Vorig jaar is het cultureel centrum Mekelweg 10 geopend. Een gebouw dat zich positief onderscheidt van de ongenaakbare betondozen die de TU-wijk zo onherbergzaam maken.
,,Een dropje’%, noemt architect ir. Vera Yanovshtchinsky haar creatie. ,,Een gebouw moet een vriendelijke uitstraling hebben, uitnodigend en overzichtelijk zijn zonder dat het meteen alle geheimen prijsgeeft.%%
Figuur 1 Yanovshtchinsky: ,,Pas achteraf realiseerde ik mij dat het een gevaarlijke opdracht was”
Als ´s avonds de tennisbanen en voetbalvelden pal achter Mekelweg 10 baden in een zee van kunstlicht, heb je vanuit het gebouw bijna een hyperrealistisch uitzicht. Het is net alsof de vele rechthoekige vensters aan de achterkant HDTV-beeldschermen zijn die constant staan afgestemd op het Sportkanaal. Ook de lange grashalmen in de patio en op de aarden wal rond de fietsenstalling krijgen door het felle licht een onwezenlijke gloed.
Vera Yanovshtchinsky vindt die lange grashalmen prachtig en kan het niet laten om ze buiten bij de ingang van de fietsenstalling even te strelen. Nee, de grassprieten heeft ze niet ontworpen, het fietsenhok wel. ,,Een fietsvriendelijke ruimte%%, moest het worden. Het ligt op het maaiveld zodat je probleemloos naar binnen kunt rijden. Het is overdekt en weerbeschut, maar door uitsparingen in de muren toch open, licht en luchtig.
Een van de vele ruimten in het gebouw waarop ze trots mag zijn, want een fietsenstalling is voor veel architecten zo niet een financiële dan wel een creatieve sluitpost. En dan te bedenken dat het budget van ongeveer zes miljoen gulden weinig toeliet. ,,Je moet inventief met de middelen omgaan%%, zegt ze. ,,Dat betekent dat je middelen zoekt waarmee je in één handeling meerdere dingen tegelijk kunt vatten. De dakplaten in de foyer zijn bijvoorbeeld ook de plafondplaten, of andersom.%%
Wie met de fiets aankomt gaat een stalen buitentrap op en kan direct via de hoofdingang de foyer betreden. De centrale ontmoetingsruime heeft een parketvloer met voor de informatiebalie een licht gebogen baan van zwarte natuursteen, die ze ook heeft toegepast voor de bovenaankleding van de balustrade op de tweede verdieping. ,,Ik hou ervan dat het materiaal in het resultaat een belangrijke rol speelt, dat het zichtbaar is dat er in materiaal is ontworpen. Een gebouw moet tactiel zijn.%%
Kunstmatig
De materialen zijn simpel en natuurlijk, en staan door de zorgvuldige detaillering en maatvoering borg voor een omgeving waarin het aangenaam toeven is. Dat vindt ook Yanovshtchinsky, want ze is zeer tevreden over haar gerealiseerde ontwerp. Het isnatuurlijk altijd afwachten hoe het in gebouwde vorm uitpakt. ,,Ik vind de maatverhoudingen en de lichtinval het moeilijkst in te schatten. Maar in dit gebouw is er weinig dat me in negatieve zin verbaast – meer in positieve zin. Ik ben verrast door het daklicht; de reflectie is heel mooi.%%
Ook de gebruiksruimten zijn erg doeltreffend. Omdat de functies van tevoren bekend waren, kon ze het ontwerp van de ruimten toespitsen op het gebruik. Zo is de vloer van de keramiekruimte van steen en zit in de ruimte waar hout wordt bewerkt een kopshouten vloer. Beneden in de ‘kelder% bevinden zich oefenruimten voor popmuzikanten die geluiddicht moeten zijn, en dat zíjn ze volgens een repeterend bandje.
De TU-wijk kent Vera Yanovshtchinsky overigens al van haar studententijd toen ze schuin tegenover Mekelweg 10 bouwkunde deed, waarin ze in 1983 afstudeerde. ,,Ik vind het een zeer eenzijdige wijk%%, zegt ze, ,,een wijk met gebouwen van verschillend formaat, beginnend bij groot, groter en nog groter die niets met de openbare ruimte hebben te maken. Het is een doodse, kunstmatige wijk. De hele omgeving mag wat mij betreft op de schop, maar ik hoop niet dat de platanen hiernaast worden aangetast.%%
Hoewel ze afstudeerde op een congresgebouw, was de eerste opdracht die ze daarna kreeg woningbouw, ,,want daar is voor beginnende architecten het gemakkelijkst aan te komen.%% Ook nu heeft ze onder andere in Den Haag en Amsterdam woningbouwprojecten lopen. ,,Woningbouw kun je niet vergelijken met openbare gebouwen. Bij woningbouw heb je weinig zeggenschap, bij openbare gebouwen juist veel, want de gebruiker is bekend.%% In het geval van Mekelweg 10 roemt ze de opdrachtgever die betrokken en inspirerend was om mee samen te werken.
Geheim
Dat dit haar eerste ‘officiële% openbare gebouw is mag in twee opzichten een waagstuk worden genoemd. Van een cultureel centrum bestaat geen historisch type, zodat een vast programma ontbreekt. Alle culturele centra – een begrip dat volgens haar aan inflatie onderhevig is – zijn anders. Soms wordt er een uitgebreid buurthuis onder verstaan, een andere keer een schouwburg. Maar zelf vond ze het wel ,,prettig%% dat ze, weliswaar met een strikt programma en een vaststaande lokatie, uit het niets moest beginnen.
Een ander heikel punt vormt natuurlijk de lokatie schuin tegenover Bouwkunde. ,,Voor mij was het een gewone lokatie%%, geeft ze echter aan. ,,Pas achteraf realiseerde ik me dat het een gevaarlijke opdracht was met al die hoogleraren architectuur er schuin tegenover. Maar gelukkig heb ik veel positieve reacties ontvangen.%%
Als we Mekelweg 10 via de fietsenstalling verlaten vertelt ze dat het gebouw een geheim heeft die alleen bekend is bij mensen die werken of studeren op de hogere verdiepingen van de omliggende faculteiten. Op het dak heeft ze namelijk een zebramotief aangebracht.
Vorig jaar is het cultureel centrum Mekelweg 10 geopend. Een gebouw dat zich positief onderscheidt van de ongenaakbare betondozen die de TU-wijk zo onherbergzaam maken. ,,Een dropje’%, noemt architect ir. Vera Yanovshtchinsky haar creatie. ,,Een gebouw moet een vriendelijke uitstraling hebben, uitnodigend en overzichtelijk zijn zonder dat het meteen alle geheimen prijsgeeft.%%
Figuur 1 Yanovshtchinsky: ,,Pas achteraf realiseerde ik mij dat het een gevaarlijke opdracht was”
Als ´s avonds de tennisbanen en voetbalvelden pal achter Mekelweg 10 baden in een zee van kunstlicht, heb je vanuit het gebouw bijna een hyperrealistisch uitzicht. Het is net alsof de vele rechthoekige vensters aan de achterkant HDTV-beeldschermen zijn die constant staan afgestemd op het Sportkanaal. Ook de lange grashalmen in de patio en op de aarden wal rond de fietsenstalling krijgen door het felle licht een onwezenlijke gloed.
Vera Yanovshtchinsky vindt die lange grashalmen prachtig en kan het niet laten om ze buiten bij de ingang van de fietsenstalling even te strelen. Nee, de grassprieten heeft ze niet ontworpen, het fietsenhok wel. ,,Een fietsvriendelijke ruimte%%, moest het worden. Het ligt op het maaiveld zodat je probleemloos naar binnen kunt rijden. Het is overdekt en weerbeschut, maar door uitsparingen in de muren toch open, licht en luchtig.
Een van de vele ruimten in het gebouw waarop ze trots mag zijn, want een fietsenstalling is voor veel architecten zo niet een financiële dan wel een creatieve sluitpost. En dan te bedenken dat het budget van ongeveer zes miljoen gulden weinig toeliet. ,,Je moet inventief met de middelen omgaan%%, zegt ze. ,,Dat betekent dat je middelen zoekt waarmee je in één handeling meerdere dingen tegelijk kunt vatten. De dakplaten in de foyer zijn bijvoorbeeld ook de plafondplaten, of andersom.%%
Wie met de fiets aankomt gaat een stalen buitentrap op en kan direct via de hoofdingang de foyer betreden. De centrale ontmoetingsruime heeft een parketvloer met voor de informatiebalie een licht gebogen baan van zwarte natuursteen, die ze ook heeft toegepast voor de bovenaankleding van de balustrade op de tweede verdieping. ,,Ik hou ervan dat het materiaal in het resultaat een belangrijke rol speelt, dat het zichtbaar is dat er in materiaal is ontworpen. Een gebouw moet tactiel zijn.%%
Kunstmatig
De materialen zijn simpel en natuurlijk, en staan door de zorgvuldige detaillering en maatvoering borg voor een omgeving waarin het aangenaam toeven is. Dat vindt ook Yanovshtchinsky, want ze is zeer tevreden over haar gerealiseerde ontwerp. Het isnatuurlijk altijd afwachten hoe het in gebouwde vorm uitpakt. ,,Ik vind de maatverhoudingen en de lichtinval het moeilijkst in te schatten. Maar in dit gebouw is er weinig dat me in negatieve zin verbaast – meer in positieve zin. Ik ben verrast door het daklicht; de reflectie is heel mooi.%%
Ook de gebruiksruimten zijn erg doeltreffend. Omdat de functies van tevoren bekend waren, kon ze het ontwerp van de ruimten toespitsen op het gebruik. Zo is de vloer van de keramiekruimte van steen en zit in de ruimte waar hout wordt bewerkt een kopshouten vloer. Beneden in de ‘kelder% bevinden zich oefenruimten voor popmuzikanten die geluiddicht moeten zijn, en dat zíjn ze volgens een repeterend bandje.
De TU-wijk kent Vera Yanovshtchinsky overigens al van haar studententijd toen ze schuin tegenover Mekelweg 10 bouwkunde deed, waarin ze in 1983 afstudeerde. ,,Ik vind het een zeer eenzijdige wijk%%, zegt ze, ,,een wijk met gebouwen van verschillend formaat, beginnend bij groot, groter en nog groter die niets met de openbare ruimte hebben te maken. Het is een doodse, kunstmatige wijk. De hele omgeving mag wat mij betreft op de schop, maar ik hoop niet dat de platanen hiernaast worden aangetast.%%
Hoewel ze afstudeerde op een congresgebouw, was de eerste opdracht die ze daarna kreeg woningbouw, ,,want daar is voor beginnende architecten het gemakkelijkst aan te komen.%% Ook nu heeft ze onder andere in Den Haag en Amsterdam woningbouwprojecten lopen. ,,Woningbouw kun je niet vergelijken met openbare gebouwen. Bij woningbouw heb je weinig zeggenschap, bij openbare gebouwen juist veel, want de gebruiker is bekend.%% In het geval van Mekelweg 10 roemt ze de opdrachtgever die betrokken en inspirerend was om mee samen te werken.
Geheim
Dat dit haar eerste ‘officiële% openbare gebouw is mag in twee opzichten een waagstuk worden genoemd. Van een cultureel centrum bestaat geen historisch type, zodat een vast programma ontbreekt. Alle culturele centra – een begrip dat volgens haar aan inflatie onderhevig is – zijn anders. Soms wordt er een uitgebreid buurthuis onder verstaan, een andere keer een schouwburg. Maar zelf vond ze het wel ,,prettig%% dat ze, weliswaar met een strikt programma en een vaststaande lokatie, uit het niets moest beginnen.
Een ander heikel punt vormt natuurlijk de lokatie schuin tegenover Bouwkunde. ,,Voor mij was het een gewone lokatie%%, geeft ze echter aan. ,,Pas achteraf realiseerde ik me dat het een gevaarlijke opdracht was met al die hoogleraren architectuur er schuin tegenover. Maar gelukkig heb ik veel positieve reacties ontvangen.%%
Als we Mekelweg 10 via de fietsenstalling verlaten vertelt ze dat het gebouw een geheim heeft die alleen bekend is bij mensen die werken of studeren op de hogere verdiepingen van de omliggende faculteiten. Op het dak heeft ze namelijk een zebramotief aangebracht.

Comments are closed.