Education

Geodesie en L&R starten instituut voor aardgericht ruimte-onderzoek

Vanuit de ruimte nauwkeurige metingen doen aan de deformatie van de aardkorst, zwaartekrachtvelden en zeestromingen. Dat is het doel van een nieuw Delfts instituut voor aardgericht ruimte-onderzoek.

De besturen van de deelnemende faculteiten Geodesie en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek buigen zich nu over de oprichting waarvan huidig rector Wakker op termijn de wetenschappelijke directeur wordt.

Sinds de jaren zeventig werken geodesie en L&R samen op het gebied van het meten aan satellietbanen, zij het vanuit verschillende achtergronden. De geodeten hielden zich bezig met de ontwikkeling van lasermeetsytemen en het gebruik ervan voor nauwkeurige plaatsbepaling. L&R was voornamelijk geïnteresseerd in de berekening van satellietbanen.

De twee groepen kwamen samen in internationale projecten terecht en werden zo nauw verweven, dat ze zelfs van dezelfde subsidiebronnen gebruik maakten. Sinds de ontwikkeling van het Global Positioning System zijn de mogelijkheden voor aardonderzoek met behulp van satellieten nog verder uitgebreid en is ook de nauwkeurigheid van de resultaten verbeterd.

De beide deelnemende faculteiten beraden zich nu over de oprichting van het Delft Institute for Earth-oriented Space Research (DEOS). ,,Het voorstel staat niet op zichzelf”, benadrukt ir. B.A.C. Ambrosius van de L&R-vakgroep ontwerpen/vliegmechanica. ,,Als het instituut eenmaal bestaat, is het de bedoeling samen met de faculteit Aardwetenschappen van de Rijksuniversiteit Utrecht tot de oprichting van een onderzoekschool te komen.” Deze school zal de ‘Vening Meinesz onderzoekschool voor geodynamica’ moeten gaan heten, naar de geofysicus (hoogleraar in Delft en Utrecht) die bekend werd door zijn baanbrekend onderzoek naar het zwaartekrachtsveld van de aarde met behulp van slingerproeven in onderzeeboten.

Ambrosius: ,,Ook dit is een logische stap. DEOS zal in staat zijn om nauwkeurige metingen te doen en die te analyseren. Voor de geofysische interpretatie van de resulaten is het goed om aansluiting te zoeken bij groepen met specialistische kennis.”

Ambrosius is positief over de kansen van DEOS: ,,Het bestaan van zo’n instituut is stimulerend voor de output van de faculteit, dus ik verwacht een positief besluit van de beide besturen.” Het instituut zal op dezelfde manier gefinancierd worden als de reeds bestaande samenwerking. ,,Het is geen aparte beheerseenheid. De mensen en middelen blijven hetzelfde als voorheen. Het verschil is dat we in DEOS de krachten bundelen om succesvoller te zijn. Vanuit de faculteit gezien blijft het personeel lid van de bestaande vakgroepen. Alleen het onderzoek wordt verbijzonderd”, aldus Ambrosius.

DEOS zal naast het eerste-geldstroomonderzoek geld krijgen uit de Stichting Ruimteonderzoek Nederland, die overheidsgeld distribueert, en door opdrachten van derden zoals de EU, Estec, Fokker en ESA. (M.d.L.)

Vanuit de ruimte nauwkeurige metingen doen aan de deformatie van de aardkorst, zwaartekrachtvelden en zeestromingen. Dat is het doel van een nieuw Delfts instituut voor aardgericht ruimte-onderzoek. De besturen van de deelnemende faculteiten Geodesie en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek buigen zich nu over de oprichting waarvan huidig rector Wakker op termijn de wetenschappelijke directeur wordt.

Sinds de jaren zeventig werken geodesie en L&R samen op het gebied van het meten aan satellietbanen, zij het vanuit verschillende achtergronden. De geodeten hielden zich bezig met de ontwikkeling van lasermeetsytemen en het gebruik ervan voor nauwkeurige plaatsbepaling. L&R was voornamelijk geïnteresseerd in de berekening van satellietbanen.

De twee groepen kwamen samen in internationale projecten terecht en werden zo nauw verweven, dat ze zelfs van dezelfde subsidiebronnen gebruik maakten. Sinds de ontwikkeling van het Global Positioning System zijn de mogelijkheden voor aardonderzoek met behulp van satellieten nog verder uitgebreid en is ook de nauwkeurigheid van de resultaten verbeterd.

De beide deelnemende faculteiten beraden zich nu over de oprichting van het Delft Institute for Earth-oriented Space Research (DEOS). ,,Het voorstel staat niet op zichzelf”, benadrukt ir. B.A.C. Ambrosius van de L&R-vakgroep ontwerpen/vliegmechanica. ,,Als het instituut eenmaal bestaat, is het de bedoeling samen met de faculteit Aardwetenschappen van de Rijksuniversiteit Utrecht tot de oprichting van een onderzoekschool te komen.” Deze school zal de ‘Vening Meinesz onderzoekschool voor geodynamica’ moeten gaan heten, naar de geofysicus (hoogleraar in Delft en Utrecht) die bekend werd door zijn baanbrekend onderzoek naar het zwaartekrachtsveld van de aarde met behulp van slingerproeven in onderzeeboten.

Ambrosius: ,,Ook dit is een logische stap. DEOS zal in staat zijn om nauwkeurige metingen te doen en die te analyseren. Voor de geofysische interpretatie van de resulaten is het goed om aansluiting te zoeken bij groepen met specialistische kennis.”

Ambrosius is positief over de kansen van DEOS: ,,Het bestaan van zo’n instituut is stimulerend voor de output van de faculteit, dus ik verwacht een positief besluit van de beide besturen.” Het instituut zal op dezelfde manier gefinancierd worden als de reeds bestaande samenwerking. ,,Het is geen aparte beheerseenheid. De mensen en middelen blijven hetzelfde als voorheen. Het verschil is dat we in DEOS de krachten bundelen om succesvoller te zijn. Vanuit de faculteit gezien blijft het personeel lid van de bestaande vakgroepen. Alleen het onderzoek wordt verbijzonderd”, aldus Ambrosius.

DEOS zal naast het eerste-geldstroomonderzoek geld krijgen uit de Stichting Ruimteonderzoek Nederland, die overheidsgeld distribueert, en door opdrachten van derden zoals de EU, Estec, Fokker en ESA. (M.d.L.)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.