Gedurende de hele maand juli doet het Van Uden TU Sailing Team – als enige uit Nederland – mee aan de Tour de France â la voile, een prestigieuze zeilrace langs de kusten van Frankrijk.
De Delftse ploeg voelt zich na twee eerdere deelnames ervaren genoeg om dit jaar voor de winst in het studentenklassement te gaan. “Je moet hem eerder gevaren hebben”, zegt trimmer Stijn Nauta. “Anders kom je te veel verrassingen tegen. Op zeiltechnisch én op organisatorisch gebied. Ook de logistiek moet effectief en doeltreffend zijn.”
De Tour, die wordt gevaren in zogeheten ‘mumm 30’s’, begint in Duinkerken en eindigt in Hyères aan de méditerranée. Lange offshore-etappes van soms wel 150 zeemijlen (‘dan kun je 32 uur onderweg zijn’) worden afgewisseld met korte inshore-races. Er doen 32 boten mee, waarvan tien in de studentenklasse.
Tijdens de Tourstage in Pornichet, begin mei, ging het goed met de bootsnelheid, vertelt Nauta. “Maar je moet ook de gunstige lijn zien te vinden, dus een goede tactiek bepalen. We hebben de hele winter in Scheveningen getraind. In Pornichet hebben we ons nu ook kunnen meten met andere boten.” Het daaropvolgende EK bood evenzeer hoop: “We waren het beste studententeam en werden achtste overall.”
Naast de achtkoppige, ondersteunende walploeg bestaat het TU-team uit dertien zeilers, onder wie een professionele navigator. Nauta: “Bij het EK voer een andere crew dan in Pornichet. In beide samenstellingen hielden we de boot goed op gang. Dat is onze kracht. De Tour is elke dag varen, een maand lang. Dan moet je wel afwisselen.”
De Tour â la Voile leeft enorm in Frankrijk, weet Laura Talsma van de walploeg. “Toen we vorig jaar een etappe wonnen, kwamen allerlei jongetjes op de steiger om handtekeningen vragen. In het aankomstdorp word je jaren later nog herkend als winnaar. Het is een circus. Het village officiel aan de wal trekt duizenden mensen. Er is ook veel media-aandacht.”
Nauta: “Voor veel zeilers is het de opstap naar het officiële zeilcircuit. Omringd door zeilers van naam en faam doe je in korte tijd waanzinnig veel ervaring op. Tussen al die profs voel je je als student een soort rookie. Maar we hebben het toch maar voor elkaar gekregen om met hetzelfde materiaal op het water te komen. Dankzij de sponsors.”
Het Delftse amateurteam bereidde zich professioneel voor. Het schakelde zelfs een management-consultancybureau in om de groepssamenwerking te analyseren. Nauta: “Een professioneel bureau, dat je vertelt wat je voor karakter hebt aan de hand van je kleuren. Heel confronterend. Je gaat dingen in anderen herkennen, waarom iemand anders blij is of teleurgesteld. Aan onze truck hangt de uitslag van de testjes die we gedaan hebben. Zo word je er steeds aan herinnerd wat mensen gelukkig of ongelukkig maakt. Het draait allemaal om tolerantie. Ik krijg altijd jeuk van dat soort dingen, maar was onder de indruk van de sessie met die mensen. Een openbaring.”
Over de status van de Tour verschillen de meningen. De mumm 30-klasse is immers niet Olympisch. Nauta: “Dat is de makke van de zeilsport. Zoveel boottypes, zoveel geloven. Maar als je de Tour gezeild hebt, heb je wel veel langeafstand-ervaring. Dan heb je ook ‘s nachts geracet. Dan moet je goed je dag kunnen indelen.”
Er zit veel zelfwerkzaamheid in het project. De teamleden bouwden zelf aan een multifunctionele truck met slaap- en eetgelegenheid, magazijn etcetera. In een loods in de TU-wijk werd de boot ge-finetuned. Talsma: “Dat komt erop neer dat je ‘m zo licht mogelijk maakt. Zoveel mogelijk slopen dus. Alles wordt steeds meer open. Als je ‘s nachts vaart moet je alles blind kunnen vinden in het donker.”
De mumm 30 wordt in de zeilwereld wel gezien als een ‘Spartaanse en wispelturige boot’. Het lage gewicht gekoppeld aan het grote zeiloppervlak maakt het tot een fysiek zware klasse. Nauta: “Met harde wind mee kun je op volle zee gemiddeld 15, 16 knopen halen. Dat is waanzinnig snel, dan vliegt-ie gewoon uit de bocht.” Talsma: “Je mast wordt omgetrokken door je spinnaker.” Nauta: “Je moet je spullen in een waterdichte ton stoppen, anders wordt alles drijfnat. Er komt altijd water binnen, ondanks alle gesloten luiken.”
De Tour â la Voile leeft enorm in Frankrijk. “Toen we vorig jaar een etappe wonnen, kwamen allerlei jongetjes op de steiger om handtekeningen vragen.” (Foto: Van Uden TU Sailing Team)
De Delftse ploeg voelt zich na twee eerdere deelnames ervaren genoeg om dit jaar voor de winst in het studentenklassement te gaan. “Je moet hem eerder gevaren hebben”, zegt trimmer Stijn Nauta. “Anders kom je te veel verrassingen tegen. Op zeiltechnisch én op organisatorisch gebied. Ook de logistiek moet effectief en doeltreffend zijn.”
De Tour, die wordt gevaren in zogeheten ‘mumm 30’s’, begint in Duinkerken en eindigt in Hyères aan de méditerranée. Lange offshore-etappes van soms wel 150 zeemijlen (‘dan kun je 32 uur onderweg zijn’) worden afgewisseld met korte inshore-races. Er doen 32 boten mee, waarvan tien in de studentenklasse.
Tijdens de Tourstage in Pornichet, begin mei, ging het goed met de bootsnelheid, vertelt Nauta. “Maar je moet ook de gunstige lijn zien te vinden, dus een goede tactiek bepalen. We hebben de hele winter in Scheveningen getraind. In Pornichet hebben we ons nu ook kunnen meten met andere boten.” Het daaropvolgende EK bood evenzeer hoop: “We waren het beste studententeam en werden achtste overall.”
Naast de achtkoppige, ondersteunende walploeg bestaat het TU-team uit dertien zeilers, onder wie een professionele navigator. Nauta: “Bij het EK voer een andere crew dan in Pornichet. In beide samenstellingen hielden we de boot goed op gang. Dat is onze kracht. De Tour is elke dag varen, een maand lang. Dan moet je wel afwisselen.”
De Tour â la Voile leeft enorm in Frankrijk, weet Laura Talsma van de walploeg. “Toen we vorig jaar een etappe wonnen, kwamen allerlei jongetjes op de steiger om handtekeningen vragen. In het aankomstdorp word je jaren later nog herkend als winnaar. Het is een circus. Het village officiel aan de wal trekt duizenden mensen. Er is ook veel media-aandacht.”
Nauta: “Voor veel zeilers is het de opstap naar het officiële zeilcircuit. Omringd door zeilers van naam en faam doe je in korte tijd waanzinnig veel ervaring op. Tussen al die profs voel je je als student een soort rookie. Maar we hebben het toch maar voor elkaar gekregen om met hetzelfde materiaal op het water te komen. Dankzij de sponsors.”
Het Delftse amateurteam bereidde zich professioneel voor. Het schakelde zelfs een management-consultancybureau in om de groepssamenwerking te analyseren. Nauta: “Een professioneel bureau, dat je vertelt wat je voor karakter hebt aan de hand van je kleuren. Heel confronterend. Je gaat dingen in anderen herkennen, waarom iemand anders blij is of teleurgesteld. Aan onze truck hangt de uitslag van de testjes die we gedaan hebben. Zo word je er steeds aan herinnerd wat mensen gelukkig of ongelukkig maakt. Het draait allemaal om tolerantie. Ik krijg altijd jeuk van dat soort dingen, maar was onder de indruk van de sessie met die mensen. Een openbaring.”
Over de status van de Tour verschillen de meningen. De mumm 30-klasse is immers niet Olympisch. Nauta: “Dat is de makke van de zeilsport. Zoveel boottypes, zoveel geloven. Maar als je de Tour gezeild hebt, heb je wel veel langeafstand-ervaring. Dan heb je ook ‘s nachts geracet. Dan moet je goed je dag kunnen indelen.”
Er zit veel zelfwerkzaamheid in het project. De teamleden bouwden zelf aan een multifunctionele truck met slaap- en eetgelegenheid, magazijn etcetera. In een loods in de TU-wijk werd de boot ge-finetuned. Talsma: “Dat komt erop neer dat je ‘m zo licht mogelijk maakt. Zoveel mogelijk slopen dus. Alles wordt steeds meer open. Als je ‘s nachts vaart moet je alles blind kunnen vinden in het donker.”
De mumm 30 wordt in de zeilwereld wel gezien als een ‘Spartaanse en wispelturige boot’. Het lage gewicht gekoppeld aan het grote zeiloppervlak maakt het tot een fysiek zware klasse. Nauta: “Met harde wind mee kun je op volle zee gemiddeld 15, 16 knopen halen. Dat is waanzinnig snel, dan vliegt-ie gewoon uit de bocht.” Talsma: “Je mast wordt omgetrokken door je spinnaker.” Nauta: “Je moet je spullen in een waterdichte ton stoppen, anders wordt alles drijfnat. Er komt altijd water binnen, ondanks alle gesloten luiken.”
De Tour â la Voile leeft enorm in Frankrijk. “Toen we vorig jaar een etappe wonnen, kwamen allerlei jongetjes op de steiger om handtekeningen vragen.” (Foto: Van Uden TU Sailing Team)

Comments are closed.