De wedstrijd is pas in oktober, maar het Delftse Nuon Solar Team en Solar Team Twente zijn er nu al helemaal klaar voor: de Bridgestone World Solar Challenge in Australië.
Delft wil zijn wereldtitel prolongeren, Twente moet wereldkampioen worden, anders houdt de financiering op. Een voorschot op de krachtmeting.
Maar liefst vijf maal behaalde het Nuon Solar Team goud tijdens de World Solar Challenge, de tweejaarlijkse race voor zonnewagens in Australië. Dit najaar moet het Delftse team haar wereldtitel weer verdedigen. Op 18 oktober start de race van 3000 kilometer dwars door de Australische woestijn.
De wagen van de Delftse studenten, de Nuna8, neemt het op tegen een dertigtal andere wagens. Een van de grote concurrenten is het Solar Team Twente, het enige andere Nederlandse team.
Tijdens de race in 2013 eindigden de tukkers als derde. Het Twentse team reed met een gemiddelde snelheid van rond de 95 kilometer per uur maar een half procentje minder hard dan het Nuon Solar Team. De teams lijken dus aan elkaar gewaagd. Maar zien ze dat zelf ook zo?
‘In Twente mogen ze trots zijn op hun wagen’
Delta legde de vraag voor aan Delftenaren Toine Urlings (structureel ontwerp) en Emiel Lorist (strateeg). Universiteitskrant SAX, uit Twente, peilde de concurrent.
Hebben jullie een hoge pet op van het Solar Team Twente?
Toine Urlings: “Absoluut. Ik heb hun wagen gezien, de Red One. Hij ziet er strak en gelikt uit. Daar mogen ze trots op zijn. Twee jaar geleden is het team derde geworden. Het is zeker een concurrent waar we rekening mee moeten houden.”
Tijdens de vorige race was de wagen van het Twents team dertig kilogram lichter dan die van jullie. Is gewicht dit jaar een groot aandachtspunt?
Urlings: “Ja. We optimaliseren onze auto tot op het randje. Alle onderdelen gaan op de weegschaal. En over elk object denken we na. Een stoeltje voor de coureur? Nee, daar kunnen we zonder. De bestuurder kan ook op de bodem van de wagen zitten. Comfort is tot het minimale beperkt. Als je het maar net drie uur in de wagen volhoudt, dan is het goed. Overigens denk ik dat het Twents team nog net iets meer op het randje gaat dan wij. Zij nemen iets meer risico.”
Wat hebben jullie verder uit de kast getrokken om te winnen?
Urlings: “Aerodynamica is een van onze speerpunten. Al onze naadjes zijn glad en we hebben dit jaar weer net iets minder frontaal oppervlak.”
Emiel Lorist: “We hebben ook geïnvesteerd in een systeem dat de toestand van de batterijen goed in de gaten houdt. Het waarschuwt als oververhitting dreigt en het geeft met extreem grote nauwkeurigheid aan hoeveel energie er nog in de batterijen zit. Dat is belangrijk omdat je met een lege accu wilt aankomen bij de finish. Als je energie over hebt, betekent dit namelijk dat je harder had kunnen rijden.”
Speelt ervaring nog een rol?
Urlings: “Zeker. In 2013 is het regelement van de race veranderd. In plaats van op drie wielen, moest er op vier wielen geracet worden. Wij hebben toen een asymmetrisch ontwerp gemaakt en onze cabine verplaats naar de rechterkant van de wagen. Dat geeft een aerodynamicavoordeel. Maar het zorgt er tegelijk voor dat je wagen minder stabiel is. Elk zuchtje wind voel je. Wij hebben nu al een jaar ervaring met rechts rijden. Het Twents team heeft de cabine nu voor het eerst aan de zijkant. Het behouden van stabiliteit gaat een uitdaging voor ze worden. Twee van de vier teams die in 2013 een asymmetrisch ontwerp hadden, zijn gecrasht.”
Wie vrezen jullie het meest?
Lorist: “De meest geduchte tegenstander is het Japanse team van de universiteit van Tokai. Dat won in 2011 de race en behaalde zilver in 2013. Panasonic is de hoofdsponsor van Tokai. Dat bedrijf voorziet het team waarschijnlijk van erg goede zonnepanelen. Maar goed, vooralsnog is het gissen. In Australië zien we de andere wagens voor het eerst en kunnen we inschatten hoe goed de panelen zijn. Aan de kleur en de reflectie van het toplaagje kun je heel wat afleiden. Met een tiende procent extra efficiëntie kun je de race winnen. Het wordt erg spannend.”
Nuna8 in cijfers
Nuna8 heeft evenveel luchtweerstand als de zijspiegel van een auto. Bij honderd kilometer per uur is het energieverbruik vergelijkbaar met dat van een waterkoker.
De wagen is bedekt met 392 monokristallijn siliciumcellen met een efficiëntie van 25 procent. Daar bovenop ligt een laagje laminaat dat zorgt voor een optimale breking van het zonlicht. De energie komt terecht in een 20 kilogram wegende accu gemaakt van lithium-ion-cellen. De accu heeft een capaciteit van 5,3 kWh.
De rijsnelheid wordt bepaald door teamleden die in een volgwagen achter de Nuna8 aan scheuren. Zij zijn in staat om in vijf minuten tijd 150.000 racestrategieën door te rekenen. Als er een nieuwe weersvoorspelling binnenkomt, slaan ze aan het rekenen en passen ze de snelheid aan.
‘Een opleiding bij L&R is niet nodig om te winnen’‘Een opleiding bij L&R is niet nodig om te winnen’
Universiteitskrant SAX sprak met Justine Wolters (pr), Robin Haandrikman (technisch manager) en Jelle Wouda (mechanicus) van Solar Team Twente.
Wat vinden jullie van het Nuon Solar Team?
Robin Haandrikman: “Het is een goed team. Ze hebben altijd een goede zonneauto. Als landgenoten zijn ze voor ons ’the one to beat’. Zij hebben toegang tot de kennis van de opleiding Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Natuurlijk gaan we bewijzen dat die kennis niet per se nodig is.”
Wie is jullie grootste concurrent?
Justine Wolters: “Autotechnisch is dat het team uit Japan, van de universiteit van Tokai. Daar zit zoveel kennis en ervaring, zij zijn zeker kanshebber voor de titel.”
Wat heeft Solar Team Twente dat de andere teams niet hebben?
Haandrikman: “Onze auto verbruikt ongeveer evenveel als de haardroger van Irene van den Hof, onze teamleidster, en de luchtweerstand is net zo groot als de zijspiegel van een Ford Transit. We kunnen natuurlijk niet alle technieken prijsgeven. Maar wat we zeker hebben, en waar de anderen nog van kunnen leren, is een heel sterk team. We werken samen als een geoliede machine. Dat kan belangrijk zijn bij bijvoorbeeld een wielwissel.”
Wolters: “Andere teams zijn wat zakelijker, hebben een andere houding. Onze teamspirit is om jaloers op te zijn. We maken een gezamenlijk leerproces door, maar daarnaast genieten we daar ook met elkaar van. We weten precies wat we aan elkaar hebben en dat kan een belangrijke succesfactor zijn.”
Welke techniek zouden jullie graag tot je beschikking hebben gehad?
Jelle Wouda: “Een 3D-printer voor titanium. Een van onze partners werkt hieraan, maar de techniek is nog niet ver genoeg ontwikkeld om dit jaar al te kunnen toepassen. Misschien bij de volgende editie. Vormtechnisch zou dat een stap vooruit betekenen. Je bent dan minder afhankelijk van voorgevormde elementen.”
Haandrikman: “Maar eigenlijk hebben we de auto kunnen maken zoals wij hem wilden hebben. Natuurlijk zouden we Delft best graag van de weg willen kunnen beuken, mochten ze ons onverhoopt passeren. Grapje natuurlijk.”
Red One in cijfers
1.100 millimeter is de hoogte van de Red One, de helft van de maximale hoogte volgens het reglement in de Challenger-klasse. 5 procent meer energie-inkomst (meer zon-inval) dan bij het vorige model van Solar Team Twente door een vlakkere hoofdvleugel.
De motorefficiëntie is 98 procent. Ter vergelijking: een brandstofmotor heeft een rendement van 25 procent. 149 kilo weegt de zonneauto. De coureur heeft 360 graden zicht door gebruik te maken van een achteruitrijcamera. De coureur zit 10 centimeter boven de grond.
50 graden Celsius, zo warm kan het in de cockpit worden. Coureurs zitten soms vier uur in de cockpit en worden daarom getraind door het Centrum voor Mens en Luchtvaart, waar ook F16-piloten worden getraind.

Comments are closed.