Met ‘Deelder leeft’ trekt Jules de Rotterdammer voor de zoveelste keer door Nederland. In sneltreinvaart schieten de moppen, anekdotes en gedichten voorbij.
Aan het einde van de rit trekt hij twintig minuten uit om zijn nieuwe boek te promoten. Geeft hij een parodie op de commerciële schrijver ten beste of een ordinair vertoon van koopmanschap?
Jules Deelder is inmiddels precies vijftig jaar oud. Aan de ‘punkdichter’, ‘moppentapper’, ‘verhalenverteller’ of hoe je hem ook zou willen noemen – als het maar geen ‘conferenciér’ is, want daarvan moet hij kotsen – valt niet af te zien, dat hij sinds het begin van zijn carrière ook maar een spat ouder is geworden.
Een ruig leven met overmatig dopegebruik, als we zijn sterke verhalen moeten geloven, heeft vooralsnog geen zichtbare sporen achtergelaten. Evenmin is hij door de jaren heen milder geworden. De wilde haren zijn nog altijd stijf van de gel strak achterover gekamd, zijn spitse, magere smoel vertrekt zich nooit in een glimlach, en hij gaat het publiek als vanouds te lijf met galgehumor.
Gelukkig maar voor Deelder dat de tijden wèl zijn veranderd en dat het publiek dat zich zaterdagavond naar Het Kruispunt in Barendrecht of De Tamboer in Hoogeveen begeeft, een stuk grijzer en braver is dan de mensen die vroeger zijn voorstellingen bezochten. Dat lacht zich een breuk om een mop waarin hij vraagt waarom een necrofiel zich het liefst overgeeft aan een lijk van zes weken oud.
Ook valt te hopen dat het publiek, mocht het vaker zijn optredens bijwonen, zich er niet aan stoort dat hij één van zijn grappen in een vorige show ook al eens liet horen. Die over de jager die in plaats van munitiepatronen tampons in zijn geweer stopt, mag er overigens best zijn, maar zoals de meeste moppen, niet voor de tweede keer.
Bravoure
Stoer is Deelder vooral als hij anekdotes opdist uit het verleden. Hoe hij ooit drie jaar lang stond ingeschreven voor een studie Nederlands, een tijd die grotendeels opging in de rook van vette joints. Een enfant terrible zonder weerga die menig docent de stuipen op het lijf moet hebben gejaagd met zijn recalcitrant gedrag en die er ook wel zou komen – waarvan akte! – zonder kennisname van het middelnederlands.
Angst boezemt hij ongetwijfeld ook automobilisten in, die hij op de snelweg consequent met een gang van 170 km per uur voorbijraast. Files zijn slecht voor het milieu, redeneert hij, daarom kun je beter zo hard mogelijk op het gaspedaal duwen. Het risico dat je dan af en toe te ruim door de bocht gaat, zodat de auto na een dubbele salto met schroef ondersteboven in de berm belandt, neem je op de koop toe.
Dergelijke verhalen hoor je vaker op verjaardagspartijtjes waarin ooms met jongensachtige bravoure vertellen over hun diensttijd. Soms kan dat erg leuk zijn, maar als de branieverhalen na een paar feestjes een voorspelbaar verloop aannemen of als ze uitmonden in de zoveelste variatie op hetzelfde thema, kun je je beter met een wc-smoes uit de voeten maken.
Schatplichtig
Nu is Jules Deelder niet alleen moppentapper enverhalenverteller, maar bovenal dichter. In een onstuitbaar tempo draagt hij ze voor. Het klassieke rijmschema gaat hij niet uit de weg en ook stilistisch betoont hij zich, evenals in zijn verhalen, schatplichtig aan het negentiende eeuwse erfgoed. En het moet gezegd dat hij daarin een originele, persoonlijke visie op het leven weet uit te dragen.
Maar hij is op zijn best wanneer hij plaatsneemt achter het drumstel van Trio Me Reet, want dan houdt hij even zijn mond. Eigenlijk zou hij het liefst niet meer optreden, afgaande op het dédain waarmee hij het publiek tegemoet treedt, en leven van de pen. Bij wijze van voorschot daarop praat hij het publiek twintig minuten lang murw dat het zijn nieuwste boek móet kopen. Voor degenen die de zaal durven verlaten zonder aanschaf van het dundrukje is het ergste gevreesd. Bij het vooruitzicht om nog langer als conferenciér stad en land af te reizen, zouden we ons, als we in zijn schoenen stonden, inderdaad maar zo snel mogelijk terugtrekken achter de schrijftafel.
‘Deelder leeft’ door Jules Deelder is wo. 7 feb. te zien in Theater de Veste. Aanvang: 20.15 uur.
Met ‘Deelder leeft’ trekt Jules de Rotterdammer voor de zoveelste keer door Nederland. In sneltreinvaart schieten de moppen, anekdotes en gedichten voorbij. Aan het einde van de rit trekt hij twintig minuten uit om zijn nieuwe boek te promoten. Geeft hij een parodie op de commerciële schrijver ten beste of een ordinair vertoon van koopmanschap?
Jules Deelder is inmiddels precies vijftig jaar oud. Aan de ‘punkdichter’, ‘moppentapper’, ‘verhalenverteller’ of hoe je hem ook zou willen noemen – als het maar geen ‘conferenciér’ is, want daarvan moet hij kotsen – valt niet af te zien, dat hij sinds het begin van zijn carrière ook maar een spat ouder is geworden.
Een ruig leven met overmatig dopegebruik, als we zijn sterke verhalen moeten geloven, heeft vooralsnog geen zichtbare sporen achtergelaten. Evenmin is hij door de jaren heen milder geworden. De wilde haren zijn nog altijd stijf van de gel strak achterover gekamd, zijn spitse, magere smoel vertrekt zich nooit in een glimlach, en hij gaat het publiek als vanouds te lijf met galgehumor.
Gelukkig maar voor Deelder dat de tijden wèl zijn veranderd en dat het publiek dat zich zaterdagavond naar Het Kruispunt in Barendrecht of De Tamboer in Hoogeveen begeeft, een stuk grijzer en braver is dan de mensen die vroeger zijn voorstellingen bezochten. Dat lacht zich een breuk om een mop waarin hij vraagt waarom een necrofiel zich het liefst overgeeft aan een lijk van zes weken oud.
Ook valt te hopen dat het publiek, mocht het vaker zijn optredens bijwonen, zich er niet aan stoort dat hij één van zijn grappen in een vorige show ook al eens liet horen. Die over de jager die in plaats van munitiepatronen tampons in zijn geweer stopt, mag er overigens best zijn, maar zoals de meeste moppen, niet voor de tweede keer.
Bravoure
Stoer is Deelder vooral als hij anekdotes opdist uit het verleden. Hoe hij ooit drie jaar lang stond ingeschreven voor een studie Nederlands, een tijd die grotendeels opging in de rook van vette joints. Een enfant terrible zonder weerga die menig docent de stuipen op het lijf moet hebben gejaagd met zijn recalcitrant gedrag en die er ook wel zou komen – waarvan akte! – zonder kennisname van het middelnederlands.
Angst boezemt hij ongetwijfeld ook automobilisten in, die hij op de snelweg consequent met een gang van 170 km per uur voorbijraast. Files zijn slecht voor het milieu, redeneert hij, daarom kun je beter zo hard mogelijk op het gaspedaal duwen. Het risico dat je dan af en toe te ruim door de bocht gaat, zodat de auto na een dubbele salto met schroef ondersteboven in de berm belandt, neem je op de koop toe.
Dergelijke verhalen hoor je vaker op verjaardagspartijtjes waarin ooms met jongensachtige bravoure vertellen over hun diensttijd. Soms kan dat erg leuk zijn, maar als de branieverhalen na een paar feestjes een voorspelbaar verloop aannemen of als ze uitmonden in de zoveelste variatie op hetzelfde thema, kun je je beter met een wc-smoes uit de voeten maken.
Schatplichtig
Nu is Jules Deelder niet alleen moppentapper enverhalenverteller, maar bovenal dichter. In een onstuitbaar tempo draagt hij ze voor. Het klassieke rijmschema gaat hij niet uit de weg en ook stilistisch betoont hij zich, evenals in zijn verhalen, schatplichtig aan het negentiende eeuwse erfgoed. En het moet gezegd dat hij daarin een originele, persoonlijke visie op het leven weet uit te dragen.
Maar hij is op zijn best wanneer hij plaatsneemt achter het drumstel van Trio Me Reet, want dan houdt hij even zijn mond. Eigenlijk zou hij het liefst niet meer optreden, afgaande op het dédain waarmee hij het publiek tegemoet treedt, en leven van de pen. Bij wijze van voorschot daarop praat hij het publiek twintig minuten lang murw dat het zijn nieuwste boek móet kopen. Voor degenen die de zaal durven verlaten zonder aanschaf van het dundrukje is het ergste gevreesd. Bij het vooruitzicht om nog langer als conferenciér stad en land af te reizen, zouden we ons, als we in zijn schoenen stonden, inderdaad maar zo snel mogelijk terugtrekken achter de schrijftafel.
‘Deelder leeft’ door Jules Deelder is wo. 7 feb. te zien in Theater de Veste. Aanvang: 20.15 uur.

Comments are closed.