveau daarvan is niet zo hoog. Het gaat mij ook niet zozeer om het winnen, maar om het verbeteren van mijzelf. Mijn eerste doelstelling was om de 500 meter een keer onder de veertig seconden te rijden. Dat is met driehonderdste gelukt afgelopen seizoen.” Zijn huidige pr’s zijn 39.97 (500 meter) en 2.03.56 (1500). “Op de 1500 meter wil ik ooit onder de twee minuten rijden, dat wordt een stuk lastiger.”


De Elfstedentocht wil hij nog wel eens meemaken, maar verder acht hij schaatsen op natuurijs met al die hobbels en scheuren slecht voor zijn techniek. “Dat gaat ten koste van je prestaties op de baan. Afgelopen seizoen heb ik heel fanatiek getraind en expres niet op natuurijs gestaan.” Jammer dat ELS maar twee keer anderhalf uur trainingstijd heeft op de Uithof. “Dat is best weinig. Ik ga op eigen gelegenheid altijd nog een derde keer trainen. Als ik de optie had om vijf keer per week te trainen, zou ik dat zo doen.”

Schaatsen vindt hij mooi vanwege de snelheid die je door eigen beweging ontwikkelt, maar ook vanwege de combinatie van techniek en kracht. “Als je veel kracht hebt, bijvoorbeeld hard kunt fietsen, kun je nog niet per se hard schaatsen. En als je veel techniek hebt, maar een stukje kracht plus conditie mist, ga je ook niet zo hard als je zou willen.”


Buiten het schaatsseizoen doet hij aan krachttraining, fietsen en hardlopen. Dat laatste gecombineerd met oefeningen als schaatssprongen, trappetjes oprennen en dergelijke. “Op hardlopen ben ik niet gebouwd, daar krijg ik spierpijn van. Fietsen vind ik wel leuk. Heel soms zijn er in de winter momenten dat ik ernaar verlang om in de zomer op de fiets te zitten. Dan ben ik de ijsbaan even beu.”

Rector magnificus Karel Luyben lust ook wel een biertje bij de Delftsche Studenten Bond tijdens zijn rondje dinsdagavond langs de studentenverenigingen. Maar daarvoor moet hij eerst wel in een kroonluchter klimmen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.