Terwijl Leiden en Groningen er al twintig voorbij hebben zien komen, is Arnon Grunberg pas de vijfde gastschrijver in Delft. Vooralsnog ben ik niet erg onder de indruk van het Delftse lijstje.
Bell Labs had Jan Henrik Schon, de University of Utah had Pons en Fleischmann, en de TU Eindhoven had Henk Buck: wetenschappers die de wetenschap in een kwaad daglicht stellen.
“Waarom wilt u dat weten?” vraagt de locatiemanager van Holland Catering Service. Er klink argwaan in zijn stem. “Omdat ik haar al zes weken mis. Het is niet gezellig meer in het TBM-restaurant”, antwoord ik.
Recentelijk verschenen er twee studies naar de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland. Volgens de ‘Keuzegids Hoger Onderwijs’ is de TU Delft de slechtste universiteit, terwijl ‘Kennis in Kaart’ Delft als de op een na beste universiteit ziet.
Welke morele verantwoordelijkheid rust er op de schouders van een ingenieur? Dat is de centrale vraag in dit ‘eerste Nederlandstalige ethiekboek voor technische studenten in het hoger onderwijs’.
Ook dit jaar neem ik weer een sportkaart. In ruil voor 115 euro mag een TU-medewerker vrijwel ongelimiteerd sporten. Van bewegen op muziek (het zogenaamde ‘bommen’) tot taekwondo, en van badminton tot rugby.
Er is nu ook een Nederlandstalige editie van Technology Review, het toonaangevende innovatietijdschrift van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Wie zit daar eigenlijk op te wachten?
Meer dan de helft van alle essays die ik het afgelopen jaar heb beoordeeld bevatte plagiaat. Dat is niet representatief voor de hele TU, maar misschien wel voor de faculteit TBM.