Compromis over RAS-regeling

Per collegejaar 2018-2019 gaat de nieuwe ‘regeling profileringsfonds’ (voorheen RAS) in, met daarin als belangrijkste veranderingen:

• De mogelijkheid om nieuwe initiatieven toe te laten die niet binnen de huidige regeling passen, mits zij aan gestelde criteria voldoen.
• Invoering van een erkenningscyclus van drie jaar voor verenigingen. Dat betekent dat om de drie jaar wordt bekeken of in de regeling erkende verenigingen nog voldoen aan eisen en voorwaarden. Bovendien kan de TU nieuwe initiatieven beoordelen en tussentijds toelaten. Daaraan gekoppeld is:
• Invoering van staffels voor bestuurs- en commissiemaanden in box 1 (gezelligheidsverenigingen) en box 2 (studieverenigingen). Voor box 1 is de staffel gebaseerd op studentenaantallen van een vereniging. Ofwel: de hoeveelheid leden van een vereniging bepaalt het aantal RAS-maanden en hoeveel fulltime bestuursfuncties zij vergoed krijgen, met een maximum van zeven. Voor box 2 wordt gekeken naar het aantal ingeschreven studenten van de opleidingen. In deze box geldt een maximum van 5 fulltimers. Kleine verenigingen hebben via de staffel lagere maxima.
• Invoering van een variabele maandprijs voor RAS-maanden met een maximum en een minimum. Bij een toename van het totaal aantal bestuurs- en commissiemaanden zakt het budget per maand. Dat geeft ruimte voor nieuwe initiatieven en verenigingen zonder dat het totale RAS-budget stijgt.
• Een maximum van tien RAS-maanden voor studentbestuurders die niet fulltime besturen.
• Vervanging van de eis dat studenten hun propedeuse moeten hebben gehaald, door de eis dat ze bij aanvang van hun tweede jaar zestig punten moeten hebben gehaald in hun huidige opleiding. Studenten die derdejaars of ouder zijn, dienen een studievoortgang van 75 procent te hebben in hun huidige opleiding.
• Een korting van vijf tot tien procent op het totale RAS-budget.
• Kleine wijzigingen voor box 3 (sportverenigingen), box 4 (bestuur en studentenbelangen) en box 5 (studentenprojecten). Het aantal fulltime bestuurders wordt in een aantal gevallen teruggebracht.

Met ingang van collegejaar 2017-2018 komen er al wijzigingen voor onvoorziene omstandigheden zoals ziekte. Een student moet hierover al binnen drie maanden contact opnemen met een studie-adviseur. Zo kan de student ondersteuning krijgen bij het maken van een zo goed mogelijke studieplanning.

Maandenlange discussie

Het college van bestuur wilde al een aantal jaren het budget voor de RAS-maanden verlagen en een regeling maken die financieel beter beheersbaar was met minder fulltime besturen. Door minder fulltime te besturen zijn studie en bestuurswerk beter te combineren, vindt het college. Juist over dit punt is de afgelopen maanden het langst en meest gediscussieerd met de studentenraad, zo bleek tijdens een overlegvergadering tussen cvb en sr op 23 maart.

Tijdens deze vergadering wilde het college er koste wat kost uitkomen. Er werd daarom ook even geschorst toen de sr een aantal aanpassingen wilde waar het cvb niet mee akkoord ging. Het cvb ging weliswaar akkoord met een alternatieve staffel, maar wilde niet een jaar uitstel naar 2018-2019. Alleen als er overeenstemming was over andere punten. De wijzigingen in RAS-maanden voor onvoorziene omstandigheden wilde het cvb dan wel per september laten ingaan.

Applaus

Het college vond het ‘ook moeilijk’ dat de sr een maximum van tien in plaats van negen maanden wilde voor studentbestuurders die niet fulltime besturen. De sr wilde echter vooral de propedeuse-eis omzetten in de eis dat studenten hun bindend studieadvies van 45 studiepunten hebben gehaald, ofwel 75 procent van hun studievoortgang. Anders zouden ouderejaars studenten die een vak uit hun eerste jaar hebben gemist geen recht op RAS-maanden hebben. Het college vond een voortgangseis van 45 studiepunten voor tweedejaars problematisch.

Toen na een korte schorsing de sr met het bovenstaande compromis kwam en collegelid Anka Mulder zei daar mee te kunnen leven, klonk er applaus. “Dit is een mijlpaal”, zei Mulder.