De auteur is medewerker van Delta Veel studenten klagen over het onderwijs bij Industrieel Ontwerpen, maar studievereniging i.d maakt geen vuist.De als ‘confronterend tweegesprek’ geafficheerde discussie gaat op onnavolgbare wijze van start:,,Wat zijn de problemen bij IO?”IO-student Smeels: ,,Er zijn vooral capaciteitsproblemen bij vakken.
Maar de faculteit doet heel veel aan het oplossen van problemen.”
Decaan Dirken: ,,Omwille van de discussie zal ik het dan maar oneens zijn met Erik.”
Vraag een willekeurige IO’er naar een mening over zijn studie en er volgt een stortvloed aan klachten over onderwijs, begeleiding en faciliteiten. En bij studentenvakbond VSSD is IO de studie waarover studenten het meeste komen klagen. Is de tevreden Erik Smeels dan zo’n bijzondere student?
Ja, want hij zit namens studievereniging i.d in het faculteitsbestuur. Normaliter zou een studievereniging smullen van de kans om de decaan van de faculteit in het openbaar kritisch aan de tand te voelen. Maar niet i.d. Deze club van IO-studenten opereert liever in de schaduw van de macht dan openlijk een aantal pijnlijke zaken aan de orde te stellen.
Want Dirken heeft natuurlijk wel het een en ander uit te leggen. Waar dat extra geld voor industrieel ontwerpen blijft. Of waarom nieuwe computers zo lang op zich lieten wachten. En het onderwijs kan natuurlijk altijd beter, net als die vervelende clustering van de faculteiten. Hoe zit het met de nieuwbouw, of de moeizame financiële ondersteuning voor studenten die gedwongen moesten overstappen naar het vijfjarig programma.
Maar met een i.d’er als tegenstander kan Dirken rustig achteroverleunen. Dit tweegesprek is hooguit confronterend voor de studievereniging zelf. Of niet, want al jarenlang conformeert i.d zich liever aan de heersende faculteitspolitiek. Wanneer is de bult voor het laatst bezet door ontevreden studenten?
Toegegeven, met Maagdenhuisdiplomatie komt een student er niet, maar je kunt het een faculteit wel erg makkelijk maken. Zo zijn de verkiezingen voor faculteits- of studentenraad op IO een farce. Studenten hoeven alleen maar te gaan stemmen om de opkomstdrempel te halen. Er is immers maar één partij: i.d-onderwijs, die bovendien zonder programma werkt. En waarom weigert i.d sinds een paar jaar mee te werken aan de Méér-dan-konsumentengids? Bang dat de zorgvuldig opgebouwde relatie met faculteit en docent bekoelt?
Deze volgzaamheid leidt op termijn tot een verzwakking van de onderhandelingspositie van i.d. Een studievereniging die als motto nog altijd ‘het behartigen van de belangen van IO-studenten’ heeft, moet ook buitenshuis een kritisch geluid durven uiten om binnen serieus genomen te worden.
Met de volwassenheid van IO verdienen studenten een volwassen vertegenwoordiging, die los komt van het navelstaren en te krappe faculteitsbanden.
,,Ontwerpers moeten goed kunnen omgaan met kritiek”, zo wordttoekomstige studenten tijdens voorlichtingsdagen verteld. Waar is i.d dan bang voor?
Veel studenten klagen over het onderwijs bij Industrieel Ontwerpen, maar studievereniging i.d maakt geen vuist.
De als ‘confronterend tweegesprek’ geafficheerde discussie gaat op onnavolgbare wijze van start:
,,Wat zijn de problemen bij IO?”
IO-student Smeels: ,,Er zijn vooral capaciteitsproblemen bij vakken. Maar de faculteit doet heel veel aan het oplossen van problemen.”
Decaan Dirken: ,,Omwille van de discussie zal ik het dan maar oneens zijn met Erik.”
Vraag een willekeurige IO’er naar een mening over zijn studie en er volgt een stortvloed aan klachten over onderwijs, begeleiding en faciliteiten. En bij studentenvakbond VSSD is IO de studie waarover studenten het meeste komen klagen. Is de tevreden Erik Smeels dan zo’n bijzondere student?
Ja, want hij zit namens studievereniging i.d in het faculteitsbestuur. Normaliter zou een studievereniging smullen van de kans om de decaan van de faculteit in het openbaar kritisch aan de tand te voelen. Maar niet i.d. Deze club van IO-studenten opereert liever in de schaduw van de macht dan openlijk een aantal pijnlijke zaken aan de orde te stellen.
Want Dirken heeft natuurlijk wel het een en ander uit te leggen. Waar dat extra geld voor industrieel ontwerpen blijft. Of waarom nieuwe computers zo lang op zich lieten wachten. En het onderwijs kan natuurlijk altijd beter, net als die vervelende clustering van de faculteiten. Hoe zit het met de nieuwbouw, of de moeizame financiële ondersteuning voor studenten die gedwongen moesten overstappen naar het vijfjarig programma.
Maar met een i.d’er als tegenstander kan Dirken rustig achteroverleunen. Dit tweegesprek is hooguit confronterend voor de studievereniging zelf. Of niet, want al jarenlang conformeert i.d zich liever aan de heersende faculteitspolitiek. Wanneer is de bult voor het laatst bezet door ontevreden studenten?
Toegegeven, met Maagdenhuisdiplomatie komt een student er niet, maar je kunt het een faculteit wel erg makkelijk maken. Zo zijn de verkiezingen voor faculteits- of studentenraad op IO een farce. Studenten hoeven alleen maar te gaan stemmen om de opkomstdrempel te halen. Er is immers maar één partij: i.d-onderwijs, die bovendien zonder programma werkt. En waarom weigert i.d sinds een paar jaar mee te werken aan de Méér-dan-konsumentengids? Bang dat de zorgvuldig opgebouwde relatie met faculteit en docent bekoelt?
Deze volgzaamheid leidt op termijn tot een verzwakking van de onderhandelingspositie van i.d. Een studievereniging die als motto nog altijd ‘het behartigen van de belangen van IO-studenten’ heeft, moet ook buitenshuis een kritisch geluid durven uiten om binnen serieus genomen te worden.
Met de volwassenheid van IO verdienen studenten een volwassen vertegenwoordiging, die los komt van het navelstaren en te krappe faculteitsbanden.
,,Ontwerpers moeten goed kunnen omgaan met kritiek”, zo wordttoekomstige studenten tijdens voorlichtingsdagen verteld. Waar is i.d dan bang voor?

Comments are closed.