De reorganisatie van Bouwkunde is volgens de medezeggenschapscommissie nog steeds niet goed afgewerkt. Een deel van de vijftien docenten die na een beroepszaak recht hadden op hun oude functie, loopt als ‘bovenformatief’ op de faculteit rond.
Volgens secretaris-beheerder mr. C. Hummelen zijn er in de praktijk geen problemen; alle vijftien medewerkers hebben taken.
Bij de reorganisatie van Bouwkunde, die in 1992 begon, moesten aanvankelijk 28 banen voor wetenschappelijk personeel verdwijnen. Van de docenten die hiertegen in beroep gingen bij de Commissie van Bezwaar, werden er vijftien in het gelijk gesteld. Zij moesten in de nieuwe organisatie in hun oude functie worden herplaatst.
De functie van een deel van deze vijftien personen is echter nog steeds niet opgenomen in het formatieplan van Bouwkunde. Het gaat daarbij vooral om medewerkers van de vakgroep Stedebouwkunde. Secretaris-beheerder Hummelen stelt dat er sprake is van een ‘papieren probleem’.
,,Het gaat om vorm en inhoud. Inhoudelijk hebben nagenoeg al die medewerkers hun taken en werkzaamheden binnen de vakgroep. Niemand loopt werkeloos rond. Ik zou daarom afwillen van de term ‘bovenformatief’. Dat de functies niet allemaal in het formatieplan staan, is een kwestie van vorm. Daarover zijn we nog in discussie.”
Hummelen kan zich wel indenken dat het een zekere onrust geeft wanneer mensen hun functie niet terugvinden in het formatieplan, ,,maar qua rechtspositie zijn ze volledig gelijk aan andere medewerkers”.
Mc-voorzitter ir. F. Oldenburg is ‘treurig’ over de manier waarop de faculteit èn het college van bestuur omgaan met deze ‘slepende kwestie’. Er had nooit een onderscheid gemaakt had mogen worden tussen de functies van de vijftien ‘teruggeplaatsten’ en de overige docenten, stelt de mc. Eind 1993 vroeg de mc al een ‘spoedvoorziening’ aan het cvb, waarbij de vijftien direct in een reguliere functie geplaatst zouden worden. Het cvb wees dit af, maar wilde er wel voor zorgen dat de secretaris-beheerder de uitspraak van de Bezwarencommissie zou uitvoeren. Dat dit nog steeds niet is gebeurd, geeft volgens Oldenburg aan dat het college ook de lijn volgt van ‘pappen en nathouden’. ,,Als uitspraken van een beroepscommissie niet worden uitgevoerd, dan zijn TU-medewerkers rechteloos. In het kader van de huidige reorganisaties is dit voor de bonden een uiterst actueel thema.”
Op verzoek van de mc is de zaak vorige maand aangekaart in het Overlegorgaan Personeelszaken. Daar heeft het college van bestuur gezegd de zaak nog eens te zullen bekijken. (A.d.J.)
De reorganisatie van Bouwkunde is volgens de medezeggenschapscommissie nog steeds niet goed afgewerkt. Een deel van de vijftien docenten die na een beroepszaak recht hadden op hun oude functie, loopt als ‘bovenformatief’ op de faculteit rond. Volgens secretaris-beheerder mr. C. Hummelen zijn er in de praktijk geen problemen; alle vijftien medewerkers hebben taken.
Bij de reorganisatie van Bouwkunde, die in 1992 begon, moesten aanvankelijk 28 banen voor wetenschappelijk personeel verdwijnen. Van de docenten die hiertegen in beroep gingen bij de Commissie van Bezwaar, werden er vijftien in het gelijk gesteld. Zij moesten in de nieuwe organisatie in hun oude functie worden herplaatst.
De functie van een deel van deze vijftien personen is echter nog steeds niet opgenomen in het formatieplan van Bouwkunde. Het gaat daarbij vooral om medewerkers van de vakgroep Stedebouwkunde. Secretaris-beheerder Hummelen stelt dat er sprake is van een ‘papieren probleem’.
,,Het gaat om vorm en inhoud. Inhoudelijk hebben nagenoeg al die medewerkers hun taken en werkzaamheden binnen de vakgroep. Niemand loopt werkeloos rond. Ik zou daarom afwillen van de term ‘bovenformatief’. Dat de functies niet allemaal in het formatieplan staan, is een kwestie van vorm. Daarover zijn we nog in discussie.”
Hummelen kan zich wel indenken dat het een zekere onrust geeft wanneer mensen hun functie niet terugvinden in het formatieplan, ,,maar qua rechtspositie zijn ze volledig gelijk aan andere medewerkers”.
Mc-voorzitter ir. F. Oldenburg is ‘treurig’ over de manier waarop de faculteit èn het college van bestuur omgaan met deze ‘slepende kwestie’. Er had nooit een onderscheid gemaakt had mogen worden tussen de functies van de vijftien ‘teruggeplaatsten’ en de overige docenten, stelt de mc. Eind 1993 vroeg de mc al een ‘spoedvoorziening’ aan het cvb, waarbij de vijftien direct in een reguliere functie geplaatst zouden worden. Het cvb wees dit af, maar wilde er wel voor zorgen dat de secretaris-beheerder de uitspraak van de Bezwarencommissie zou uitvoeren. Dat dit nog steeds niet is gebeurd, geeft volgens Oldenburg aan dat het college ook de lijn volgt van ‘pappen en nathouden’. ,,Als uitspraken van een beroepscommissie niet worden uitgevoerd, dan zijn TU-medewerkers rechteloos. In het kader van de huidige reorganisaties is dit voor de bonden een uiterst actueel thema.”
Op verzoek van de mc is de zaak vorige maand aangekaart in het Overlegorgaan Personeelszaken. Daar heeft het college van bestuur gezegd de zaak nog eens te zullen bekijken. (A.d.J.)
Comments are closed.