Na alle Amsterdamse protesten over medezeggenschap
kunnen Delftse studenten op 20 en 21 mei laten zien hoe
belangrijk zij dit vinden. Die dagen zijn er namelijk weer
studentenraadsverkiezingen.
Lijsttrekkers Julie Fraiture
(Oras) en Julia van der Ven (Lijst Bèta) over inspraak,
protest en wat er beter kan aan de TU.
Jullie partijen hebben vooraf over elkaars verkiezingscampagne overlegd. Is dat niet een beetje vreemd bij een verkiezingsstrijd?
Fraiture: “Wij zijn daar zelf niet bij betrokken, maar je wilt minstens twee partijen in de studentenraad (sr) en het is dan fijn als je een tegengesteld verkiezingsprogramma hebt. De student heeft anders niks te kiezen.”
Van der Ven: “Je werkt als raad natuurlijk intensief samen, maar er zijn onderwerpen waar Lijst Bèta zich voor heeft ingezet en onderwerpen waar juist Oras zich veel mee heeft beziggehouden. Het gaat om het claimen van dingen waarmee je campagne voert. Daarover moet je natuurlijk overleggen.”
Jullie zetten je het komend jaar in voor inspraak van studenten aan de TU. Studenten in Amsterdam bezetten gebouwen voor meer inspraak (zie kader). Wat vinden jullie daarvan?
Fraiture: “Oras vindt dat niet de manier. We denken dat je met overleggen het meest bereikt. Oras is de partij die het langst in de raad zit, al 42 jaar, daardoor hebben we met alle partijen binnen de TU een goede relatie. We onderhouden onze contacten goed en proberen via constructief overleg er het beste uit te halen voor de student.”
Van der Ven: “Wij begrijpen heel goed waarom studenten in Amsterdam boos zijn. Op de UvA is te weinig inspraak, maar bezetten van gebouwen is niet het middel voor ons. De studenten die een gebouw bezetten zijn de meest radicale. Zij gingen alleen weg als het college van bestuur (cvb) opstapte. Er zijn op de UvA ook veel studenten die niet bezetten en naar een oplossing wilden kijken. Het college had met die studenten moeten praten.”
Dergelijke protesten ontbreken in Delft. Waarom gaan studenten hier de straat niet op?
Fraiture: “Omdat problemen hier niet zo groot zijn. In Delft stemt veertig procent van de studenten bij studentenraadsverkiezingen. Dat is een van de hoogste percentages van Nederland. Daarom wordt de sr heel serieus genomen door het college. Probleem in Amsterdam is dat kleine studies worden weggecijferd. In Delft neemt het studentenaantal alleen maar toe en zijn er goede baanperspectieven. Daar hoeft dus niet over te worden geprotesteerd.”
Van der Ven: “In Amsterdam komt het cvb met een plan en mag de sr er op het eind naar kijken. In Delft worden plannen besproken voordat ze af zijn. We hebben echt de mogelijkheid om dingen te veranderen. We denken niet dat het allemaal perfect is, er is ruimte voor verbetering.”
Staat de kwaliteit van de TU Delft onder druk?
Van der Ven: “Door het rendementsdenken? Ja.”
Fraiture:”Als de nadruk ligt op het halen van punten, gaan studenten niet leren omdat ze een vak leuk vinden, maar omdat ze die punten moeten binnenslepen. Daar heeft de kwaliteit onder te leiden.”
Van der Ven: “De druk zit ook bij professoren. Zij krijgen aan het eind van het jaar een rapport met slagingspercentages. Ik heb bij een vak gezien dat ze stof over de deeltjesversneller bij Cern hebben vervangen door meer oefenopdrachten. Misschien wordt hierdoor het vak door tien procent meer studenten gehaald, maar interesse wordt er niet mee gewekt. Een vriendin van mij heeft een stage bij Cern gedaan, juist omdat ze daarover in de collegezalen had gehoord. Daar heeft ze veel van geleerd.”
Fraiture: “Stages, buitenlandervaring opdoen: dat vinden we bij Oras ook belangrijk. Het valt onder ontplooiing. Risico is dat professoren een vak gemakkelijker maken, maar dat is helemaal niet het doel. Je wilt een ingenieur van topkwaliteit.”
Amsterdamse studenten willen meer democratie op de universiteit met een democratisch gekozen college van bestuur. Goed idee?
Fraiture: “Alleen als er genoeg informatie wordt verstrekt over kandidaten en waar zij voor staan.”
Van der Ven: “Ik vind het moeilijk. Van sommige dingen kun je als bevolking niet genoeg weten.”
Fraiture: “Neem de kwestie van de student-assesor (een student die bij vergaderingen van het college zit, red), daarmee vergroot je de brug tussen cvb en sr. Wij zijn daar niet voor. In Delft zijn we blij met de situatie zoals die is, omdat de band met het cvb goed is.”
Van der Ven: “Daar ben ik het mee eens, maar de sr hoeft niet over elk onderwerp wat te zeggen te hebben. En dat is bij een student-assessor wel het idee: dat ze bij alle vergaderingen zijn.”
Wil je niet over elk onderwerp wat te zeggen hebben? Dat is toch het toppunt van democratie?
Van der Ven: “Klopt, maar laatst sprak ik iemand van de facultaire studentenraad van Bouwkunde. Die mag iets zeggen over de hele begroting van Bouwkunde…”
Fraiture: “Dat mogen wij ook! Wij hebben adviesrecht.”
Van der Ven: “Klopt, maar over sommige dingen weten we niet genoeg.”
Fraiture: “Dan zou je er meer tijd aan moeten besteden. Het is ons recht om die begroting te krijgen. We hebben in principe overal iets over te zeggen: we hebben overal initiatiefrecht op. Over alle beslissingen kunnen we onze mening geven.”
Waarin verschilt jullie aanpak?
Fraiture: “Wij zoeken waar een probleem zit en pakken dat vanaf het begin aan.”
Van der Ven: “We zien problemen en pakken die aan door veranderingen in het onderwijs: zo bereik je elke student. RAS-maanden krijgen voor een commissie of bestuur is fijn voor de betreffende studenten, maar als je colleges verandert en sprekers laat komen zal elke student profiteren.”
Fraiture: “Het gaat niet alleen om commissies, maar om verbreding. Alles buiten je studie noemen wij ontplooiing. Oras vindt onderwijs én faciliteiten én ontplooiing belangrijk.”
Van der Ven: “Dat je voor een dreamteam geen RAS-maanden krijgt, is geen probleem. Je kunt het als minor doen. Dingen veranderen om het veranderen: daar staan wij niet achter.”
Fraiture: “Maar in een minor ben je er maar een half jaar mee bezig. Veel dreamteams zijn één of anderhalf jaar bezig en daar leer je het meest van. Het gaat niet alleen om de financiële vergoeding, maar ook om de erkenning op je diploma.”
Wat heeft jullie fractie het afgelopen jaar bereikt?Fraiture: “Mobiel printen. We zijn voor het behoud van vaste computers en meer werkplekken, omdat er meer studenten zijn. De Aula moet open zijn in het weekend tijdens tentamenweken, zodat je er kunt studeren. Langere openingstijden voor de universiteitsbibliotheek. Het buddyprogramma is mede opgezet door Oras. Delftse studenten worden daarbij gekoppeld aan internationale studenten om die een beetje wegwijs te maken in het Delftse studentenleven.”
Van der Ven: “Lijst Bèta helpt docenten zichzelf te verbeteren. We zetten elk jaar het Teacher of the Year-event op, waarbij een professor de kans krijgt om zijn manier van lesgeven te delen. Er is een debat en je kunt vragen stellen. En we hebben bereikt dat er voor alle vakken oefententamens beschikbaar moeten zijn.”
Fraiture: “Wat niet zo is… Ik heb wel eens een vak waar geen oefententamen voor is, maar dan zijn er wel oefenopgaven.”
Van der Ven: “Ik heb dat nog niet eerder gehoord. Is dat een Leids vak?”
Fraiture: “Nee, een Delfts vak.”
Van der Ven: “O, daarom is het belangrijk om vaak met studenten te blijven praten. Er kan altijd net één vak tussen de regels slippen…”
Wat moet er na jullie jaar in de sr veranderd zijn om tevreden te kunnen terugblikken?
Fraiture: “Ik ben tevreden als er nog meer werkplekken zijn, er minder verschoolsing is en meer ruimte is voor ontplooiing.”
Van der Ven: “We willen af van verschoolsing door docenten zich te laten professionaliseren. Ze moeten meer focussen op onderwijs. De kloof tussen studenten en professoren moet kleiner worden. Dat kan door middel van spreekuren. In de universiteit die ik in Amerika bezocht is een professor verplicht om twee uur per week een spreekuur voor studenten te hebben. We willen meer keuzevrijheid in het curriculum.”
Fraiture: “Tentamens moeten nagekeken zijn in tien dagen. Het kan soms twintig dagen duren. Dat moet sneller zodat je als student beter weet waar je aan toe bent. Dat is al bereikt. Alle studie-informatie moet op één plek te vinden zijn. Dat kan nog verbeterd worden. Verder: een sportkaart waarbij je betaalt voor wat je gebruikt. En ik ben tevreden als de colleges interactiever worden.”
Julie Fraiture, ORAS
Julie Fraiture (21) is derdejaars student life sciences & technology en lid van Virgiel, waar ze in de barcommissie en in de redactie zat van het verenigingsblad Carmina Burana. Vorig jaar zat ze in het Women Activation Committee van Yes!Delft Students. Medezeggenschap is haar niet vreemd: op de middelbare school zat ze al in de leerlingenraad. Ze hockeyt, werkt als huiswerkbegeleider, geeft bijles en is zeilinstructeur. Verder zingt ze en speelt ze piano, hoewel dat laatste nu op een laag pitje staat omdat ze geen piano in Delft heeft. Fraiture is kandidaat voor Oras, omdat die fractie volgens haar staat voor onderwijs, faciliteiten en ontplooiing. “De beste ingenieur krijg je niet door alleen goed onderwijs, maar ook door ontplooiing. Daarvoor moeten de faciliteiten goed zijn.”
Julia van der Ven
Julia van der Ven (20) wilde na haar middelbare school eerst iets van de wereld zien, voordat ze vijf of meer jaar natuurkunde zou gaan studeren. Met een Fulbright beurs studeerde ze een jaartje in Pennsylvania, waar het haar opviel dat er meer contact is tussen docenten en studenten. Zij lopen daar wat makkelijker bij docenten naar binnen voor een kop koffie. Na dit uitstapje naar de Verenigde Staten trainde ze een paar maanden Kung Fu in China, omdat ze gek is op vechtsporten. Ze is inmiddels tweedejaars student natuurkunde en lid van Sint Jansbrug, waar ze een activiteitencommissie heeft gedaan. Van der Ven kiest voor Lijst Bèta, omdat die volgens haar élke student vertegenwoordigt en wil helpen. “De focus van Lijst Bèta ligt bij onderwijs.”
Bezettingen Universiteit Amsterdam
Wegens gebrek aan inspraak en onvrede over ‘rendementsdenken’ bezetten enkele tientallen studenten van de Universiteit van Amsterdam (UvA) op 13 februari het Bungehuis. Dat is het pand van de faculteit Geesteswetenschappen, waarop fors wordt bezuinigd. Kleine talenstudies zouden moeten stoppen als zelfstandige opleiding. De protesterende studenten noemen zich De Nieuwe Universiteit en bezetten na de ontruiming van het Bungehuis op 24 februari het Maagdenhuis. Ook docenten en wetenschappers organiseren zich, in ReThink UvA. Zij vinden dat door het ‘doorgeschoten rendementsdenken’ de kwaliteit van onderwijs en onderzoek niet langer is gewaarborgd. Het bestuur is bereid een student-lid toe te laten in het college en een tienpuntenplan voor democratie vast te stellen. De bezetters beloven op 13 april – na een festival – te vertrekken, maar de politie ontruimt het pand twee dagen daarvoor. De ondernemingsraad en de studentenraad zeggen het vertrouwen in het bestuur op, waarna collegevoorzitter Louise Gunning vertrekt.
Op 30 april bezet het ‘Students 1st of May Committee’ het kennis- en informatiecentrum van de UvA. De actievoerders protesteren tegen de hoge werkdruk, tijdelijke contracten en prestatieprikkels en willen bovendien op de internatonale Dag van de Arbeid 1 mei vrij. De vijf bezetters verlaten na enkele uren het gebouw vrijwillig.

Comments are closed.