Campus

Een cultuurshock in het architectuuronderwijs

Het Nederlands Architectuurinstituut hield afgelopen weekend Open Dag onder de titel ‘Architectuur & Onderwijs’. Zondag kwam het architectuuronderwijs in Europees perspectief aan de orde en waren de buitenlandse ervaringen van Nederlandse studenten te beluisteren.

br />
Echt storm liep het niet in het NAi, want er zijn natuurlijk genoeg andere bezigheden om de zondag door te komen – al was het maar in bed met een kater, een minnaar (m/v), een goed boek of met alledrie tegelijk. De zaal waar de lezingen en ronde tafelgesprekken werden gehouden zat nog niet voor helft vol. Er was slechts één docent aanwezig en Wim van den Bergh, die een praatje kwam houden over ‘Differentiëring en globalisering’, liet verstek gaan, maar daarover niet getreurd, want zijn thema is inmiddels voldoende uitgemolken. Waarschijnlijk was hij bij een ander congres of seminar.

Voor de organisatie was die matige publieke belangstelling wel jammer. Ze had zo haar best gedaan om de voordrachten voor buitenlandse bezoekers simultaan te vertalen. En eigenlijk werd het later op de middag nog leuk ook toen de Nederlandse bouwkundestudenten in geuren en kleuren vertelden over hun buitenlandse stage. Maar eerst kreeg Han van der Horst van het Nuffic een spreekbeurt.

Deze historicus wees zijn toehoorders erop dat de middeleeuwse universiteiten veel internationaler waren dan die van nu, want de moderne universiteit is een nationale instelling. Dat is echter snel aan het veranderen. Vakspecialisten zijn meer en meer aangewezen op wereldwijde samenwerking. Toch worden reisjes naar het buitenlands door de bezuinigingen niet echt gestimuleerd. ,,Vooral de creatieve eenling die zijn eigen plan trekt wordt tegengehouden”, aldus Van der Horst.

Liliane van der Meer (Internationale Relaties) benadrukte dat Bouwkunde bekend staat om haar excursies, buitenlandse gastlezers en internationale seminars. Bovendien zitten er steeds meer buitenlandse studenten in de collegebanken. ,,Er kan nog veel méér gebeuren, maar bij Bouwkunde zijn we erg eigenwijs en we gaan onze eigen weg”.
Kunst

Het ronde tafelgesprek waarin buitenlandse studenten hun ervaringen in Nederland kwamen toelichten, leverde weinig opzienbarends op. Dat we very free zijn is leuk om te horen, maar dat weten we zo langzamerhand. De nadruk op techniek was voor veel mensen aanleiding om hier een poosje te studeren. Een Indiase student beklaagde zich over de massaliteit van de faculteit en vond het jammer dat je hier studeert tijdens kantooruren.

Die klacht viel ook het vaakst te beluisteren tijdens het ronde tafelgesprek met Nederlandse studenten die een poosje in het buitenland waren geweest. En jongen die vier maanden in Chicago had gestudeerd was zeer enthousiast over de opleiding aldaar. ,,Het was een cultuurshock. Architectuur is daar veel meer verbonden met kunst. Studenten en docenten staan dichter bij elkaar en zijn volkomen gemotiveerd, maar dat komt misschien ook omdat de opleiding erg duur is. Het is een studie waar je zeven dagen per week en 24 uur per dag terecht kan.”

Heel anders waren de ervaringen van een meisje die in Madrid was geweest. ,,Voor honderd studenten staat één docent ter beschikking. Als hij al op college komt, dan meestal twee uur te laat. Iedereen stormt op hem af, gooit zijn werk voor hem neer en dan bekijkt hij het van twee of drie mensen. Wat opvalt is dat ze voornamelijk plattegronden maken en altijd met rechte hoeken. Mijn plattegronden vonden ze heel vreemd, want ik gebruikte ook weleens scheve hoeken. Meestal vroegen ze: waarom maak je die niet recht?”

In Italië is het niet veel anders blijkens het relaas van een meisje dat in Venetië restauratie heeft gedaan. ,,Er staan op de faculteit twaalfduizend studenten ingeschreven. De docent staat hoog boven de studenten. Je moet ze ook met U aanspreken. Er zijn heel veel organisatieproblemen en de professoren zijn erg grillig. Is er een tentamen aangekondigd, verschijn je op het bewuste tijdstip in de zaal

dan maakt de professor bekend dat hij net een nieuw boek heeft gepubliceerd. Dat moet ook bestudeerd worden, dus wordt het tentamen één maand verschoven.”

Op de architectuuropleiding in Stockholm zit, als we afgaan op een jongen die daar een tijd heeft gestudeerd, nog midden in de jaren zeventig. ,,Je mag je eigen pakket samenstellen en je vrij oriënteren. Er studeren ook heel veel mensen die helemaal geen architect willen worden, maar danser of filmer. Alles is heel open en je kunt in je eigen atelier 24 per dag werken. Mensen van andere disciplines leveren kritiek op je werk. In Delft wordt er de vloer met je aangeveegd, maar in Stockholm is het heel interessant en stimulerend, ook al viel het niveau van de discussies tegen. Je wordt als het ware helemaal in de architectuur ondergedompeld. Fantastisch!”
Wonder

Na afloop constateerde gespreksleider Maarten Kloos dat de Nederlandse universiteit een wonder van efficiency en organisatie is. Wel was iedereen er tijdens de forumdiscussie die erop volgde over eens dat internationale uitwisseling belangrijk is om je eigen opleiding te reflecteren. Maar ook al ga je alleen maar naar het buitenland om je culturele horizon te verbreden, dan is dat volgens Han van der Horst een uitstekend argument.

Moeten de Nederlandse faculteiten Bouwkunde in het licht van de buitenlandse verhalen van de studenten anders georganiseerd worden? Van der Horst: ,,In Nederland denken wevaak dat als we iets beter organiseren dat het dan ook beter wordt, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Misschien is het al genoeg dat de gebouwen langer open zijn.” Waarop Liliane van der Meer erop wees dat Bouwkunde tegenwoordig tot tien uur ‘s avonds open is, maar dat er bijna niemand gebruik van maakt. ,,Dat is logisch”, riposteerde een student, ,,want je moet eerst zorgen dat er studio’s worden ingericht.”

Mannus van der Laan

Het Nederlands Architectuurinstituut hield afgelopen weekend Open Dag onder de titel ‘Architectuur & Onderwijs’. Zondag kwam het architectuuronderwijs in Europees perspectief aan de orde en waren de buitenlandse ervaringen van Nederlandse studenten te beluisteren.

Echt storm liep het niet in het NAi, want er zijn natuurlijk genoeg andere bezigheden om de zondag door te komen – al was het maar in bed met een kater, een minnaar (m/v), een goed boek of met alledrie tegelijk. De zaal waar de lezingen en ronde tafelgesprekken werden gehouden zat nog niet voor helft vol. Er was slechts één docent aanwezig en Wim van den Bergh, die een praatje kwam houden over ‘Differentiëring en globalisering’, liet verstek gaan, maar daarover niet getreurd, want zijn thema is inmiddels voldoende uitgemolken. Waarschijnlijk was hij bij een ander congres of seminar.

Voor de organisatie was die matige publieke belangstelling wel jammer. Ze had zo haar best gedaan om de voordrachten voor buitenlandse bezoekers simultaan te vertalen. En eigenlijk werd het later op de middag nog leuk ook toen de Nederlandse bouwkundestudenten in geuren en kleuren vertelden over hun buitenlandse stage. Maar eerst kreeg Han van der Horst van het Nuffic een spreekbeurt.

Deze historicus wees zijn toehoorders erop dat de middeleeuwse universiteiten veel internationaler waren dan die van nu, want de moderne universiteit is een nationale instelling. Dat is echter snel aan het veranderen. Vakspecialisten zijn meer en meer aangewezen op wereldwijde samenwerking. Toch worden reisjes naar het buitenlands door de bezuinigingen niet echt gestimuleerd. ,,Vooral de creatieve eenling die zijn eigen plan trekt wordt tegengehouden”, aldus Van der Horst.

Liliane van der Meer (Internationale Relaties) benadrukte dat Bouwkunde bekend staat om haar excursies, buitenlandse gastlezers en internationale seminars. Bovendien zitten er steeds meer buitenlandse studenten in de collegebanken. ,,Er kan nog veel méér gebeuren, maar bij Bouwkunde zijn we erg eigenwijs en we gaan onze eigen weg”.
Kunst

Het ronde tafelgesprek waarin buitenlandse studenten hun ervaringen in Nederland kwamen toelichten, leverde weinig opzienbarends op. Dat we very free zijn is leuk om te horen, maar dat weten we zo langzamerhand. De nadruk op techniek was voor veel mensen aanleiding om hier een poosje te studeren. Een Indiase student beklaagde zich over de massaliteit van de faculteit en vond het jammer dat je hier studeert tijdens kantooruren.

Die klacht viel ook het vaakst te beluisteren tijdens het ronde tafelgesprek met Nederlandse studenten die een poosje in het buitenland waren geweest. En jongen die vier maanden in Chicago had gestudeerd was zeer enthousiast over de opleiding aldaar. ,,Het was een cultuurshock. Architectuur is daar veel meer verbonden met kunst. Studenten en docenten staan dichter bij elkaar en zijn volkomen gemotiveerd, maar dat komt misschien ook omdat de opleiding erg duur is. Het is een studie waar je zeven dagen per week en 24 uur per dag terecht kan.”

Heel anders waren de ervaringen van een meisje die in Madrid was geweest. ,,Voor honderd studenten staat één docent ter beschikking. Als hij al op college komt, dan meestal twee uur te laat. Iedereen stormt op hem af, gooit zijn werk voor hem neer en dan bekijkt hij het van twee of drie mensen. Wat opvalt is dat ze voornamelijk plattegronden maken en altijd met rechte hoeken. Mijn plattegronden vonden ze heel vreemd, want ik gebruikte ook weleens scheve hoeken. Meestal vroegen ze: waarom maak je die niet recht?”

In Italië is het niet veel anders blijkens het relaas van een meisje dat in Venetië restauratie heeft gedaan. ,,Er staan op de faculteit twaalfduizend studenten ingeschreven. De docent staat hoog boven de studenten. Je moet ze ook met U aanspreken. Er zijn heel veel organisatieproblemen en de professoren zijn erg grillig. Is er een tentamen aangekondigd, verschijn je op het bewuste tijdstip in de zaal

dan maakt de professor bekend dat hij net een nieuw boek heeft gepubliceerd. Dat moet ook bestudeerd worden, dus wordt het tentamen één maand verschoven.”

Op de architectuuropleiding in Stockholm zit, als we afgaan op een jongen die daar een tijd heeft gestudeerd, nog midden in de jaren zeventig. ,,Je mag je eigen pakket samenstellen en je vrij oriënteren. Er studeren ook heel veel mensen die helemaal geen architect willen worden, maar danser of filmer. Alles is heel open en je kunt in je eigen atelier 24 per dag werken. Mensen van andere disciplines leveren kritiek op je werk. In Delft wordt er de vloer met je aangeveegd, maar in Stockholm is het heel interessant en stimulerend, ook al viel het niveau van de discussies tegen. Je wordt als het ware helemaal in de architectuur ondergedompeld. Fantastisch!”
Wonder

Na afloop constateerde gespreksleider Maarten Kloos dat de Nederlandse universiteit een wonder van efficiency en organisatie is. Wel was iedereen er tijdens de forumdiscussie die erop volgde over eens dat internationale uitwisseling belangrijk is om je eigen opleiding te reflecteren. Maar ook al ga je alleen maar naar het buitenland om je culturele horizon te verbreden, dan is dat volgens Han van der Horst een uitstekend argument.

Moeten de Nederlandse faculteiten Bouwkunde in het licht van de buitenlandse verhalen van de studenten anders georganiseerd worden? Van der Horst: ,,In Nederland denken wevaak dat als we iets beter organiseren dat het dan ook beter wordt, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Misschien is het al genoeg dat de gebouwen langer open zijn.” Waarop Liliane van der Meer erop wees dat Bouwkunde tegenwoordig tot tien uur ‘s avonds open is, maar dat er bijna niemand gebruik van maakt. ,,Dat is logisch”, riposteerde een student, ,,want je moet eerst zorgen dat er studio’s worden ingericht.”

Mannus van der Laan

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.