In september stapten de universiteiten over op de bachelor-masterstructuur. Slechts een enkele universiteit neemt haar opleidingen op de schop, bij de rest gaat het onderwijs door alsof er niets is veranderd.
/strong>
Analyse
door: Hanne Obbink
Aan ambities geen gebrek. Die indruk wekte althans universiteitenvereniging Vsnu vlak voor de bachelor-masterstructuur in de Tweede Kamer werd behandeld. Die structuur bood ‘kansen voor kwaliteit, flexibiliteit en continuïteit’, aldus de koepelorganisatie. ,,De universiteiten grijpen de invoering van de bachelor-masterstructuur met beide handen aan om hun opleidingen te verbreden en te verdiepen.” Het academische klimaat stond immers ook toen al onder druk.
Dat was anderhalf jaar geleden. Inmiddels zijn aan alle universiteiten bachelorstudies begonnen die in de nieuwe structuur passen. Hebben de universiteiten de geboden kansen inderdaad ‘met beide handen’ aangegrepen? Zijn de opleidingen verbreed en verdiept? Het valt nog te bezien. Veel universiteiten letten vooral op de ‘kansen voor continuïteit’.
Bijvoorbeeld de Rijksuniversiteit Groningen. Die wil ‘geen radicale veranderingen in het profiel’ en streeft naar ‘continuïteit’. Het gevolg: slechts aan drie faculteiten is er iets veranderd. De rest volgt volgend jaar. Aan de faculteit Wiskunde & natuurwetenschappen is de belangrijkste verandering dat er aan het eind van het derde jaar ruimte is vrijgemaakt voor een eindproject, als sluitstuk van de bachelorfase. ,,Daar moesten alle vakken uren voor inleveren. Dat was eigenlijk alles”, vertelt prof.dr. Koos Duppen van de bètafaculteit.
Duppen was tevens lid van de landelijke werkgroep die het zogeheten bètaconvenant opstelde. Deze werkgroep-Sminia wilde aanvankelijk al het bacheloronderwijs in de natuurwetenschappen onderbrengen in drie brede profielen. Mede door bezwaren vanuit de drie technische universiteiten haalde dat plan het niet, tot Duppens spijt. ,,Door het dalende studentenaantal in studies als wis- en natuurkunde móet er iets gebeuren. Ofwel de politiek grijpt in, ofwel er worden opleidingen geschrapt. Dan kies ik liever voor verbreding van de bachelors.”
De ambities die de Vsnu anderhalf jaar geleden formuleerde, blijken ook elders nogal bescheiden. ,,Ons onderwijs wordt goed beoordeeld”, meldt bijvoorbeeld de TU Eindhoven. Daarom is het ‘niet de bedoeling dat er radicale veranderingen komen’. Evenmin ambitieus klinkt de TU Delft: de universiteit daar gaat met de bama-invoering door op ‘een reeds ingeslagen pad’. ,,Grote veranderingen zijn niet noodzakelijk.”
Natuurlijk gebeurt er wel iets. Tegelijk met de bama-structuur wordt op veel plaatsen, onder andere in Delft, een uniforme semesterindeling ingevoerd. Maar aan een extra impuls in het academisch karakter van hun onderwijs wordt nauwelijks gewerkt, en van de beoogde verbreding in de bachelorfase is nog bijna nergens sprake.
Rector magnificus prof.dr. Willem Gispen van de Universiteit Utrecht krijgt ’tranen in de ogen’ van universiteiten die zeggen dat hun onderwijs al goed was en ze dus niet zo veel hoeven te veranderen. ,,Ook wij staan goed aangeschreven. Maar toch grijpt Utrecht de bama-invoering aan voor een ingrijpende hervorming.” Allereerst moet het bacheloronderwijs meer ‘vraaggestuurd’ worden. Dat wil zeggen dat studenten zelf hun programma bepalen; minstens een kwart van hun bachelorstudie mogen zij besteden aan cursussen naar eigen keus. Om dat mogelijk te maken is een uniforme jaarkalender ingevoerd en wordt al het onderwijs geordend in cursussen met een standaardomvang.
Daarmee houdt de Utrechtse vernieuwingsdrang niet op. De universiteit wil dat het onderwijs in de bachelorfase kleinschalig is, met veel activerende onderwijsvormen. Het motto voor studenten is ‘inschrijven is meedoen is halen’. Wie zich niet inspant, kan geen tentamen doen en eindeloos herkansingen krijgen is er niet meer bij. Gispen: ,,Wij zijn de enige die in de volle breedte zo%n grote verandering doorvoert.” (HOP)
MEESTE STUDENTEN MERKEN NIETS VAN BAMA
Aan alle universiteiten zijn nieuwe bacheloropleidingen van start gegaan. Desondanks merken verreweg de meeste studenten nog niets van de bama-structuur. Aan drie universiteiten zijn nog niet overal nieuwe bacheloropleidingenbegonnen. In Nijmegen gaat het om één faculteit, letteren. Aan de Universiteit van Amsterdam en in Groningen moet het merendeel van de faculteiten de overstap nog maken.
Ook geneeskundestudenten merken niets van het Angelsaksisch onderwijsmodel. De medici willen uiteindelijk een structuur met driejarige bachelors en driejarige masters. Het landelijk overleg daarover is nog bezig, en het kan wel even duren voor de vernieuwing is ingevoerd.
De grootste groep studenten waaraan alle veranderingen voorbij gaan, zijn de ouderejaars. De meeste universiteiten kiezen er voor de nieuwe opzet ‘cohortsgewijs’ in te voeren. Dat wil zeggen dat om te beginnen alleen de huidige lichting eerstejaars ermee te maken krijgt; mét die lichting schuift de nieuwe structuur door naar hogere jaren.
Slechts hier en daar wordt bama meteen in alle lichtingen ingevoerd: in Delft, Eindhoven, aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, en elders voor sommige opleidingen. Daar kunnen ouderejaars overstappen naar het nieuwe model. Maar alleen als ze willen. Het kan ze niet worden verplicht. (HOP)
In september stapten de universiteiten over op de bachelor-masterstructuur. Slechts een enkele universiteit neemt haar opleidingen op de schop, bij de rest gaat het onderwijs door alsof er niets is veranderd.
Analyse
door: Hanne Obbink
Aan ambities geen gebrek. Die indruk wekte althans universiteitenvereniging Vsnu vlak voor de bachelor-masterstructuur in de Tweede Kamer werd behandeld. Die structuur bood ‘kansen voor kwaliteit, flexibiliteit en continuïteit’, aldus de koepelorganisatie. ,,De universiteiten grijpen de invoering van de bachelor-masterstructuur met beide handen aan om hun opleidingen te verbreden en te verdiepen.” Het academische klimaat stond immers ook toen al onder druk.
Dat was anderhalf jaar geleden. Inmiddels zijn aan alle universiteiten bachelorstudies begonnen die in de nieuwe structuur passen. Hebben de universiteiten de geboden kansen inderdaad ‘met beide handen’ aangegrepen? Zijn de opleidingen verbreed en verdiept? Het valt nog te bezien. Veel universiteiten letten vooral op de ‘kansen voor continuïteit’.
Bijvoorbeeld de Rijksuniversiteit Groningen. Die wil ‘geen radicale veranderingen in het profiel’ en streeft naar ‘continuïteit’. Het gevolg: slechts aan drie faculteiten is er iets veranderd. De rest volgt volgend jaar. Aan de faculteit Wiskunde & natuurwetenschappen is de belangrijkste verandering dat er aan het eind van het derde jaar ruimte is vrijgemaakt voor een eindproject, als sluitstuk van de bachelorfase. ,,Daar moesten alle vakken uren voor inleveren. Dat was eigenlijk alles”, vertelt prof.dr. Koos Duppen van de bètafaculteit.
Duppen was tevens lid van de landelijke werkgroep die het zogeheten bètaconvenant opstelde. Deze werkgroep-Sminia wilde aanvankelijk al het bacheloronderwijs in de natuurwetenschappen onderbrengen in drie brede profielen. Mede door bezwaren vanuit de drie technische universiteiten haalde dat plan het niet, tot Duppens spijt. ,,Door het dalende studentenaantal in studies als wis- en natuurkunde móet er iets gebeuren. Ofwel de politiek grijpt in, ofwel er worden opleidingen geschrapt. Dan kies ik liever voor verbreding van de bachelors.”
De ambities die de Vsnu anderhalf jaar geleden formuleerde, blijken ook elders nogal bescheiden. ,,Ons onderwijs wordt goed beoordeeld”, meldt bijvoorbeeld de TU Eindhoven. Daarom is het ‘niet de bedoeling dat er radicale veranderingen komen’. Evenmin ambitieus klinkt de TU Delft: de universiteit daar gaat met de bama-invoering door op ‘een reeds ingeslagen pad’. ,,Grote veranderingen zijn niet noodzakelijk.”
Natuurlijk gebeurt er wel iets. Tegelijk met de bama-structuur wordt op veel plaatsen, onder andere in Delft, een uniforme semesterindeling ingevoerd. Maar aan een extra impuls in het academisch karakter van hun onderwijs wordt nauwelijks gewerkt, en van de beoogde verbreding in de bachelorfase is nog bijna nergens sprake.
Rector magnificus prof.dr. Willem Gispen van de Universiteit Utrecht krijgt ’tranen in de ogen’ van universiteiten die zeggen dat hun onderwijs al goed was en ze dus niet zo veel hoeven te veranderen. ,,Ook wij staan goed aangeschreven. Maar toch grijpt Utrecht de bama-invoering aan voor een ingrijpende hervorming.” Allereerst moet het bacheloronderwijs meer ‘vraaggestuurd’ worden. Dat wil zeggen dat studenten zelf hun programma bepalen; minstens een kwart van hun bachelorstudie mogen zij besteden aan cursussen naar eigen keus. Om dat mogelijk te maken is een uniforme jaarkalender ingevoerd en wordt al het onderwijs geordend in cursussen met een standaardomvang.
Daarmee houdt de Utrechtse vernieuwingsdrang niet op. De universiteit wil dat het onderwijs in de bachelorfase kleinschalig is, met veel activerende onderwijsvormen. Het motto voor studenten is ‘inschrijven is meedoen is halen’. Wie zich niet inspant, kan geen tentamen doen en eindeloos herkansingen krijgen is er niet meer bij. Gispen: ,,Wij zijn de enige die in de volle breedte zo%n grote verandering doorvoert.” (HOP)
MEESTE STUDENTEN MERKEN NIETS VAN BAMA
Aan alle universiteiten zijn nieuwe bacheloropleidingen van start gegaan. Desondanks merken verreweg de meeste studenten nog niets van de bama-structuur. Aan drie universiteiten zijn nog niet overal nieuwe bacheloropleidingenbegonnen. In Nijmegen gaat het om één faculteit, letteren. Aan de Universiteit van Amsterdam en in Groningen moet het merendeel van de faculteiten de overstap nog maken.
Ook geneeskundestudenten merken niets van het Angelsaksisch onderwijsmodel. De medici willen uiteindelijk een structuur met driejarige bachelors en driejarige masters. Het landelijk overleg daarover is nog bezig, en het kan wel even duren voor de vernieuwing is ingevoerd.
De grootste groep studenten waaraan alle veranderingen voorbij gaan, zijn de ouderejaars. De meeste universiteiten kiezen er voor de nieuwe opzet ‘cohortsgewijs’ in te voeren. Dat wil zeggen dat om te beginnen alleen de huidige lichting eerstejaars ermee te maken krijgt; mét die lichting schuift de nieuwe structuur door naar hogere jaren.
Slechts hier en daar wordt bama meteen in alle lichtingen ingevoerd: in Delft, Eindhoven, aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, en elders voor sommige opleidingen. Daar kunnen ouderejaars overstappen naar het nieuwe model. Maar alleen als ze willen. Het kan ze niet worden verplicht. (HOP)

Comments are closed.