Bij de Rotterdamse uitgeverij 010 verscheen onlangs het verslag van het restauratieproject Zonnestraal. In zo’n honderd sobere pagina’s tekst en beeld wordt in het Engels en Nederlands het verhaal verteld van de Delftse bouwkunde-studenten die in Hilversum een bouwwerk van de architect Duiker opknapten.
/p>
1 Het dienstbodenhuis van Duiker
‘Een zeer aangenaam verblijf’ (in de Engelstalige versie:’A space of their own’) slaat op het dienstbodenhuis dat door Duiker ontworpen werd voor voormalig TBC-sanatorium Zonne-straal. Het is in 1931 in nog geen vier maanden neergezet om huisvesting te bieden aan achttien op het sanatorium werkzame dienstboden. Restauratie ervan in deze tijd vergde bijna twee jaar. Er is dan ook geprobeerd zoveel mogelijk van het zwaar vervallen gebouwtje met de originele materialen in oorspron-kelijke staat terug te brengen. Daarbij is gebruik gemaakt van de oude ontwerptekeningen van de architect.
Het dienstbodenhuis, op het eerste oog een koekblik van staal en glas, maakt deel uit van een complex gebouwen uit de jaren twintig. Het complex is wereldberoemd als voorbeeld van het zogenaamde Nieuwe Bouwen, een avantgardistische stroming die aan invloed nog niet heeft ingeboet.
Het eerste deel van het boek gaat over de ontstaansgeschiede-nis van Sanatorium Zonnestraal. Foto’s en tekeningen illustre-ren het verhaal. Jammer is dat er geen foto’s bij zijn waarop bedlegerige patiënten te zien zijn die op het balkon voor hun kamer liggen op te knappen van zon en boslucht.
Duiker had opdracht gekregen met minimale kosten een ‘een-voudig, doelmatig, maar toch gezellig tehuis voor de toekom-stige bewoonsters’ neer te zetten. Dat hij daar in alle opzichten in geslaagd is, blijkt uit de foto’s in het tweede deel over het dienstbodenhuis. We zien oerdegelijke, witgeschorte juffrouwen voorzien van bloemstukjes, bezems en handwerkjes. De interieurfoto’s en plattegronden tonen de eenvoud en doelmatigheid van het ontwerp.
Duikers’ ideeën over collectief wonen en vooral zijn opvat-tingen over de rol van licht, lucht en moderne materialen (beton, glas en staal) komen duidelijk in dit ontwerp naar voren. Zo zijn alle kamers even groot en heeft hij de gevel in een soort systeembouw (toen al) van glas en staalprofielen geconstrueerd.
Wat dit project extra interessant maakt is dat het een zoge-naamd ‘jong monument’ is. Totaal achttienduizend monumenten uit de periode 1850-1940 worden binnenkort toegevoegd aan de Rijksmonumenten-lijst. Het dienstbodenhuis van Duiker is een van de eerste waarvan de restauratie ter hand werd genomen.
Restauratie was overigens niet zinvol als er geen nieuwe functie voor het dienstbodenhuis werd gevonden. Alleen door het gebouw daadwerkelijk te gebruiken kan opnieuw intreden van verval voorkomen worden, schrijven moderne opvattingen over restauratie voor. Er werd gezocht en gevonden. Een bezoekers-centrum voor het in de toekomst te restaureren Zonnestraal-complex (de minister heeft al geld toegezegd) en een tentoon-stellingsruimte waarin aandacht besteed wordt aan Duikers’ architectuuropvattingen boden genoeg legitimatie voor een restauratie die het dienstbodenhuis voor nog eens zestig jaar mee kan laten gaan.
Wie na lezing van het boek zin krijgt Duikers’ creatie in drie dimensies te aanschouwen, hoeft niet helemaal naar Hilversum af te reizen. In minder dan tien minuten is de in de cover afgedrukte bouwplaat in elkaar gezet.
‘Een zeer aangenaam verblijf’; De Back e.a., Uitgeverij 010, Roterdam; ISBN 90-6450-288-9; Prijs: 34,50 gulden.

Comments are closed.