De relatie tussen Nederland en Duitsland is een dankbaar onderwerp voor cartoonisten. Wederzijdse karikaturen vieren hoogtij, blijkt uit een tentoonstelling van Nederlandse en Duitse spotprenten in Pulchri Studio te Den Haag.
,,Niet zo bij de grote mensen hangen, lieverd”, zegt een Nederlandse vrouw op een Frans terras tegen haar zoontje die er nogal verveeld bij staat en wel een opkikkertje kan gebruiken. Ze geeft hem een aai over zijn bol en vervolgt: ,,Ga die twee Duitse jongens maar weer pesten.” Getekend: Peter van Straaten.
De Nederlandse jeugd heeft van onze oosterburen in het algemeen geen hoge dunk, bleek een paar jaar geleden uit onderzoek. Dat was ook zonder onderzoek al zonneklaar, maar nu stond het zwart op wit. Waarover de autoriteiten van beide landen zich nog het meest verbazen is dat het jongeren betreft, die nota bene niet eens de oorlog hebben meegemaakt.
Voor de Duitse ambassade in Den Haag reden om samen met Pulchri Studio een expositie op te zetten van cartoons waarin de wederzijdse vooroordelen breed zijn uitgemeten. Dat lijkt een probaat middel. Sommige ziekten kun je per slot van rekening het beste voorkomen door je te laten inenten met het virus dat deze veroorzaken.
De Nederlandse spotprenten die in Pulchri Studio hangen, waarvan de meeste in kranten en tijdschriften verschenen, zijn onder te verdelen in een handvol thema’s. De Tweede Wereldoorlog is natuurlijk prominent aanwezig. Mat Rijnders maakte een variant op de door Duitsers gevorderde fiets. Een Hollandse vrouw op klompen zegt tegen een man met Lederhose en jagerspet: ,,Hou ‘m maar.”
Revanche
Een ander thema is eraan verwant, want bij gebrek aan oorlogen wordt de strijd tussen landen nu uitgevochten op het voetbalveld. De verloren WK-finale in 1974 – ‘het trauma van München’ – vraagt om revanche. Als we met deze ploeg niet kunnen winnen, kunnen we altijd nog de jongens uit 1974 laten opdraven, zien we Hiddink in een reclamespot dromen. Jos Collignon had een andere fantasie. In de finale ziet hij de Duitsers tegen elf rode kaarten aanlopen. ‘Het mooiste moment van ’98’, luidt het onderschrift.
De economie schijnt ook menig cartoonist te inspireren. In 1992 tekende Len Munnik een DM-teken waar de gulden als een zielig stekje tegenaan is geplant. Vijf jaar later zijn de rollen omgedraaid. ,,En Buurman, hoe gaat ‘t met het Wirtschaftswunder?”, vraagt een Nederlandse vrouw met leedvermaak aan een Duitser in een spotprent van Mat Rijnders.
De Duitse cartoonisten laten zich niet onbetuigd, maar het moet gezegd dat ze minder leuk zijn dan de Nederlandse. Of dat komt door het spreekwoordelijke gebrek aan humor van de Duitsers of doordathet item daar minder gevoelig ligt dan hier, laten we maar even in het midden. Het besef dat Duitsers hier niet bijster geliefd zijn is inmiddels tot de oosterburen doorgedrongen. Burkhard Mohr situeerde Derrick in een Nederlands landschap. ,,Tenminste één Duitser die hier populair is”, staat erbij.
Sloerie
Van voor het succes van het poldermodel dateert een cartoon van Sebastian Krüger, die in 1994 als illustratie diende bij een vernietigend artikel over Nederland in het weekblad Der Spiegel, onder de titel ‘Frau Antje in den Wechseljahren’. Tegenover de lelijke Duitser werd het cliché van de lelijke Nederlander geplaatst die de Duitsers met hightech-groenten vergiftigt. Frau Antje ziet eruit als een verlopen, blonde sloerie met diepe wallen onder de ogen en een vette joint in de mond.
Ook een vast thema is de vakantie waarin Nederlanders altijd op reis zijn met hun benauwde caravans en Duitsers altijd een stuk strand bezet houden. Heiko Sakurai tekende twee dikke landgenoten die hun zitkuil met prikkeldraad hebben afgeschermd. ,,Denk je niet dat dit hier misschien verkeerd wordt opgevat?”, vraagt de vrouw aan haar echtgenoot. Hij smijt een blikje fris over zijn schouder en antwoordt: ,,Ach welnee, zoveel humor hebben zelfs die kaaskoppen nog wel.”
Het raakst is een tekening van Freimut Woessner waarop we een Nederlandse boer zien die op de markt zijn koopwaar aanprijst. ,,Hollandse zucchino’s!”, schreeuwt hij in het rond. ,,Hollandse zucchino’s! Ze zien eruit als bananen! Ze smaken als tomaten! Maar het zijn koolrapen!” Daar hebben we niet van terug.
De tentoonstelling ‘Hallo Nachbar… Dag Buurvrouw. Werk van Nederlandse en Duitse cartoonisten’ loopt t/m 30 juli in Pulchri Studio, Lange Voorhout 15 te Den Haag.
,,Niet zo bij de grote mensen hangen, lieverd”, zegt een Nederlandse vrouw op een Frans terras tegen haar zoontje die er nogal verveeld bij staat en wel een opkikkertje kan gebruiken. Ze geeft hem een aai over zijn bol en vervolgt: ,,Ga die twee Duitse jongens maar weer pesten.” Getekend: Peter van Straaten.
De Nederlandse jeugd heeft van onze oosterburen in het algemeen geen hoge dunk, bleek een paar jaar geleden uit onderzoek. Dat was ook zonder onderzoek al zonneklaar, maar nu stond het zwart op wit. Waarover de autoriteiten van beide landen zich nog het meest verbazen is dat het jongeren betreft, die nota bene niet eens de oorlog hebben meegemaakt.
Voor de Duitse ambassade in Den Haag reden om samen met Pulchri Studio een expositie op te zetten van cartoons waarin de wederzijdse vooroordelen breed zijn uitgemeten. Dat lijkt een probaat middel. Sommige ziekten kun je per slot van rekening het beste voorkomen door je te laten inenten met het virus dat deze veroorzaken.
De Nederlandse spotprenten die in Pulchri Studio hangen, waarvan de meeste in kranten en tijdschriften verschenen, zijn onder te verdelen in een handvol thema’s. De Tweede Wereldoorlog is natuurlijk prominent aanwezig. Mat Rijnders maakte een variant op de door Duitsers gevorderde fiets. Een Hollandse vrouw op klompen zegt tegen een man met Lederhose en jagerspet: ,,Hou ‘m maar.”
Revanche
Een ander thema is eraan verwant, want bij gebrek aan oorlogen wordt de strijd tussen landen nu uitgevochten op het voetbalveld. De verloren WK-finale in 1974 – ‘het trauma van München’ – vraagt om revanche. Als we met deze ploeg niet kunnen winnen, kunnen we altijd nog de jongens uit 1974 laten opdraven, zien we Hiddink in een reclamespot dromen. Jos Collignon had een andere fantasie. In de finale ziet hij de Duitsers tegen elf rode kaarten aanlopen. ‘Het mooiste moment van ’98’, luidt het onderschrift.
De economie schijnt ook menig cartoonist te inspireren. In 1992 tekende Len Munnik een DM-teken waar de gulden als een zielig stekje tegenaan is geplant. Vijf jaar later zijn de rollen omgedraaid. ,,En Buurman, hoe gaat ‘t met het Wirtschaftswunder?”, vraagt een Nederlandse vrouw met leedvermaak aan een Duitser in een spotprent van Mat Rijnders.
De Duitse cartoonisten laten zich niet onbetuigd, maar het moet gezegd dat ze minder leuk zijn dan de Nederlandse. Of dat komt door het spreekwoordelijke gebrek aan humor van de Duitsers of doordathet item daar minder gevoelig ligt dan hier, laten we maar even in het midden. Het besef dat Duitsers hier niet bijster geliefd zijn is inmiddels tot de oosterburen doorgedrongen. Burkhard Mohr situeerde Derrick in een Nederlands landschap. ,,Tenminste één Duitser die hier populair is”, staat erbij.
Sloerie
Van voor het succes van het poldermodel dateert een cartoon van Sebastian Krüger, die in 1994 als illustratie diende bij een vernietigend artikel over Nederland in het weekblad Der Spiegel, onder de titel ‘Frau Antje in den Wechseljahren’. Tegenover de lelijke Duitser werd het cliché van de lelijke Nederlander geplaatst die de Duitsers met hightech-groenten vergiftigt. Frau Antje ziet eruit als een verlopen, blonde sloerie met diepe wallen onder de ogen en een vette joint in de mond.
Ook een vast thema is de vakantie waarin Nederlanders altijd op reis zijn met hun benauwde caravans en Duitsers altijd een stuk strand bezet houden. Heiko Sakurai tekende twee dikke landgenoten die hun zitkuil met prikkeldraad hebben afgeschermd. ,,Denk je niet dat dit hier misschien verkeerd wordt opgevat?”, vraagt de vrouw aan haar echtgenoot. Hij smijt een blikje fris over zijn schouder en antwoordt: ,,Ach welnee, zoveel humor hebben zelfs die kaaskoppen nog wel.”
Het raakst is een tekening van Freimut Woessner waarop we een Nederlandse boer zien die op de markt zijn koopwaar aanprijst. ,,Hollandse zucchino’s!”, schreeuwt hij in het rond. ,,Hollandse zucchino’s! Ze zien eruit als bananen! Ze smaken als tomaten! Maar het zijn koolrapen!” Daar hebben we niet van terug.
De tentoonstelling ‘Hallo Nachbar… Dag Buurvrouw. Werk van Nederlandse en Duitse cartoonisten’ loopt t/m 30 juli in Pulchri Studio, Lange Voorhout 15 te Den Haag.
Comments are closed.