Er zijn mensen die je overal voor kunt vragen. Mensen die alles leuk vinden en nooit nee zeggen. Soms leidt dit tot opmerkelijke loopbanen. Het curriculum van prof.i
r. Wim Dik is lang en onsamenhangend. We hoeven het wat hem betreft niet te beschrijven. “Ach, dat cv, dat is zonde van je tekst.”
Voor de deur van het kamertje van professor Dik staan twee stoeltjes en een kast. Als we gaan zitten, kan er niemand meer langs. Binnen zit iemand druk te typen. Een dame komt vertellen dat de heer Dik nog even met de foto bezig is. Tien minuten later zitten we in een geleend kantoortje op diezelfde meegenomen stoeltjes, te praten met Wim Dik.
In 1962 studeerde Dik af bij elektrotechniek op ‘een rekentuig’. Daarna verdween hij in de zakenwereld. Af en toe dook hij op als politicus of topman. Toen hij uiteindelijk terugkeerde bij de TU was hij een ‘relatief bekende Nederlander’ met veel contacten. “Leuk voor de TU.” Sinds dit voorjaar staat hij bekend als de machtigste ingenieur van Nederland.
“Vreselijk leuk”, vindt Wim Dik het om middels de leerstoel management ict-georiënteerde organisaties van technische bestuurskunde zijn ervaringen over te dragen aan de nieuwe generatie studenten. “Als ik mezelf vergelijk met die alerte bijdehante jongelui in de collegezaal, was ik een behoorlijk naïef mannetje.” Maar Dik doet meer. Bij de faculteit EWI is hij een soort ‘klusjesman’ en voor het Technopolis is hij naast ‘trekker’ ook ‘aanjager’.
Wim Dik geniet van zijn positie bij de TU. “Misschien wel het leukste wat me is overkomen, na mijn echtgenote.” Mevrouw Dik is voor meneer Dik onmisbaar. Na zijn pensioen nam zij zijn secretariaat over. Zij is degene die af en toe nog ‘nee’ zegt als Wim ergens voor gebeld wordt. Verder regelt zij auto’s, hotels en vliegtuigen.
“Sommige mensen zien mij als een uit de rails gelopen ingenieur.” Echt veel ingenieurswerk heeft hij sinds zijn afstuderen niet meer gedaan. Dus heeft hij weinig technische hoogstandjes op zijn naam staan. “Een civieler kan nog tegen zijn kleinkind zeggen: die brug heeft opa gebouwd.” Dik moet het doen met een buzzer onderin een Zweedse huistelefoon.
Professor Dik is vooral manager. Hij bespeelt graag grote zalen. “Ik ben behoorlijk demagogisch onderlegd.” Als ‘s lands topbestuurder bekleedt hij commissariaten in elke maatschappelijke sector. Alles wat hem leuk lijkt neemt hij aan. “Wanneer iemand ergens voor belt, kijk ik in mijn agenda. Als er nog niets staat, zeg ik ja.”
Plots veert de heer Dik op uit zijn stoel. “Zo mannen, is dat genoeg?” Zonder een antwoord af te wachten verdwijnt hij naar zijn volgende afspraak. Verbouwereerd blijven we achter. Samen met de van de gang geplukte stoelen.
Stan en Sander
Er zijn mensen die je overal voor kunt vragen. Mensen die alles leuk vinden en nooit nee zeggen. Soms leidt dit tot opmerkelijke loopbanen. Het curriculum van prof.ir. Wim Dik is lang en onsamenhangend. We hoeven het wat hem betreft niet te beschrijven. “Ach, dat cv, dat is zonde van je tekst.”
Voor de deur van het kamertje van professor Dik staan twee stoeltjes en een kast. Als we gaan zitten, kan er niemand meer langs. Binnen zit iemand druk te typen. Een dame komt vertellen dat de heer Dik nog even met de foto bezig is. Tien minuten later zitten we in een geleend kantoortje op diezelfde meegenomen stoeltjes, te praten met Wim Dik.
In 1962 studeerde Dik af bij elektrotechniek op ‘een rekentuig’. Daarna verdween hij in de zakenwereld. Af en toe dook hij op als politicus of topman. Toen hij uiteindelijk terugkeerde bij de TU was hij een ‘relatief bekende Nederlander’ met veel contacten. “Leuk voor de TU.” Sinds dit voorjaar staat hij bekend als de machtigste ingenieur van Nederland.
“Vreselijk leuk”, vindt Wim Dik het om middels de leerstoel management ict-georiënteerde organisaties van technische bestuurskunde zijn ervaringen over te dragen aan de nieuwe generatie studenten. “Als ik mezelf vergelijk met die alerte bijdehante jongelui in de collegezaal, was ik een behoorlijk naïef mannetje.” Maar Dik doet meer. Bij de faculteit EWI is hij een soort ‘klusjesman’ en voor het Technopolis is hij naast ‘trekker’ ook ‘aanjager’.
Wim Dik geniet van zijn positie bij de TU. “Misschien wel het leukste wat me is overkomen, na mijn echtgenote.” Mevrouw Dik is voor meneer Dik onmisbaar. Na zijn pensioen nam zij zijn secretariaat over. Zij is degene die af en toe nog ‘nee’ zegt als Wim ergens voor gebeld wordt. Verder regelt zij auto’s, hotels en vliegtuigen.
“Sommige mensen zien mij als een uit de rails gelopen ingenieur.” Echt veel ingenieurswerk heeft hij sinds zijn afstuderen niet meer gedaan. Dus heeft hij weinig technische hoogstandjes op zijn naam staan. “Een civieler kan nog tegen zijn kleinkind zeggen: die brug heeft opa gebouwd.” Dik moet het doen met een buzzer onderin een Zweedse huistelefoon.
Professor Dik is vooral manager. Hij bespeelt graag grote zalen. “Ik ben behoorlijk demagogisch onderlegd.” Als ‘s lands topbestuurder bekleedt hij commissariaten in elke maatschappelijke sector. Alles wat hem leuk lijkt neemt hij aan. “Wanneer iemand ergens voor belt, kijk ik in mijn agenda. Als er nog niets staat, zeg ik ja.”
Plots veert de heer Dik op uit zijn stoel. “Zo mannen, is dat genoeg?” Zonder een antwoord af te wachten verdwijnt hij naar zijn volgende afspraak. Verbouwereerd blijven we achter. Samen met de van de gang geplukte stoelen.
Stan en Sander
Comments are closed.