Vorige week verbaasde het college van bestuur de TU door de komst van een vierde lid aan te kondigen. Is dat een verstandig besluit?

De jeuk trok langs mijn schouderbladen omhoog naar die plek waar ik met geen mogelijkheid bij kon komen. Rillend van de kriebels liep ik door de keldergang.

Het wordt weer winter, dus ik zet vandaag maar eens stevige kost op tafel. Dit keer even geen bestuurlijke bloopers van Madurodamse proporties, maar een voedzame, zware pot: het geloof.

Delft moet meer werk maken van zijn kwaliteitszorg, las ik in Delta (11 november, pagina 13). ,,We moeten bij de volgende enquête hoger scoren”, zo formuleert de rector een belangrijke drijfveer.

Op de voorpagina van het vorige nummer van de Delta werd geschreven over een schadevergoedingsregeling voor studenten die door schuld van de TU Delft vertraging opgelopen hebben in hun studie op welk moment dan ook.

Zoals ieder chauvinistisch academicus wil je graag trots kunnen zijn op de universiteit waar je bent afgestudeerd. Over het algemeen lukt mij dat als Delftenaar aardig.

Als de drukker de sigaret uit zijn mond haalde, bleef in zijn lip een gleuf achter als bij een asbak. ,,Daar zit de zwakke plek, meneer.” Hij wees met zijn peuk in de rondte. ,,Overal. Je weet nooit van tevoren waar, maar ergens gaat het mis.

Wanneer voor een studievak teveel studenten zich inschrijven, vindt schifting plaats. Maar hoe? Gebruikelijk is dat een computer zonder aanzien des persoons een selectie maakt.