Opinion

Ambacht

Mijn promotor stelde in zijn proefschrift dat wat bij een wetenschapper voor vakidiotie doorgaat, bij kunstenaars vaak bezieling genoemd wordt. Daarmee zette hij de wetenschapper op de stoel van de kunstenaar.

br />
Een romantisch idee van kunstenaar en wetenschapper doemt op. Tot diep in de nacht tussen stapels papieren of penselen, achter een schildersezel of computerscherm, koortsachtig klooien totdat er iets ontstaat wat de moeite waard is. Ik zit ook wel eens tot laat achter de computer te werken, tussen stapels papier die mijn moeder zou omschrijven als artistieke bende, maar toch vergelijk ik mijn werk liever niet met dat van kunstenaars.

In de beste wetenschappelijke artikelen wordt een eenvoudig idee getoetst met behulp van experimenten. De resultaten leiden dan vanzelf tot inzicht: een beschrijving van wat er altijd al was. Daar komt geen kunstenaarshand aan te pas. Ik ken weinig kunstenaars, en hoe zij precies werken weet ik niet, maar in mijn ogen zijn kunstwerken toch meer het gevolg van inspiratie. Iets wat er nog niet was wordt uit penselen en verf geschapen.

Wat mij ‘s avonds aan het werk houdt, heeft weinig met inspiratie te maken. Het is meer de motivatie van een schilder of timmerman: “Ik ben vandaag aan deze klus begonnen en nu zal ik hem nu afmaken ook, dan kan ik morgen weer met iets nieuws beginnen.” Het beeld van de wetenschapper als ambachtsman staat mij wel aan. We zijn allemaal in staat een superpublicatie te schrijven als ons de tijd, het geld, en het juiste onderwerp gegeven is. Wat rest is wat goede wetenschappers van topwetenschappers onderscheidt: de beheersing van het vak. Welk onderzoeksthema kies je? Waar haal je het geld vandaan, en hoe? Wat voor experiment moet je nu nog doen om de resultaten nog beter uit te laten komen? Hoe schrijf je je resultaten op de meest aantrekkelijke manier op? Hoe krijg je je werk langs de referee?

Het uitoefenen van een ambacht is niet populair vandaag de dag. Middelbare scholieren zien meer in een toekomst als manager dan als ingenieur. Op universitair niveau is het beeld nog veel duidelijker. Welke Nederlander doet nog ‘ambachtelijk’ promotieonderzoek? Onze wetenschappelijke wereld teert op een arsenaal van buitenlandse onderzoekers uit landen waar het management als professie nog niet is uitgevonden. Na hun promotie worden ze net zo makkelijk weer weggestuurd. Kijk naar de hoogleraren die om je heen benoemd worden. Er zitten er maar weinig tussen die uit de wetenschap komen. Bijna zonder uitzondering zijn zij afkomstig uit het bedrijfsleven, waar ze hebben leren managen.

Een akelige ontwikkeling, vind ik zelf. Dat ik door de buitenwereld ten onrechte als kunstenaar wordt aangezien: daar kan ik nog mee leven. Maar stel je toch eens voor dat de wetenschappers – met recht – een imago van boekhouders en carriÈrejagers tegemoet gaan. Ik zal een ander vak moeten kiezen.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Mijn promotor stelde in zijn proefschrift dat wat bij een wetenschapper voor vakidiotie doorgaat, bij kunstenaars vaak bezieling genoemd wordt. Daarmee zette hij de wetenschapper op de stoel van de kunstenaar.

Een romantisch idee van kunstenaar en wetenschapper doemt op. Tot diep in de nacht tussen stapels papieren of penselen, achter een schildersezel of computerscherm, koortsachtig klooien totdat er iets ontstaat wat de moeite waard is. Ik zit ook wel eens tot laat achter de computer te werken, tussen stapels papier die mijn moeder zou omschrijven als artistieke bende, maar toch vergelijk ik mijn werk liever niet met dat van kunstenaars.

In de beste wetenschappelijke artikelen wordt een eenvoudig idee getoetst met behulp van experimenten. De resultaten leiden dan vanzelf tot inzicht: een beschrijving van wat er altijd al was. Daar komt geen kunstenaarshand aan te pas. Ik ken weinig kunstenaars, en hoe zij precies werken weet ik niet, maar in mijn ogen zijn kunstwerken toch meer het gevolg van inspiratie. Iets wat er nog niet was wordt uit penselen en verf geschapen.

Wat mij ‘s avonds aan het werk houdt, heeft weinig met inspiratie te maken. Het is meer de motivatie van een schilder of timmerman: “Ik ben vandaag aan deze klus begonnen en nu zal ik hem nu afmaken ook, dan kan ik morgen weer met iets nieuws beginnen.” Het beeld van de wetenschapper als ambachtsman staat mij wel aan. We zijn allemaal in staat een superpublicatie te schrijven als ons de tijd, het geld, en het juiste onderwerp gegeven is. Wat rest is wat goede wetenschappers van topwetenschappers onderscheidt: de beheersing van het vak. Welk onderzoeksthema kies je? Waar haal je het geld vandaan, en hoe? Wat voor experiment moet je nu nog doen om de resultaten nog beter uit te laten komen? Hoe schrijf je je resultaten op de meest aantrekkelijke manier op? Hoe krijg je je werk langs de referee?

Het uitoefenen van een ambacht is niet populair vandaag de dag. Middelbare scholieren zien meer in een toekomst als manager dan als ingenieur. Op universitair niveau is het beeld nog veel duidelijker. Welke Nederlander doet nog ‘ambachtelijk’ promotieonderzoek? Onze wetenschappelijke wereld teert op een arsenaal van buitenlandse onderzoekers uit landen waar het management als professie nog niet is uitgevonden. Na hun promotie worden ze net zo makkelijk weer weggestuurd. Kijk naar de hoogleraren die om je heen benoemd worden. Er zitten er maar weinig tussen die uit de wetenschap komen. Bijna zonder uitzondering zijn zij afkomstig uit het bedrijfsleven, waar ze hebben leren managen.

Een akelige ontwikkeling, vind ik zelf. Dat ik door de buitenwereld ten onrechte als kunstenaar wordt aangezien: daar kan ik nog mee leven. Maar stel je toch eens voor dat de wetenschappers – met recht – een imago van boekhouders en carriÈrejagers tegemoet gaan. Ik zal een ander vak moeten kiezen.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.