Education

De première

De première. Een volle zaal. Iedereen is licht gespannen over het resultaat van een jaar lang repeteren en weken filmen bij antiquair en groenteboer.

br />
Het openingsstuk van het nieuwe stadstheater, een samenwerking van de vier grote studentenverenigingen (Bond, Corps, Jansbrug en Virgiel) en een professionele, althans dure, regisseur: één van deze drie elementen had een toneelproduktie al bijzonder kunnen maken. Maar dit alles in één stuk – dat belooft toch wat.

,,Hé! Hoi! Hééé! Hai! Oh, hoi!” Vier spelers begroeten elkaar vanuit de vier zaaldeuren. Rumoer verstomt. Na een voorstelronde van de spelers, gevolgd door het subtiel afhandelen van de sponsorverplichtingen, komt het stuk: Shakespeare’s ‘Koopman van Venetië’.

Ik ben gewaarschuwd om het stuk na afloop eerst even op me in te laten werken, en dat is ook nodig. Slechts een enkeling die na de voorstelling het theater verlaat, weet meteen wat hij er van vindt: saai. Degenen die bloederige sterfscènes en grootse decorwisselingen verwachten, komen inderdaad bedrogen uit.

Maar het streven van Filip Fokkens, de regisseur, was het toneelstuk zó ver uit te kleden dat slechts de pure tekst en de bedoeling van Shakespeare zelf zouden overblijven. Geen decorstukken, alle spelers in driedelig grijs, geen toneelspel, geen gelaatsuitdrukkingen: puur tekst.

Een gewaagde opzet, dat wel, maar de oud-rechtenstudent had toch moeten inzien dat hij met studenten van doen had en niet met professionele acteurs. Op het moment dat de benodigde honderd procent perfectie niet haalbaar bleek, had hij zijn doel moeten bijstellen. Door iets meer spel, mimiek of intonaties toe te laten.

Of misschien door de pauze iets naar voren te schuiven, want veel voetbalfanaten zijn bij de première totaal onthutst als de wedstrijd niet gewoon twee keer drie kwartier blijkt te duren. Nou zijn de meeste toneelliefhebbers flexibel genoeg om dat principe te laten varen, maar de pauze is op een wel erg experimentele manier ingepland; het dringt maar moeilijk tot de toeschouwers door dat de eindscène inderdaad al twintig minuten na de onderbreking wordt gespeeld.

Wat niet wil zeggen dat het spel niet goed is, integendeel. Met name Ianus Keller en Martijn Kleverlaan (twee van de hoofdrolspelers) zetten hun rollen zelfverzekerd en ontspannen neer. Shakespeare maakt het de spelers met zijn hersenspinsels niet gemakkelijk. Ondanks de niet helemaal bereikte perfectie is iedereen toch vol bewondering over de enorme tekstregen die op de zaal neerdaalt.

Spectaculair is het diascherm op het toneel, waarop behalve dia’s ook acteurs te zien zijn, die achter de schermen ‘live’ voor de videocamera hun rollen vertolken. Een soort van virtual reality, maar dan niet-virtual. Technisch knap en fraai uitgevoerd, al was het lang zoeken naar het Delmonte-stickertje (verwijzing naar de plaats van handeling) op de vertoonde banaan.

De ‘Koopman van Venetië’ is nog te zien op 16 januari in Theater De Veste.

De première. Een volle zaal. Iedereen is licht gespannen over het resultaat van een jaar lang repeteren en weken filmen bij antiquair en groenteboer.

Het openingsstuk van het nieuwe stadstheater, een samenwerking van de vier grote studentenverenigingen (Bond, Corps, Jansbrug en Virgiel) en een professionele, althans dure, regisseur: één van deze drie elementen had een toneelproduktie al bijzonder kunnen maken. Maar dit alles in één stuk – dat belooft toch wat.

,,Hé! Hoi! Hééé! Hai! Oh, hoi!” Vier spelers begroeten elkaar vanuit de vier zaaldeuren. Rumoer verstomt. Na een voorstelronde van de spelers, gevolgd door het subtiel afhandelen van de sponsorverplichtingen, komt het stuk: Shakespeare’s ‘Koopman van Venetië’.

Ik ben gewaarschuwd om het stuk na afloop eerst even op me in te laten werken, en dat is ook nodig. Slechts een enkeling die na de voorstelling het theater verlaat, weet meteen wat hij er van vindt: saai. Degenen die bloederige sterfscènes en grootse decorwisselingen verwachten, komen inderdaad bedrogen uit.

Maar het streven van Filip Fokkens, de regisseur, was het toneelstuk zó ver uit te kleden dat slechts de pure tekst en de bedoeling van Shakespeare zelf zouden overblijven. Geen decorstukken, alle spelers in driedelig grijs, geen toneelspel, geen gelaatsuitdrukkingen: puur tekst.

Een gewaagde opzet, dat wel, maar de oud-rechtenstudent had toch moeten inzien dat hij met studenten van doen had en niet met professionele acteurs. Op het moment dat de benodigde honderd procent perfectie niet haalbaar bleek, had hij zijn doel moeten bijstellen. Door iets meer spel, mimiek of intonaties toe te laten.

Of misschien door de pauze iets naar voren te schuiven, want veel voetbalfanaten zijn bij de première totaal onthutst als de wedstrijd niet gewoon twee keer drie kwartier blijkt te duren. Nou zijn de meeste toneelliefhebbers flexibel genoeg om dat principe te laten varen, maar de pauze is op een wel erg experimentele manier ingepland; het dringt maar moeilijk tot de toeschouwers door dat de eindscène inderdaad al twintig minuten na de onderbreking wordt gespeeld.

Wat niet wil zeggen dat het spel niet goed is, integendeel. Met name Ianus Keller en Martijn Kleverlaan (twee van de hoofdrolspelers) zetten hun rollen zelfverzekerd en ontspannen neer. Shakespeare maakt het de spelers met zijn hersenspinsels niet gemakkelijk. Ondanks de niet helemaal bereikte perfectie is iedereen toch vol bewondering over de enorme tekstregen die op de zaal neerdaalt.

Spectaculair is het diascherm op het toneel, waarop behalve dia’s ook acteurs te zien zijn, die achter de schermen ‘live’ voor de videocamera hun rollen vertolken. Een soort van virtual reality, maar dan niet-virtual. Technisch knap en fraai uitgevoerd, al was het lang zoeken naar het Delmonte-stickertje (verwijzing naar de plaats van handeling) op de vertoonde banaan.

De ‘Koopman van Venetië’ is nog te zien op 16 januari in Theater De Veste.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.