ETH Zürich is volgens menig ranglijst de beste technische universiteit van Europa. Studenten doen er gemiddeld 5,5 jaar over hun studie. Aan de TU Delft duurt dat een stuk langer: gemiddeld 7,2 jaar. Hoe komt dat? Delta reisde naar Zürich.
“O mijn God, je bent van ETH.” De 24-jarige bachelorstudente architectuur Nadine Spielmann wist niet wat haar overkwam toen zij afgelopen voorjaar een semester in Delft kwam studeren. “Delftse studenten wilden alles van mijn universiteit weten. Ik vind het nu een eer dat ik aan ETH studeer.”
Het zal dan ook geen verbazing wekken dat veel Delftse studenten graag een tijdje aan deze universiteit willen studeren. De Eidgenössische Technische Hochschule (ETH) is met zijn vele Nobelprijswinnaars niet alleen prestigieus, maar ook ambitieus en zeer internationaal gericht. En o ja: niemand minder dan Einstein haalde er zijn diploma in 1901.
Dat spreekt tot de verbeelding, net als de uitstraling van het statige hoofdgebouw uit de tweede helft van de negentiende eeuw. De koepelvormige entree in neoklassieke stijl geeft het pand grandeur. Ja, zelfs trekjes van een kathedraal, met zijn marmeren beelden en zuilengalerijen van twee verdiepingen.
Tussen deze galerijen ontmoet klassiek modern: felle lampen belichten hedendaagse maquettes, onderzoekers tonen er hun posters met nieuwste onderzoeksresultaten. In hoekjes met kleurrijke fresco’s storten studenten achter laptops zich op hun huiswerk, in groepjes of alleen. Want studeren zúl je aan ETH.
Schuldgevoel
Dat merkte de Delftse masterstudent elektrotechniek Dejan Borota (22) afgelopen september al snel tijdens zijn Erasmus uitwisselingsprogramma. “Op de vierde dag bij ETH kwam ik een jongen tegen met wie ik eerder had kennisgemaakt, een Griek. Ik zei: hoe is het? Hij zei: Ik ben zo moe, ik heb tot twee uur vannacht gestudeerd. Het was de eerste week! Ik had meteen een schuldgevoel dat ik niet ook ’s nachts had gestudeerd.”
Potentiële nieuwe studenten krijgen bij ETH niet alleen informatie over het studieprogramma, maar ook over hoe het is om er te studeren. “Voordat het studiejaar begint, nodigen we alle eerstejaars een halve dag uit en vertellen we ze dat studeren aan ETH een fulltime job is”, zegt Regula Christen, hoofd studieoriëntatie en coaching. “ETH staat bekend als tijdsintensief. We willen studenten er van bewust maken dat het hier heel belangrijk is om alles vanaf het begin bij te houden.”
Wie er over denkt de opleiding architectuur te doen, kan vooraf een kijkje nemen bij de openbare kritiek op het werk van huidige studenten. Die moeten hun werk presenteren aan andere studenten, hoogleraren en hun assistenten. “Er wordt gehuild, want ze hebben nachten doorgewerkt en het wordt volledig afgebroken… letterlijk”, zegt dr. Christoph Niedermann, wetenschappelijk secretaris van de rector.
Nachten doorwerken. Architectuurstudente Nadine Spielmann herkent het. “Ik zeg wel eens tegen mezelf dat ik nu echt acht uur moet slapen.” Ze volgt momenteel het belangrijkste vak binnen haar bachelor: de zogeheten ‘studio’. Daarvoor moet ze in twee á drie maanden ontwerpen maken rond een thema. Studenten werken alleen of in groepen. “De werklast is echt krankzinnig: sommigen werken non-stop.”
Herkansingen
Nu is architectuur ook wel een van de zwaarste studies in Zürich, maar niettemin bleek vier jaar geleden uit een onderzoek van het Zwitserse federale bureau voor de statistiek dat studenten aan ETH gemiddeld 45 uur per week aan hun studie besteden. “Niet heel het jaar door, maar vooral tijdens de semesters”, zegt dr. Dieter Wüest, hoofd van het rectoraat. Die semesters zijn naar Europese begrippen vrij kort: het herfstsemester duurt veertien weken, het lentesemester vijftien.
Wüest denkt dat het systeem van examineren een van de redenen is waarom studenten in Zürich sneller studeren dan in Delft. De meeste examens, zo’n tachtig procent, zijn zogeheten sessie-examens aan het eind van een semesterbreak. Een sessie is vier weken in augustus, de ander is van half januari tot half februari.
Verder zijn er, vooral bij masteropleidingen, semesterexamens in de laatste week van een semester of in de eerste week daarna. Studenten mogen een vak maar eenmaal herkansen. Halen ze het niet, dan is dat vak verloren maar kunnen ze het compenseren met een ander vak. ETH wil geen struikelvakken.
Tot slot zijn er ook nog gedurende het semester testen waarbij studenten bijvoorbeeld een verslag moeten schrijven of een kleine presentatie moeten geven. Alleen ouderejaars studenten worden op deze wijze getest.
De eerstejaars studenten krijgen alleen examens aan het eind van hun jaar, in augustus. Dit examenblok wordt ook wel het ‘basisexamen’ genoemd en omvat tussen de zes á negen onderwerpen, afhankelijk van de opleiding. Studenten hebben een periode van tien weken om zich hier op voor te bereiden.
Op een schaal van één tot zes – waarbij zes het beste is – moeten eerstejaars voor het hele blok gemiddeld een vier halen. Wie lager scoort, moet heel het blok binnen een jaar over doen en krijgt daar maar één kans voor. Wie het dan nog niet heeft gehaald, moet ETH verlaten. Het tweede jaar is minder streng, afhankelijk van de opleiding.
Studieduur
Eenderde haalt het eerstejaarsexamen niet, zo bleek uit een onderzoek uit 2007 naar de 7269 studenten die in de periode 1995 tot 1999 bij ETH begonnen. 12,5 Procent verliet ETH vóór het eerste examen, vijf procent faalde één keer en deed geen tweede poging en 6,9 procent faalde tweemaal. “We denken dat dit niet veel is veranderd”, zegt Wüest. Het eerste jaar is hiermee een selectiejaar. “We zouden geen selectie aan de poort willen. We zijn heel tevreden met dit systeem.”
Daarnaast is er een maximum studieduur: vijf jaar voor de driejarige bachelor en maximaal tweemaal de masterduur. Master-opleidingen duren bij ETH normaliter drie semesters, soms vier zoals bij architectuur. Die studie kent in de bachelor tevens een verplichte stage van een half jaar, net zoals enkele andere opleidingen.
In Delft zijn er gedurende het jaar vier tentamenperiodes, ook voor eerstejaars. Toen
Nadine Spielmann een tentamen in Delft meemaakte, was ze opnieuw verbaasd. “Mensen liepen na tien minuten al weg! Een kamergenoot had gestudeerd voor een tentamen maar dit uiteindelijk niet gemaakt. Die zei: ik was er niet voor in. Dat was echt raar.”
Als je in Delft vakken niet haalt, doe je ze volgend jaar of het jaar daarna, zegt Dejan Borota. Tentamens aan de TU Delft zijn onbeperkt te herkansen. “Onbeperkt? Wow!”, zegt dr. Benno Volk, hoofd onderwijsontwikkeling aan ETH. “Dat is het belangrijkste verschil tussen Delft en Zürich. ETH is altijd al streng geweest. Gedefinieerd is hoe dingen te doen en wanneer ze te doen.”
Ouders betalen
Studenten maken van die strenge regels niet zo’n punt, denkt Rahel Zoller. Zij is president van het Verband der Studierenden an der ETH Zürich (VSETH), dat studenten officieel vertegenwoordigt aan ETH. “Mensen zien de eenmalige herkansingen als een gegeven feit. Als je de horde van het basisexamen hebt genomen, is dat iets waar je trots op kunt zijn. Je bent geschikt om te studeren aan ETH. Sommige studenten zouden wel meer keuzevrijheid willen voor het samenstellen van hun studieplan.”
Zoller betwijfelt of het eenmalig herkansen de studieduur zozeer verkort. “Want als je eenmaal bent gezakt, wil je het zeer zeker de tweede keer halen. Ik ken vrij veel mensen die hun herkansing naar een ander semester schoven, omdat ze bang waren niet voldoende voorbereid te zijn. Dat verlengt de studie. Mensen die hun examen in de tweede keer niet halen, moeten weg en zitten dus niet meer in de statistieken van de gemiddelde studieduur.”
Wat volgens Zoller zeker meespeelt bij de kortere studieduur aan ETH is het feit dat studenten permissie nodig hebben als ze langer dan zeven jaar willen studeren. “Dus als het je langer kost dan vijf jaar voor de bachelor en twee jaar voor de master. Als je een goede reden hebt krijg je permissie, maar mensen doen hard hun best om binnen die tijd klaar te zijn.”
Daarnaast zijn ouders in Zwitserland verplicht de eerste opleiding van hun kinderen te betalen, aldus Zoller. In Nederland is dat niet zo en hebben veel studenten een bijbaantje. “Werken naast een studie aan ETH is niet zo gemakkelijk”, zegt Zoller. “De meeste mensen zijn dus vrij afhankelijk van hun ouders. Sommigen staan dan misschien onder druk om snel klaar te zijn, terwijl anderen wellicht zichzelf onder druk zetten om hun ouders niet tot last te zijn.”
Een andere reden zou volgens Zoller kunnen zijn dat Zwitserland net als Nederland klein is. “Een aardig aantal studenten woont bij hun ouders, omdat het niet zo ver weg is om elke dag naar ETH te reizen. Het samenkomen van studenten in de stad gebeurt in Zürich niet zo veel. Ze hebben al vrienden en een leven als ze beginnen met studeren. Ik denk dat dit een reden zou kunnen zijn waarom studenten in Zürich hun studie meer zien als een job.”
Studentenleven
Is er dan nog wel tijd voor een bloeiend studentenleven, zoals in Delft? “Tijd is niet iets wat je hebt, maar wat je neemt”, zegt Zoller. “Je moet compromissen sluiten. We hebben hier studieverenigingen die kleine feestjes, bijeenkomsten en excursies naar bedrijven organiseren. VSETH organiseert activiteiten die te groot zijn voor de studieverenigingen, zoals een feest voor vijfduizend mensen bij het begin van het nieuwe semester in de herfst.”
Toch is het studentenleven in Zürich veel minder aanwezig, valt Delftse ETH-gangers op. Studenten sporten vooral met elkaar. “Waar wij in Delft naar de kroeg gaan, gaan zij met de mountainbike de berg op of kanoën”, zegt Marlies Vasmel, die tweemaal een half jaar naar ETH ging en er afstudeerde in technische aardwetenschappen.
“Het was heel moeilijk om mensen in Zürich uit te leggen wat het studentenleven inhoudt”, zegt Lotte Willems die bij ETH keuzevakken volgde voor haar master micro- en nano-engineering. “Toen ik in Delft kwam studeren, wilde ik lekker mijn studententijd beleven. In Zürich ga je niet zozeer lanterfanten tijdens je studie.”
Toen het bachelor-mastersysteem bij ETH werd ingevoerd vroegen studenten zelfs wat de minimumtijd was om af te studeren, vertelt Christoph Niedermann. “Die houding: aan ETH moet je werken, zwoegen en zweten. Ik weet niet of dat alleen maar positief is, maar dat is de houding hier.”
Dat was ook het eerste wat Dejan Borota opviel toen hij er vakken voor robotica ging volgen: “De ambitie om te presteren is hier heel hoog. Ik weet niet precies waar dat aan ligt, maar je wilt gewoon hard werken. Tentamens zijn hier over 2,5 maand en ik heb nu al het gevoel dat ik achterloop. Dat is niet zo, maar ik moet wel bijblijven.”
Dat gebeurt via huiswerk. Veel huiswerk. Het is niet verplicht, maar je moet een percentage van je huiswerkpunten halen om aan een tentamen te kunnen deelnemen. De oefenopgaven worden elke week besproken door de assistenten van hoogleraren, in groepjes van twintig studenten.
Sporten en studeren
ETH biedt een omgeving waardoor studenten langer in de universiteit blijven, merkt Borota op. “Er zit hier een enorm sportcentrum dat heel toegankelijk is met elk uur programma’s. Het is heel normaal om even te gaan sporten, te douchen en weer verder te studeren. De mensa biedt ’s middags en ’s avonds warme maaltijden voor een prijs waarvoor je zelf bijna niet kunt koken.”
Op woensdag heeft Borota alleen college van één tot drie, maar hij is er al om tien uur ‘s ochtends. “Dan werk ik met een studiemaat of sport ik, want ’s ochtends is het vrij rustig. Daarna lunchen, college volgen, dan weer studeren, avondeten en weer een sportprogramma. Dan ben je hier al gauw tien of twaalf uur, op een dag met maar twee uur college. In Delft zou ik eerder niet naar college gaan en de dag volledig anders inrichten.”
Plotsklaps klinkt in het statige hoofdgebouw een bel voor het volgende college. Een bel? Jazeker. Studenten snellen naar hun lokaal. “Je hebt hier een wiskundedocent die niemand kan bijbenen”, vervolgt Borota. “Ik denk wel eens: hoe gaan we dit ooit halen? Maar dan zegt de docent dat het normaal is als we iets niet snappen en dat we het thuis nog maar eens moeten nalezen.”
Betere ingenieurs
Het kan ook anders, blijkt tijdens een college lineaire algebra voor een groep van zo’n 450 eerstejaars studenten. Hun hoogleraar schrijft in rap tempo wiskundige afleidingen op het krijtbord. Iedereen pent vlijtig mee. Halverwege steken twee studenten hun hand op, maar de hoogleraar ziet het niet. Iemand bonkt met zijn hand op tafel om de aandacht te trekken. Waarom? De hoogleraar heeft een foutje gemaakt en wordt gecorrigeerd. Excuses. Rumoer. Gezucht. Nu moet iedereen weer in zijn aantekeningen krassen.
Volgens wiskundestudent Jarno Hartog ligt het niveau in Zürich hoger dan in Delft. “Ik merkte een gat tussen mijn voorkennis uit de bachelor in Delft en de kennis van wiskundestudenten hier. Bij de eerste les kansberekening voor mijn master bij ETH, begonnen ze over sigma-algebra. Ik had er nog nooit van gehoord, terwijl ik toch drie vakken kansberekening had gevolgd. In Delft is dat inmiddels aangepast.”
De vraag dringt zich op: zijn ETH-afgestudeerden dan betere ingenieurs? “Nee, al denk ik wel dat ze meer parate kennis hebben. Maar in Delft heb je creatievere ingenieurs die zelfstandig zijn”, zegt masterstudent Lotte Willems. “Creatiever omdat ze meer vrijheid hebben en zich dus meer en beter ontplooien. Je hebt een mix van beide types nodig.”
“Als je kijkt naar langere studieduur, denk ik dat Delftse studenten afstuderen als rijpere studenten”, zegt prof.dr. Hansruedi Maurer, coördinator bij ETH van de joint master applied geophysics. “Studieduur is één ding, maar persoonlijke ontwikkeling is iets anders. Natuurlijk kunnen we studenten door het programma jagen, maar of ze dan beter gekwalificeerd zijn is een andere zaak.”
En Nobelprijswinnaar Einstein, die bij ETH studeerde en doceerde? “Einstein was een middelmatige student”, relativeert Jarno Hartog.




Comments are closed.