TU komt aio’s tegemoet met forse loonsverhoging

Dat is evenveel als een aio nu in zijn vierde jaar verdient. Voorheen begon een jonge promovendus met een minimumsalaris van nog geen 2200 gulden. Onderzoekers die voor 1 september begonnen zijn, krijgen een ophoging van hun loon tot het nieuwe niveau.

Naast de loonsverhoging worden de ongeveer achthonderd promovendi van de TU opgenomen in een systeem van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Dit betekent dat er tenminste eens per jaar een evaluatie en een beoordeling van het werk moet plaatsvinden door de begeleidende hoogleraar.

Volgens drs. K.M. van den Ordel van de staf van het college zijn deze veranderingen niet de kern van de zaak: ,,Belangrijker is dat beginnende onderzoekers dezelfde rechtspositie krijgen als de rest van het personeel.” Wat de nieuwe regeling kost is volgens Van den Ordel nog niet duidelijk. Wel staat vast dat de faculteiten dit grotendeels zelf zullen betalen. Het college zou een tegemoetkoming in het vooruitzicht hebben gesteld door middel van een promotiepremie.

De voorzitter van het Delfts aio-overleg, Nelleke Guequierre, is tevreden over de maatregelen. Zij vindt het een ‘waardering voor het werk van de promovendus’. ,,De aio werd altijd apart behandeld en afgeschilderd als de sukkel die wel voor weinig geld wilde werken. Nu wordt hij gezien als een normale werknemer die serieus onderzoek doet. En er komt eindelijk een eind aan de verschillende salarissen die faculteiten hun aio’s gaven.” De voorzitter spreekt van ‘een slimme zet’ van de TU.

De loonsverhoging en garanties voor Delftse aio’s volgen op maatregelen die de andere TU’s eerder namen om het het aio-schap aantrekkelijker te maken. De instellingen hopen meer afstudeerders te interesseren voor het vierjarige aio-schap. Volgens de faculteiten zijn promotieplaatsen nauwelijks meer op te vullen door de concurrentie van het bedrijfsleven. Voor de zomer kondigde collegevoorzitter De Voogd al ‘meer competitieve voorwaarden’ aan voor aio’s.

Een enquête onder meer dan honderd afgehaakte aio’s laat zien dat zij vooral stoppen vanwege onvoldoende begeleiding, een slechte verhouding met de begeleider en eenzaamheid tijdens het onderzoek. Opvallend is dat het lage inkomen niet als grote hindernis wordt ervaren.

Het salaris van assistenten-in-opleiding (aio’s) gaat fors omhoog. Een beginnende aio krijgt per 1 september bijna 3800 gulden bruto per maand. Dat is evenveel als een aio nu in zijn vierde jaar verdient. Voorheen begon een jonge promovendus met een minimumsalaris van nog geen 2200 gulden. Onderzoekers die voor 1 september begonnen zijn, krijgen een ophoging van hun loon tot het nieuwe niveau.

Naast de loonsverhoging worden de ongeveer achthonderd promovendi van de TU opgenomen in een systeem van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Dit betekent dat er tenminste eens per jaar een evaluatie en een beoordeling van het werk moet plaatsvinden door de begeleidende hoogleraar.

Volgens drs. K.M. van den Ordel van de staf van het college zijn deze veranderingen niet de kern van de zaak: ,,Belangrijker is dat beginnende onderzoekers dezelfde rechtspositie krijgen als de rest van het personeel.” Wat de nieuwe regeling kost is volgens Van den Ordel nog niet duidelijk. Wel staat vast dat de faculteiten dit grotendeels zelf zullen betalen. Het college zou een tegemoetkoming in het vooruitzicht hebben gesteld door middel van een promotiepremie.

De voorzitter van het Delfts aio-overleg, Nelleke Guequierre, is tevreden over de maatregelen. Zij vindt het een ‘waardering voor het werk van de promovendus’. ,,De aio werd altijd apart behandeld en afgeschilderd als de sukkel die wel voor weinig geld wilde werken. Nu wordt hij gezien als een normale werknemer die serieus onderzoek doet. En er komt eindelijk een eind aan de verschillende salarissen die faculteiten hun aio’s gaven.” De voorzitter spreekt van ‘een slimme zet’ van de TU.

De loonsverhoging en garanties voor Delftse aio’s volgen op maatregelen die de andere TU’s eerder namen om het het aio-schap aantrekkelijker te maken. De instellingen hopen meer afstudeerders te interesseren voor het vierjarige aio-schap. Volgens de faculteiten zijn promotieplaatsen nauwelijks meer op te vullen door de concurrentie van het bedrijfsleven. Voor de zomer kondigde collegevoorzitter De Voogd al ‘meer competitieve voorwaarden’ aan voor aio’s.

Een enquête onder meer dan honderd afgehaakte aio’s laat zien dat zij vooral stoppen vanwege onvoldoende begeleiding, een slechte verhouding met de begeleider en eenzaamheid tijdens het onderzoek. Opvallend is dat het lage inkomen niet als grote hindernis wordt ervaren.