Volgende maand presenteert het faculteitsbestuur van Elektrotechniek een bedrijfsplan dat vijftig medewerkers boventallig zal maken, een besparing van 5,5 miljoen gulden per jaar moet opleveren, de twaalf bestaande vakgroepen vervangt door negen kerngebieden, en de bedrijfsvoering projectgericht maakt.
br />
Het faculteitsbestuur werkt al sinds het vroege voorjaar aan het binnenkort te publiceren bedrijfsplan. Maar ook nu nog zegt het bestuur dat er zoveel ongewisse factoren zijn, dat het plan nog bijstellingen zal behoeven: de instroom van nieuwe studenten is onzeker, en de nieuwe methoden van de TU om begrotingsgelden toe te wijzen en huurprijzen te berekenen zijn nog niet uitgekristalliseerd.
De faculteit had vorig jaar een negatief resultaat van 3,4 miljoen gulden en zag zich dit jaar geconfronteerd met een begrotingstekort van 2,9 miljoen gulden. De reserves staan dus zwaar in het rood.
Elektro schrijft in een nieuwsbrief aan de medewerkers dat het bedrijfsplan niet puur een antwoord kan zijn op de budgetoverschrijdingen – al benadrukt het dat de kleinere personeelsformatie de onderwijskundige en wetenschappelijke produktie ten opzichte van de andere faculteiten constant moet houden. Zou dat niet het geval zijn, dan verliest ET in het geldverdeelmodel van de TU immers opnieuw inkomsten. En ook contractonderwijs en -onderzoek zullen meer geld moeten opleveren.
Het plan moet volgens het bestuur ook ,,een antwoord zijn op de voortdurende veranderingen die ons op wetenschappelijk, technologisch en financieel terrein beïnvloeden”. Om dat te bereiken heeft het vijftien hoofdpunten geformuleerd, waarvan de volgende de belangrijkste zijn.
– De faculteit gaat werken met negen kernleerstoelen met voltijds-hoogleraren: die moeten een kwalitatief hoogwaardig onderwijsprogramma garanderen.
– Daarnaast wordt er een ‘onderzoek-speerpuntenbeleid’ geformuleerd: een aantal kennisgebieden krijgen daarin tijdelijk bijzondere aandacht. Dit moet leiden tot dynamisering van het onderzoek, mede omdat de personeelsformatie erbij flexibel wordt gehouden: een speerpunt-hoogleraar zal in principe deeltijds worden aangesteld voor een bepaalde tijd.
– De kerngebieden gaan ‘projecten’ uitvoeren waarin doelstelling, kosten, personeelsformatie en tijdsduur zijn vastgelegd, met verantwoordelijke projectleiders en ondernemingsplannen, en waarbij de kernhoogleraar persoonlijk verantwoordelijk zal zijn voor de uitvoering ervan.
– De faculteit zal voortaan nog maar bestaan uit één vakgroep: dit vergemakkelijk het aansturen van de projecten en het toedelen van de verantwoordelijkheden aan de kernleerstoelhoogleraar. ET, dat in de persoon van dekaan Backer al experimenteert met integraal management (geen scheiding meer tussen beleid en beheer), trekt die lijn dusdoor naar de hele organisatie.
– De ondersteunende organisatie zal worden gestroomlijnd, wat kostenreductie, kwaliteitsverbetering en een betere dienstverlening moet opleveren.
Bedrijfsleven
In het bedrijfsplan, dat in 1999 de bezuiniging van 5,5 miljone gulden moetn hebben gehaald, worden de nieuwe kerngebieden voorlopig in het Engels aangeduid. Dit om te voorkomen dat betrokkenen de gebieden direct gaan identificeren met bestaande vakgroepen.
Naast kerngebieden en speerpuntgebieden, zal ET ook nog gaan werken met ‘toepassingsgebieden’. Hier richt men zich in het bijzonder op het aantrekken van geld ‘van buiten’. Het betreft namelijk gebieden die gekenmerkt moeten zijn door een potentiële belangstelling vanuit het bedrijfsleven. Daar komen alleen nog maar tijdelijke deeltijd-hoogleraren voor in aanmerking. (R.M.)
Volgende maand presenteert het faculteitsbestuur van Elektrotechniek een bedrijfsplan dat vijftig medewerkers boventallig zal maken, een besparing van 5,5 miljoen gulden per jaar moet opleveren, de twaalf bestaande vakgroepen vervangt door negen kerngebieden, en de bedrijfsvoering projectgericht maakt.
Het faculteitsbestuur werkt al sinds het vroege voorjaar aan het binnenkort te publiceren bedrijfsplan. Maar ook nu nog zegt het bestuur dat er zoveel ongewisse factoren zijn, dat het plan nog bijstellingen zal behoeven: de instroom van nieuwe studenten is onzeker, en de nieuwe methoden van de TU om begrotingsgelden toe te wijzen en huurprijzen te berekenen zijn nog niet uitgekristalliseerd.
De faculteit had vorig jaar een negatief resultaat van 3,4 miljoen gulden en zag zich dit jaar geconfronteerd met een begrotingstekort van 2,9 miljoen gulden. De reserves staan dus zwaar in het rood.
Elektro schrijft in een nieuwsbrief aan de medewerkers dat het bedrijfsplan niet puur een antwoord kan zijn op de budgetoverschrijdingen – al benadrukt het dat de kleinere personeelsformatie de onderwijskundige en wetenschappelijke produktie ten opzichte van de andere faculteiten constant moet houden. Zou dat niet het geval zijn, dan verliest ET in het geldverdeelmodel van de TU immers opnieuw inkomsten. En ook contractonderwijs en -onderzoek zullen meer geld moeten opleveren.
Het plan moet volgens het bestuur ook ,,een antwoord zijn op de voortdurende veranderingen die ons op wetenschappelijk, technologisch en financieel terrein beïnvloeden”. Om dat te bereiken heeft het vijftien hoofdpunten geformuleerd, waarvan de volgende de belangrijkste zijn.
– De faculteit gaat werken met negen kernleerstoelen met voltijds-hoogleraren: die moeten een kwalitatief hoogwaardig onderwijsprogramma garanderen.
– Daarnaast wordt er een ‘onderzoek-speerpuntenbeleid’ geformuleerd: een aantal kennisgebieden krijgen daarin tijdelijk bijzondere aandacht. Dit moet leiden tot dynamisering van het onderzoek, mede omdat de personeelsformatie erbij flexibel wordt gehouden: een speerpunt-hoogleraar zal in principe deeltijds worden aangesteld voor een bepaalde tijd.
– De kerngebieden gaan ‘projecten’ uitvoeren waarin doelstelling, kosten, personeelsformatie en tijdsduur zijn vastgelegd, met verantwoordelijke projectleiders en ondernemingsplannen, en waarbij de kernhoogleraar persoonlijk verantwoordelijk zal zijn voor de uitvoering ervan.
– De faculteit zal voortaan nog maar bestaan uit één vakgroep: dit vergemakkelijk het aansturen van de projecten en het toedelen van de verantwoordelijkheden aan de kernleerstoelhoogleraar. ET, dat in de persoon van dekaan Backer al experimenteert met integraal management (geen scheiding meer tussen beleid en beheer), trekt die lijn dusdoor naar de hele organisatie.
– De ondersteunende organisatie zal worden gestroomlijnd, wat kostenreductie, kwaliteitsverbetering en een betere dienstverlening moet opleveren.
Bedrijfsleven
In het bedrijfsplan, dat in 1999 de bezuiniging van 5,5 miljone gulden moetn hebben gehaald, worden de nieuwe kerngebieden voorlopig in het Engels aangeduid. Dit om te voorkomen dat betrokkenen de gebieden direct gaan identificeren met bestaande vakgroepen.
Naast kerngebieden en speerpuntgebieden, zal ET ook nog gaan werken met ‘toepassingsgebieden’. Hier richt men zich in het bijzonder op het aantrekken van geld ‘van buiten’. Het betreft namelijk gebieden die gekenmerkt moeten zijn door een potentiële belangstelling vanuit het bedrijfsleven. Daar komen alleen nog maar tijdelijke deeltijd-hoogleraren voor in aanmerking. (R.M.)

Comments are closed.