Na negen weken theorie over een duurzaam Texel
reisden 25 TU-studenten af naar het Waddeneiland
voor een reality check. Die kregen ze van de eilanders.
Het stormt op Texel. Het is dag, maar echt licht wil het niet worden. Toeristen zijn nu, het is half januari, nergens te bekennen. Fietsers die zich buiten wagen, zwabberen krom gebogen over het fietspad. Geen weer voor internationale studenten uit landen als Ecuador, India, Cyprus, Litouwen en Colombia om hun in Delft opgedane fietskunsten te testen. Nee, vandaag mogen ze met huurbusjes het eiland over voor hun interviews met de Texelaars. Na enig geregel zitten de groepjes die ongeveer dezelfde kant op moeten bij elkaar. Vanuit Den Hoorn waaieren ze uit richting Den Burg, De Koog en Oudeschild.
De 25 masterstudenten, ruwweg de helft is internationaal, volgen het vak engineering for sustainable development (zie kader ‘Duurzaamheidsaantekening’). Na negen weken theorie en plannen maken voor een duurzaam Texel zijn de studenten nu een week lang op het eiland voor een ‘reality check’, zoals hun docent Caroline Nevejan het noemt. Zullen hun ideeën stand houden, of moeten ze ze aanpassen aan de werkelijkheid op het eiland?
Het groepje van studente integrated product design Cheyenne Schuit gaat praten met hovenier Maarten Dijker. Als hun witte huurbusje op zijn erf even buiten Den Burg stopt, staat hij al te wachten. “Welkom”, glimlacht hij. Hij neemt zijn bezoek mee naar de achterkant van zijn boerderij. In een wat vervallen schuur – uit het plafond lekt regenwater nadat de storm een paar dakpannen scheef blies – kweekt Dijker biologische shiitakes op samengeperst Oost-Europees afvalhout van eiken en beuken. De studenten hebben bedacht dat het duurzamer kan.
Dijker toont zijn ‘baaltjes’ hout en paddenstoelen. “Shiitakes die rijp zijn, haal ik eraf. Ik kan meerdere malen oogsten. Ideaal.” Hij haalt een plastic zak uit een oude koelcel. Daarin krijgt hij het houtafval met shiitakesporen en al binnen. Hij houdt de zak in de lucht. De studenten bestuderen de inhoud en maken foto’s, terwijl Dijker vertelt dat hij zijn waar voornamelijk levert aan restaurants op Texel. “Zij bellen hun bestelling door, ik breng die met de auto naar ze toe.”
Kan hij dan op de terugweg het koffiedik meenemen dat de restaurants anders maar weggooien, vragen de studenten. Want paddenstoelen kweken op koffie-afval is volgens hen duurzamer dan op Oost-Europees afvalhout. Het zou de productiecyclus op het eiland mooi dicht maken, houden ze Dijker voor.
De hovenier fronst zijn wenkbrauwen. Hij kent de praktijkvoorbeelden die de studenten noemen. Hobbyisme noemt de sector het volgens hem. “Het is een heleboel werk en ik vraag me af of het voor shiitakes economisch haalbaar is, of de opbrengt hoog genoeg is.
En hoe kom ik aan genoeg koffiedik als er nog geen toeristen op het eiland zijn? Ik moet kunnen leveren zo gauw zij komen. Ik weet wat ik heb, maar niet wat ik krijg.”
ZelfpluktuinZelfpluktuin
Even later stopt een ander busje vol studenten bij de Texelse zelfpluktuin in Oudeschild. TU-alumnus Jacco Boersen runt deze tuin met zijn moeder en zijn zus. De drie stoppen even met de verbouwing van de boerderijwinkel om de studenten rond te leiden over het wat treurig aandoende tuin. In de zomer staan de kassen vol aardbeien en ander zacht fruit, buiten bloeien dan bloemen. Na alle regen en wind van de afgelopen dagen, is het nu vooral nat. Grasvelden zijn veranderd in vijvers, in de kassen ligt blubber.
Boersen vertelt dat hij zoveel mogelijk biologisch teelt en in een elektrische auto rijdt. Hij laat zijn dak zien dat vol ligt met zonnepanelen en zijn grote trots: zijn Hortimotion Robot, waarmee hij in 2014 net naast de Herman Wijffels Innovatieprijs greep. De robot rijdt tussen de gewassen door om goede schimmels te verspreiden. Daardoor is bespuiten niet meer nodig.
In de met plastic overspannen kas wil student building technology Borris Boschman van Boersen weten of hij iets ziet in meer zelfpluktuinen op Texel. De studenten denken dat toeristen zitten te wachten op duurzame ervaringen en willen weten waar hun eten vandaan komt. Boersen is echter resoluut. “Het is niet slim om nog zoiets te doen hier. De afwisseling maakt Texel mooi.”

Flexibele dijk
En zo blijken er gedurende de week meer ideeën te zijn die de eerder genoemde reality check nodig hadden. Zoals de flexibele dijk, die het mogelijk zou moeten maken een stuk eiland tijdelijk onder water te zetten voor zout-landbouw. Eilanders strijden al eeuwen tegen de zee. Die binnen laten, gaat ‘iets te ver’, zoals een bezoeker van de presentatie-avond van de studenten het met gevoel voor understatement noemt terwijl hij zuchtend zijn hoofd schudt. En wat te denken van Texel als proeftuin voor de zelfsturende auto? “Denk aan de werkgelegenheid”, roept iemand anders. Het plan voor een gesloten drinkwatercyclus op het eiland? Te duur en problematisch in de zomer, als de bevolking van Texel verviervoudigt, blijkt tijdens een bezoek aan de waterzuivering.
Veel om over na te denken voor de studenten. Welke voorstellen voor een duurzamer Texel zijn wel haalbaar? De studenten hebben na de interviews drie regenachtige dagen om het antwoord te formuleren. Aan het einde van de week wacht een presentatie aan de Texelse wethouder duurzaamheid en innovatie Eric Hercules. Dan moet er een serieus rapport te overhandigen zijn. Waarbij ze één advies van een kenner, de op Texel woonachtige TU-alumnus Pepijn Lijklema (zie kader straatverlichting), beter niet in de wind kunnen slaan: “Je moet Texelaars bescheiden benaderen.”
Be Texel: be self-sufficientBe Texel: be self-sufficient
Wie denkt dat de moed de studenten in de schoenen zakte na de gesprekken met de Texelaars heeft het mis, getuige hun bijna honderd pagina’s tellende rapport ‘Be Texel: be self-sufficient’. Hun plannen zijn daarin gesublimeerd tot een drieledig voorstel, dat vooral procesmatig van aard is. Het houdt rekening met wat de studenten tegenkwamen op het eiland: innovatieve, maar sterk individuele mensen. Er gebeurt veel aan duurzaamheid, maar men heeft het er onderling zo niet over: een eiland van eilandjes.
De studenten schrijven: ‘In tegenstelling tot wat we eerst dachten, is het niet nodig rigoureus in te grijpen op Texel. De inwoners zijn al innovatief. Er is alleen veel ongebruikt potentieel. We denken dat het individualisme op Texel een versterking van de innovatie in de weg staat.’
En dat moet anders, met een platform voor duurzame initiatieven, een app met duurzame routes voor toeristen en de ‘Happy Texel Index’, die meet hoe duurzaam het eiland daadwerkelijk is. Het platform is volgens de studenten nodig om de verbondenheid van mensen en ideeën op het eiland te vergroten. De app kan alles wat er op duurzaamheidsgebied gebeurt naar voren te brengen en inspireren. De index als meetinstrument is een stok achter de deur om te blijven werken aan duurzaamheid.
Of het er allemaal gaat komen, zal de toekomst moeten uitwijzen. Een vervolg komt er volgens één van de docenten van het vak, Eefje Cuppen, wel:
“We gaan in gesprek met de gemeente om te kijken hoe dat vorm kan krijgen op zo’n manier dat het aansluit bij andere initiatieven en specifieke vragen van de gemeente en de Texelaars. De basis is nu gelegd.”

Comments are closed.