Campus

Fax van verre

In Durban doet de Beach Front Golden Mile denken aan Scheveningen, seinde Steven Hubeek ons eind oktober. Ondertussen is hij bij Unilever in Zuid-Afrika stevig aan de slag.

En ervaart nu wat hij wel en niet geleerd heeft in Delft.

Met zo’n tien ingenieurs van de Control Engineering Projects Group, sommigen TU, anderen HTS, doen we allerlei moderniseringsprojecten binnen de zeepfabriek. Ikzelf moderniseer de waterdemineralisator, goed voor zo’n vijf miljoen liter water per week. Het water wordt tot stoom opgestookt om allerlei andere processen mee te verwarmen.

Probleem nummer één was dat ik geen idee had van de te gebruiken technieken en apparatuur. Maar gelukkig werkt het zoals je altijd al hoopte: met de geleerde manier van denken doorzie je de problematiek snel genoeg en blijkt het niet hebben van detailkennis geen blok aan je been te zijn. Het is eigenlijk een pre, omdat je kritischer bent ten opzichte van wat ze hier de normale gang van zaken vinden.

De taal was vooral in het begin een drempel. In mijn geval heb ik veel contact met verkopers en dan blijk je te onderhandelen over zaken waar je het fijne niet van weet, terwijl je ze in het begin ook maar half verstaat. Hiervoor is maar een remedie: doorvragen totdat je zeker bent van je zaak. Gelukkig zijn leveranciers meer van jou afhankelijk dan jij van hen, dus nemen ze vaak de tijd.

Wat tegenvalt is de tijd die je met intellectueel uitdagende zaken bezig bent. Bij dit soort moderniseringsprojecten worden er geen onbekende noten gekraakt. Als projectingenieur ben je voornamelijk bezig met het uitzoeken van te gebruiken materialen en het regelen dat alles op tijd aanwezig is. Anders heb je ruzie met je contractors, de installateurs die het werk uitvoeren. Daarnaast moet je die jongens zelf contracteren, iets wat veel aandacht vergt: als iets niet in het contract staat, krijg je daar achteraf de rekening voor. En je zit hen constant achter de vodden dat ze alles op tijd en goed doen. Over veel van die zaken heb je tijdens je studie niets geleerd, en dan merk je waar extra-curriculaire ervaring goed voor is. Het buitenlander-zijn is hierbij wel een voordeel: je laat hen alles uitzoeken onder het mom van ,,jij weet beter dan ik hoe het hier toegaat”. Vaak komen ze dan zelf met de beste oplossingen.

Veel jonge ingenieurs zien Unilever als een ideale start. In Zuid-Afrika heb je drie jaar ‘relevante’ ervaring nodig om als volwaardig ingenieur (ir.) geregistreerd te worden en Unilever is een van de beste referenten. Maar helaas is er binnen Unilever maar weinig ruimte voor doorstroming naar managementposities. Dus veel ingenieurs vertrekken na die drie jaar naar een Zuidafrikaans bedrijf, waar ze direct in een managementpositie terecht komen. Anders zou hen dat zeker nog een paar jaar kosten, àls ze er al komen. Misschien is dat voor beide partijen wel ideaal: de jonge ir. heeft een goede eerste werkgever op z’n cv en Unilever heeft een grote groepjonge enthousiaste ingenieurs waar ze de besten uit kunnen plukken.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.