Education

Aio’s lijken slachtoffer van krimp bij Scheikunde

Om te voorkomen dat de faculteit Scheikundige Technologie/Materiaalkunde in 1997 voor een dikke vier miljoen of meer in de rode cijfers terecht komt, heeft het bestuur een voorstel de faculteit ingestuurd om op de personele middelen te besparen en ze anders te verdelen.

Voor 1 maart worden vakgroepen en diensten verzocht te reageren. Pas in de zomer worden knopen doorgehakt. ‘Opoffering’ van de groep aio’s, betaald uit de eerste geldstroom, acht STM ‘helaas onvermijdelijk’.

Binnen STM klinken hartgrondige verzuchtingen, maar een alternatief is er niet. Als de faculteit nu niet inspeelt op flink dalende inkomsten in de komende jaren, zijn straks de problemen alleen maar des te groter. Voor dit jaar komen de chemici al bijna 2.5 miljoen gulden tekort op de begroting.

Het plan dat nu ter tafel ligt komt neer op een vijftien procent korting op personeelslasten bij vakgroepen en negen procent bij de diensten. Voor de clusters Biotechnologie en Materiaalkunde pakt het rekenmodel het meest negatief uit; respectievelijk min 18 en min 25 procent. Chemische Technologie zou slechts 1,6 procent inleveren. Om die drastische verschillen af te dempen wil het faculteitsbestuur een ‘beleidsruimte’ en een ‘solidariteitsbijdrage’ inzetten.

De onzekerheden waar STM mee worstelt – en die net zo goed gelden voor andere faculteiten – zijn de aantallen nieuwe studenten, het nieuwe geldverdelingsmodel van de universiteit en de kosten van huisvesting die doorberekend gaan worden. Het zit beheerder dr. M. van den Esker dwars dat hij die ‘marktfactoren’ slechts in zeer geringe mate kan beïnvloeden.

Aantallen nieuwe eerstejaars zijn grotendeels een gegeven. De nieuwe manier van geldverdelen binnen de TU is opgehangen aan de ‘produkten’ (output) die faculteiten afleveren (zoals ingenieurs, promovendi, publicaties en octrooien), maar daarmee is nog niet gezegd dat bestuurders direct die output omhoog kunnen brengen. ,,Bijvoorbeeld bij de outputfactor publicaties. Je kunt wel zeggen dat we die gaan opvoeren, maar onze faculteit hééft al een hoge score in vakpublicaties en abstracts. Ik betwijfel of dat nog veel verder omhoog kan”, aldus de beheerder.

Huisvesting is een andere kostenpost die onzekerheden schept. STM wil terug van 32-duizend vierkante meter naar 25-duizend. Het college van bestuur is slechts bereid de faculteit voor 21-duizend vierkante meters te compenseren. Het verschil zal STM, zoals het zich nu laat aanzien, zelf moeten betalen.

In het voorstel voor een andere verdeling van personele middelen benadrukken beheer en bestuur van STM nogmaals dat domweg niet opvullen van vacant komende personeelsplaatsen onverstandig is. Als er personeelsleden gaan vertrekken, wil de faculteit op voorhand weten of die plaats opgeheven kan worden, of dat de taken door ander, eventueel bijgeschoold, personeel moeten worden overgenomen. Onvrijwillig vertrek of gedwongen ontslag is niet aan de orde; de faculteit zou dan zelf opdraaien voor wachtgelden.

En, zoals ook het geval bij andere faculteiten, wil STM niet dat de meest voor de hand liggende groep personeelsleden, de tijdelijk in dienst zijnde aio’s, collectief opgeofferd worden aan de bezuinigingsnoodzaak. Echter, het bestuur schrijft ,,helaas is dit onvermijdelijk”. Het acht die teruggang ,,tijdelijk aanvaardbaar” op voorwaarde dat voldoende aio’s uit andere geldstromen gefinancierd kunnen worden. (B.B.)

Benno Boeters


Aio’s aan het werk in het Kluyverlab, Boitechnologie

Om te voorkomen dat de faculteit Scheikundige Technologie/Materiaalkunde in 1997 voor een dikke vier miljoen of meer in de rode cijfers terecht komt, heeft het bestuur een voorstel de faculteit ingestuurd om op de personele middelen te besparen en ze anders te verdelen. Voor 1 maart worden vakgroepen en diensten verzocht te reageren. Pas in de zomer worden knopen doorgehakt. ‘Opoffering’ van de groep aio’s, betaald uit de eerste geldstroom, acht STM ‘helaas onvermijdelijk’.

Binnen STM klinken hartgrondige verzuchtingen, maar een alternatief is er niet. Als de faculteit nu niet inspeelt op flink dalende inkomsten in de komende jaren, zijn straks de problemen alleen maar des te groter. Voor dit jaar komen de chemici al bijna 2.5 miljoen gulden tekort op de begroting.

Het plan dat nu ter tafel ligt komt neer op een vijftien procent korting op personeelslasten bij vakgroepen en negen procent bij de diensten. Voor de clusters Biotechnologie en Materiaalkunde pakt het rekenmodel het meest negatief uit; respectievelijk min 18 en min 25 procent. Chemische Technologie zou slechts 1,6 procent inleveren. Om die drastische verschillen af te dempen wil het faculteitsbestuur een ‘beleidsruimte’ en een ‘solidariteitsbijdrage’ inzetten.

De onzekerheden waar STM mee worstelt – en die net zo goed gelden voor andere faculteiten – zijn de aantallen nieuwe studenten, het nieuwe geldverdelingsmodel van de universiteit en de kosten van huisvesting die doorberekend gaan worden. Het zit beheerder dr. M. van den Esker dwars dat hij die ‘marktfactoren’ slechts in zeer geringe mate kan beïnvloeden.

Aantallen nieuwe eerstejaars zijn grotendeels een gegeven. De nieuwe manier van geldverdelen binnen de TU is opgehangen aan de ‘produkten’ (output) die faculteiten afleveren (zoals ingenieurs, promovendi, publicaties en octrooien), maar daarmee is nog niet gezegd dat bestuurders direct die output omhoog kunnen brengen. ,,Bijvoorbeeld bij de outputfactor publicaties. Je kunt wel zeggen dat we die gaan opvoeren, maar onze faculteit hééft al een hoge score in vakpublicaties en abstracts. Ik betwijfel of dat nog veel verder omhoog kan”, aldus de beheerder.

Huisvesting is een andere kostenpost die onzekerheden schept. STM wil terug van 32-duizend vierkante meter naar 25-duizend. Het college van bestuur is slechts bereid de faculteit voor 21-duizend vierkante meters te compenseren. Het verschil zal STM, zoals het zich nu laat aanzien, zelf moeten betalen.

In het voorstel voor een andere verdeling van personele middelen benadrukken beheer en bestuur van STM nogmaals dat domweg niet opvullen van vacant komende personeelsplaatsen onverstandig is. Als er personeelsleden gaan vertrekken, wil de faculteit op voorhand weten of die plaats opgeheven kan worden, of dat de taken door ander, eventueel bijgeschoold, personeel moeten worden overgenomen. Onvrijwillig vertrek of gedwongen ontslag is niet aan de orde; de faculteit zou dan zelf opdraaien voor wachtgelden.

En, zoals ook het geval bij andere faculteiten, wil STM niet dat de meest voor de hand liggende groep personeelsleden, de tijdelijk in dienst zijnde aio’s, collectief opgeofferd worden aan de bezuinigingsnoodzaak. Echter, het bestuur schrijft ,,helaas is dit onvermijdelijk”. Het acht die teruggang ,,tijdelijk aanvaardbaar” op voorwaarde dat voldoende aio’s uit andere geldstromen gefinancierd kunnen worden. (B.B.)

Benno Boeters


Aio’s aan het werk in het Kluyverlab, Boitechnologie

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.