Campus

Delftse klanken – Melodieus en solide

De basis voor de viermansband Audiodaycare wordt gelegd in de winter van 2009. Verdiepinggenoten Bob Bruinekool en Wouter Koop, allebei gitarist, besluiten samen wat te gaan doen, voor de gein.

Al snel blijkt er een muzikale klik te zijn. Huisgenoot Rijk van Wel sluit zich aan, gevolgd door bassist Bas Visser. De twee oprichters, eerder afzonderlijk actief in andere bands, beginnen nummers te schrijven. Acts als The Foo Fighters, Biffy Clyro and Finger Eleven vormen de inspiratiebronnen. Koop: “We hadden al snel een karrenvracht aan ideeën om uit te werken.” Bruinekool: “Eén van ons schreef een zanglijn en een gitaarpartij, die we dan met zijn vieren uitwerkten. Nu schrijven we vaak samen. Dat geeft een ander geluid, omdat elk bandlid er zijn eigen swing aan geeft.”
In mei 2010 halen ze de finale van de strijd om de Café Vlaanderen Bokaal. Rond dezelfde tijd verschijnt een demo. Niet in standaardverpakking, maar in een ejector sleeve. Door een simpele beweging van één vingertop schuift de cd aan de zijkant tussen de behuizing van zacht kunststof vandaan. “We proberen origineel te zijn”, verklaart Koop.
De drie eigen composities kenmerken zich door de elkaar afwisselende vocalen en gelaagde, intense gitaarriffs. Met drie zingende bandleden en twee gitaristen ben je sterk in de breedte, vindt Koop: “Dan kun je de nummers live net zo laten klinken als bij een studio-opname.” Bruinekool: “Het is moderne rock met een solide klank. Stevige gitaarpartijen, wel zo melodieus mogelijk. Geen ge-grunt of geschreeuw, en met driestemmige zangpartijen.”
Met het rondsturen van de demo (te koop bij Velvet aan de Voldersgracht) hopen ze optredens te genereren. Intussen groeit het repertoire. Kool: “Er zijn zó waanzinnig veel nummers waarmee we verder willen.” In december zijn ze te horen in de tweeminutensessie op Kink FM.

Audiodaycare.nl

Ze hebben er zelfs een vereniging voor opgericht: Velocitas. Geen originele naam weet Van Dijk, “maar het staat wel voor wat wij willen: een vereniging voor snelle mensen.” Voorlopig zijn ze de enige leden. Aspirant-leden wacht een strenge selectieprocedure: “We zijn erg ambitieus.” Volgend jaar willen ze met de fiets de Alpe d’Huez beklimmen of de Mont Ventoux, maar de eerste grote uitdaging is de marathon der marathons: die van New York.

Tijdens hun studie luchtvaart- en ruimtevaarttechniek liepen ze samen hard. Aanvankelijk korte tochtjes van vijf kilometer, allengs werden de afstanden langer. Bij de fitness-sessies tijdens hun stage in Amerika was de onderlinge competitie hevig. Van Dijk: “Het beste dat je kunt hebben in sport. Dat brengt je samen op een hoger niveau. De stoppen sloegen eruit bij die loopbanden. We gingen twintig kilometer per uur.”

Na hun afstuderen begon Van Dijk aan zijn promotie en kreeg Beerens een baan. “Wij deden veel samen tijdens onze studietijd”, vervolgt de eerste. “Nu zoeken we naar nieuwe dingen die ons binden. Het zoeken naar uitdagingen karakteriseert ons als persoon. Het gaat ons om de piek en het traject ernaartoe. Het begint met een impulsief idee. Dan kom je erachter dat je heel veel moet doen. Dat je vijf keer per week moet gaan lopen. We hebben loopschema’s en diëten opgezocht op internet.”

Beerens valt hem bij: “Je beseft niet wat er allemaal bij komt kijken. In het begin liep ik rustig twintig kilometer op mijn hockeyschoenen. Dan merk je dat je professionele loopschoenen nodig hebt. Ik begon de duurlopen altijd veel te hard. Je tempo beheersen, dat moest ik leren.”
Het leidde tot allerhande kleine blessures. Van Dijk: “Omdat we laat begonnen, hanteerden we een intensief schema. We leerden dat je één keer per week moet pieken en de rest van de week rustiger doen. Dan krijgen je spieren meer tijd om te herstellen. Onderweg doemen vragen op. Hoe ver kan ik nog, hoe hard? Waarom doe ik dit? Na een paar maanden wordt het mentaal zwaar, maar die trainingsintensiteit is nodig om soepel een marathon te kunnen lopen.”

Twee weken vóór New York begonnen ze aan hun allereerste marathon, in Amsterdam. Volgens plan stapten ze voortijdig uit. “Op dertig kilometer loop je tegen een muur”, aldus Beerens. “Doorlopen vergroot het risico van blessures. We hebben nu wel ervaren hoe het is om een marathon te lopen. De zuigende kracht van de hele groep geeft je zo’n euforisch gevoel, daar loop je vanzelf harder op.” De marathon van New York is uniek, beseft hij. Niet alleen vanwege de miljoen toeschouwers. “Je loopt tussen fantastische architectuur. Ik denk dat ik eerder pijn in mijn nek krijg van het omhoogkijken dan een blessure aan mijn benen.” Van Dijk: “De hoogteverschillen zijn er groot. Ik ga mijn race anders indelen dan in Amsterdam. Daar begon ik snel, maar als die muur komt, betaal je de rekening. Dan worden de laatste tien kilometer een martelpartij. Schemalopen is heel belangrijk.” Net als de voeding, tot op het laatste moment. Beerens: “Vlak voor de marathon eet ik spaghetti. Tijdens het lopen een energiereep, anders gaat je maag protesteren. Dat hebben we allebei een keer gehad, dan kun je niks meer.”

Van Dijk: “Het leuke van een marathon: je kunt je nog zo goed voorbereiden, uiteindelijk gaat het toch om het moment op de dag zelf. Alles moet kloppen.”
Beerens: “Ik ben benieuwd hoe de laatste zeven kilometer gaan. In Amsterdam kwam ik tot 35 kilometer. Elke stap voel je dan, maar adrenaline en endorfine houden je op de been. Eigenlijk is de marathon een marteling voor je lichaam.”

De basis voor de viermansband Audiodaycare wordt gelegd in de winter van 2009. Verdiepinggenoten Bob Bruinekool en Wouter Koop, allebei gitarist, besluiten samen wat te gaan doen, voor de gein. Al snel blijkt er een muzikale klik te zijn. Huisgenoot Rijk van Wel sluit zich aan, gevolgd door bassist Bas Visser. De twee oprichters, eerder afzonderlijk actief in andere bands, beginnen nummers te schrijven. Acts als The Foo Fighters, Biffy Clyro and Finger Eleven vormen de inspiratiebronnen. Koop: “We hadden al snel een karrenvracht aan ideeën om uit te werken.” Bruinekool: “Eén van ons schreef een zanglijn en een gitaarpartij, die we dan met zijn vieren uitwerkten. Nu schrijven we vaak samen. Dat geeft een ander geluid, omdat elk bandlid er zijn eigen swing aan geeft.”
In mei 2010 halen ze de finale van de strijd om de Café Vlaanderen Bokaal. Rond dezelfde tijd verschijnt een demo. Niet in standaardverpakking, maar in een ejector sleeve. Door een simpele beweging van één vingertop schuift de cd aan de zijkant tussen de behuizing van zacht kunststof vandaan. “We proberen origineel te zijn”, verklaart Koop.
De drie eigen composities kenmerken zich door de elkaar afwisselende vocalen en gelaagde, intense gitaarriffs. Met drie zingende bandleden en twee gitaristen ben je sterk in de breedte, vindt Koop: “Dan kun je de nummers live net zo laten klinken als bij een studio-opname.” Bruinekool: “Het is moderne rock met een solide klank. Stevige gitaarpartijen, wel zo melodieus mogelijk. Geen ge-grunt of geschreeuw, en met driestemmige zangpartijen.”
Met het rondsturen van de demo (te koop bij Velvet aan de Voldersgracht) hopen ze optredens te genereren. Intussen groeit het repertoire. Koop: “Er zijn zó waanzinnig veel nummers waarmee we verder willen.” In december zijn ze te horen in de tweeminutensessie op Kink FM.

Audiodaycare.nl

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.