Education

Delft en Bandung maken plannen voor samenwerking

Met zestien projectvoorstellen, bijeengebracht in een werkplan, zijn rector Wakker en drie dekanen half juli teruggekeerd uit Indonesië. Wakker is zeer enthousiast over de reis en de belangstelling aan Indonesische zijde voor samenwerking met Delft.

Hij meent dat er een goede basis is in de toekomst meer studenten, afstudeerders, promovendi en docenten uit te wisselen.

De uitnodiging voor de viering van het 75-jarig bestaan van het Institut Teknologi Bandung heeft de Delftse universiteit aangegrepen om de banden met die universiteit, met de verantwoordelijke instellingen in Jakarta en ook met de universiteit van Surabaya aan te halen. Overigens gaat morgen college-voorzitter De Voogd als lid van het Forum Nederland Indonesië ook naar dat land.

De rector, de drie dekanen (Backer van Elektro, Van Ingen van L&R en Schoonman van Scheikunde) en de begeleidende ambtenaar werden verrast door de ontvangst die hen in Bandung ten deel viel. Op 3 juli 1920 richtten Nederlanders daar de Technische Hoogeschool Bandoeng op. ,,Tot onze verbazing zien de mensen daar Delft echt nog als de moederuniversiteit. ‘Daar liggen onze roots’, zeggen ze. Ze praten er met liefde over in een heel positieve sfeer. Wij waren de hoofdgasten en moesten bij de viering van het 75-jarig bestaan vooraan zitten”, vertelt Wakker.

,,Delft heeft daar een hele goede naam. Velen spreken er nog Nederlands; ook jongere wetenschappers, al zijn dat vaak vliegtuigbouwers. Wij hebben daar veel goodwill geproefd, bij onderzoekers, bij de jongere generatie en ook bij de ministeries in Jakarta”, aldus de rector.

De twee weken durende reis van de Delftenaren is georganiseerd op aanwijzing van het ministerie van onderwijs. OC&W-topman dr. P. Tindemans was in dezelfde tijd in Jakarta. ‘Zoetermeer’ wil met het bezoek een hernieuwde samenwerking met Indonesische universiteiten in gang zetten, na een impasse van drie jaar. In 1992 maakte de regering in Jakarta een abrupt einde aan de door minister Pronk gefinancierde projecten na opmerkingen van hem over de schending van mensenrechten in het door Indonesië bezette Oost-Timor. Onderwijsminister Ritzen was kort daarna in Indonesië, sprak daar zelfs met president Suharto en tekende een memorandum of understanding over een op basis van gelijkwaardigheid hernieuwde wetenschappelijke samenwerking.
Ervaring

De TU heeft in de jaren tachtig ruime ervaring kunnen opdoen met een niet door Pronk betaalde samenwerking. De Indonesische technologieminister B.J. Habibie (zelf in de jaren vijftig student vliegtuigbouw in Delft) was de drijvende kracht achter Apert, een programma voor de scholing van Indonesischestudenten in Delft. Een flink deel van die studenten vormen nu het kader van de IPTN-vliegtuigfabriek in Bandung die er in geslaagd is het verkeersvliegtuig N250 te ontwikkelen (Wakker: ,,Een geweldige prestatie; ik heb daar grote bewondering voor”).

Echter, het Apert-programma was zeker niet voor alle Indonesische studenten hier een succes. Onvoldoende vooropleiding, te weinig beheersing van de Nederlandse taal, gebrek aan begeleiding en aanpassingsproblemen werden steeds meer Indonesische studenten hier noodlottig.

Daarom hebben ‘Delft’ en ‘Bandung’ nu besloten, onder toeziend oog van de ministeries in beide landen, dat bij uitwisseling van studenten zorgvuldiger gewerkt zal worden.

Allereerst gaat het Erasmushuis in Jakarta, dat als verlengstuk van de Nederlandse ambassade al jarenlang taalcursussen geeft, gegadigden voor Delft strenger selecteren en aanvullende cursussen wis- en natuurkunde aanbieden. Komen Indonesische studenten naar Delft, dan krijgen zij een intensieve begeleiding, zeker in hun eerste jaar. Mentors zien toe het verdere verloop in hun studie. Wanneer er voldoende studenten komen, kan ook een Indonesische universitaire medewerker hier gedetacheerd worden als begeleider.

Daarnaast scheppen de twee technische universiteiten plaatsen voor afstuderende studenten die in een Engelstalig programma van colleges en werkgroepen hun ingenieursdiploma behalen. Rector Wakker gaat er van uit dat door de verdergaande internationalisering die colleges in het Engels er sowieso komen. Het Nederlands onderwijsministerie heeft overigens nog geen beurzenregeling bekend gemaakt die het voor Indonesiërs aantrekkelijk moet maken hier te komen studeren. Veel andere landen (Australië, de VS, Duitsland) kennen wel dergelijke regelingen.

De lijst van zestien onderzoeksprojecten die Wakker en de dekanen met hun collega’s in Bandung uitvoerig hebben besproken, liggen voor een deel in het L&R-vakgebied; naast vliegtuigbouw ook research in het global positioning system, satelliet-hoogtemeting (Wakkers eigen specialisme) en vliegtuignavigatie. Ook de al langer bestaande samenwerking in civiele techniek (havenaanleg, kustverdediging, baggertechniek) en in wiskunde en informatica is bestendigd.

Wakker is onder de indruk van de ‘geweldige uitdagingen’ in Indonesië. ,,Denk eens aan de mogelijkheden voor telecommunicatie in dat enorme eilandenrijk. Daar smùl je toch van als ingenieur. Of het corrosieprobleem, bijvoorbeeld. Schoonman (de STM-dekaan) zag met eigen ogen hoe Indonesiërs daarmee te kampen hebben. Die man liep gewoon te geníéten.”
(B.B.)


De rectoren Wiranto Arismunandar en Wakker ondertekenen in Bandung het werkplan met de zestien projecten

Benno Boeters

Met zestien projectvoorstellen, bijeengebracht in een werkplan, zijn rector Wakker en drie dekanen half juli teruggekeerd uit Indonesië. Wakker is zeer enthousiast over de reis en de belangstelling aan Indonesische zijde voor samenwerking met Delft. Hij meent dat er een goede basis is in de toekomst meer studenten, afstudeerders, promovendi en docenten uit te wisselen.

De uitnodiging voor de viering van het 75-jarig bestaan van het Institut Teknologi Bandung heeft de Delftse universiteit aangegrepen om de banden met die universiteit, met de verantwoordelijke instellingen in Jakarta en ook met de universiteit van Surabaya aan te halen. Overigens gaat morgen college-voorzitter De Voogd als lid van het Forum Nederland Indonesië ook naar dat land.

De rector, de drie dekanen (Backer van Elektro, Van Ingen van L&R en Schoonman van Scheikunde) en de begeleidende ambtenaar werden verrast door de ontvangst die hen in Bandung ten deel viel. Op 3 juli 1920 richtten Nederlanders daar de Technische Hoogeschool Bandoeng op. ,,Tot onze verbazing zien de mensen daar Delft echt nog als de moederuniversiteit. ‘Daar liggen onze roots’, zeggen ze. Ze praten er met liefde over in een heel positieve sfeer. Wij waren de hoofdgasten en moesten bij de viering van het 75-jarig bestaan vooraan zitten”, vertelt Wakker.

,,Delft heeft daar een hele goede naam. Velen spreken er nog Nederlands; ook jongere wetenschappers, al zijn dat vaak vliegtuigbouwers. Wij hebben daar veel goodwill geproefd, bij onderzoekers, bij de jongere generatie en ook bij de ministeries in Jakarta”, aldus de rector.

De twee weken durende reis van de Delftenaren is georganiseerd op aanwijzing van het ministerie van onderwijs. OC&W-topman dr. P. Tindemans was in dezelfde tijd in Jakarta. ‘Zoetermeer’ wil met het bezoek een hernieuwde samenwerking met Indonesische universiteiten in gang zetten, na een impasse van drie jaar. In 1992 maakte de regering in Jakarta een abrupt einde aan de door minister Pronk gefinancierde projecten na opmerkingen van hem over de schending van mensenrechten in het door Indonesië bezette Oost-Timor. Onderwijsminister Ritzen was kort daarna in Indonesië, sprak daar zelfs met president Suharto en tekende een memorandum of understanding over een op basis van gelijkwaardigheid hernieuwde wetenschappelijke samenwerking.
Ervaring

De TU heeft in de jaren tachtig ruime ervaring kunnen opdoen met een niet door Pronk betaalde samenwerking. De Indonesische technologieminister B.J. Habibie (zelf in de jaren vijftig student vliegtuigbouw in Delft) was de drijvende kracht achter Apert, een programma voor de scholing van Indonesischestudenten in Delft. Een flink deel van die studenten vormen nu het kader van de IPTN-vliegtuigfabriek in Bandung die er in geslaagd is het verkeersvliegtuig N250 te ontwikkelen (Wakker: ,,Een geweldige prestatie; ik heb daar grote bewondering voor”).

Echter, het Apert-programma was zeker niet voor alle Indonesische studenten hier een succes. Onvoldoende vooropleiding, te weinig beheersing van de Nederlandse taal, gebrek aan begeleiding en aanpassingsproblemen werden steeds meer Indonesische studenten hier noodlottig.

Daarom hebben ‘Delft’ en ‘Bandung’ nu besloten, onder toeziend oog van de ministeries in beide landen, dat bij uitwisseling van studenten zorgvuldiger gewerkt zal worden.

Allereerst gaat het Erasmushuis in Jakarta, dat als verlengstuk van de Nederlandse ambassade al jarenlang taalcursussen geeft, gegadigden voor Delft strenger selecteren en aanvullende cursussen wis- en natuurkunde aanbieden. Komen Indonesische studenten naar Delft, dan krijgen zij een intensieve begeleiding, zeker in hun eerste jaar. Mentors zien toe het verdere verloop in hun studie. Wanneer er voldoende studenten komen, kan ook een Indonesische universitaire medewerker hier gedetacheerd worden als begeleider.

Daarnaast scheppen de twee technische universiteiten plaatsen voor afstuderende studenten die in een Engelstalig programma van colleges en werkgroepen hun ingenieursdiploma behalen. Rector Wakker gaat er van uit dat door de verdergaande internationalisering die colleges in het Engels er sowieso komen. Het Nederlands onderwijsministerie heeft overigens nog geen beurzenregeling bekend gemaakt die het voor Indonesiërs aantrekkelijk moet maken hier te komen studeren. Veel andere landen (Australië, de VS, Duitsland) kennen wel dergelijke regelingen.

De lijst van zestien onderzoeksprojecten die Wakker en de dekanen met hun collega’s in Bandung uitvoerig hebben besproken, liggen voor een deel in het L&R-vakgebied; naast vliegtuigbouw ook research in het global positioning system, satelliet-hoogtemeting (Wakkers eigen specialisme) en vliegtuignavigatie. Ook de al langer bestaande samenwerking in civiele techniek (havenaanleg, kustverdediging, baggertechniek) en in wiskunde en informatica is bestendigd.

Wakker is onder de indruk van de ‘geweldige uitdagingen’ in Indonesië. ,,Denk eens aan de mogelijkheden voor telecommunicatie in dat enorme eilandenrijk. Daar smùl je toch van als ingenieur. Of het corrosieprobleem, bijvoorbeeld. Schoonman (de STM-dekaan) zag met eigen ogen hoe Indonesiërs daarmee te kampen hebben. Die man liep gewoon te geníéten.”
(B.B.)


De rectoren Wiranto Arismunandar en Wakker ondertekenen in Bandung het werkplan met de zestien projecten

Benno Boeters

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.