Science

Glimmend scherfje verbluft onderzoekers

Al in de bronstijd slaagde men er in het Midden-Oosten in om potten van een metalige glans te voorzien . een adembenemende 1200 jaar eerder dan historici dachten. Ontdekking van een team van Leidse archeologen en Delftse materiaalkundigen.

Het zijn maar vier glimmende scherfjes, per stuk niet groter dan een duimnagel. Maar toch. De scherfjes geven aan dat men al meer dan duizend jaar voor Christus iets bijzonders kon: glinsterend, chroomhoudend glazuur maken. Dat is net zoiets als ontdekken dat men in de middeleeuwen al kunststof maakte. Tot dusver dacht iedereen namelijk dat de Romeinen de techniek pas onder de knie kregen.

De scherfjes werden in de jaren zestig door Leidse archeologen opgegraven in Jordanië, in de ruïnestad Tell Deir ‘Alla. Niemand die er destijds erg veel aandacht aan besteedde. Maar bijzonder zijn ze wel degelijk, zo schrijft een Delfts-Leids onderzoeksteam in een nog te verschijnen onderzoekspaper. De glazuurlaag bevat het zwarte chromiet. Dat diende als kleurstof, maar ook als kristallisatiekiem van het mineraal augiet in het glazuur. Het augiet vormde fraaie, sterachtige formaties, en het gevolg is een bijzondere glinstering van het grijszwarte glazuur. “Het heeft drieduizend jaar in de grond gezeten, en nog altijd heeft het die sprankeling”, zegt promovendus drs. Niels Groot.

Officieel werd het glazuren met chromiet pas 1200 jaar later ontdekt, en pas in de islamitische tijd op grote schaal toegepast. “Ik heb het idee dat deze uitvinding uit de late bronstijd naderhand weer in vergetelheid is geraakt”, zegt Groot. De promovendus kreeg van het Delftse materialenonderzoekscentrum DCMat een ‘wild young ideas’-premie om de scherfjes te onderzoeken. Een studie, die hij uitvoerde onder supervisie van dr. Joris Dik (3mE), samen met onder meer dr.ir. Paul Alkemade, dr.ir. Valerie Sivel en dr.ir. Frans Tichelaar (TNW).
Mysteries

Hoe men te werk ging, is de vraag. Archeologen weten ongeveer wat voor soort oventjes en welke grondstoffen men in de bronstijd voorhanden had. Daarmee proberen Groot en Dik het glimmende glazuur nu na te maken. “We zitten in de richting. De kristallen beginnen erop te lijken”, zegt Groot. “Als we eenmaal een idee hebben hoe je dit materiaal met de middelen van toen kunt produceren, kunnen we misschien ook bepalen waar het vandaan komt.”

Dat zou wel eens akelig ver weg kunnen zijn, denkt Groot. Chroomerts is voor zover bekend in de verre omtrek van Tell Deir ‘Alla niet te vinden: je moet ervoor naar Syrië of Turkije. “Dat lijkt een aanwijzing dat dit object door handel in Jordanië is terechtgekomen”, zegt Groot. “Misschien was het een relatiegeschenk, wie zal het zeggen? Als ik weer in Jordanië ben, ga ik in elk geval nog eens rondwandelen, om beter te bekijken wat voor grondstoffen men daar ter beschikking heeft. We willen er zeker van zijn dat het glazuur niet ter plaatse is vervaardigd.”

Al even raadselachtig als het glazuur is het object waar de scherfjes ooit onderdeel van waren. Het moet een bijzonder kommetje zijn geweest, dat prachtig groen glom en was voorzien van een eveneens glimmende, zwarte decoratierand. “We hebben geen idee wat het precies was. Misschien had het een speciale functie. Een rituele betekenis, wellicht. Of misschien was het een prestigeobject, zoals je nu mooie, glimmende auto’s hebt.”

Tell Deir ‘Alla heeft een reputatie in het opwerpen van Indiana Jones-achtige, archeologische mysteries. De stad ligt op een tot de verbeelding sprekende plek: middenin de vruchtbare Jordaanvallei, aan de grens van het oude Egyptische rijk, op een kruispunt van beschavingen en handelsroutes. Zo geloven sommige onderzoekers dat Tell Deir ‘Alla in werkelijkheid Sukkoth is, een bijbelse stad waar Jacob een huis bouwde (Genesis 33:17) en waar Mozes zijn volk langs leidde (Exodus 12-13). Of neem de kleitabletten die archeologen er eens opgroeven. Daarop staat een tot dusver nog niet ontcijferd schrift, in een onbekende taal. En nu weer die geheimzinnige scherfjes. “We zullen nooit precies weten wat het verhaal is van dit kommetje”, zegt Groot. “Natuurlijk is dat frustrerend. Maar het is ook goed. Het geeft aan dat er over onze eigen geschiedenis nog enorm veel valt te ontdekken.”

Het zijn maar vier glimmende scherfjes, per stuk niet groter dan een duimnagel. Maar toch. De scherfjes geven aan dat men al meer dan duizend jaar voor Christus iets bijzonders kon: glinsterend, chroomhoudend glazuur maken. Dat is net zoiets als ontdekken dat men in de middeleeuwen al kunststof maakte. Tot dusver dacht iedereen namelijk dat de Romeinen de techniek pas onder de knie kregen.



De scherfjes werden in de jaren zestig door Leidse archeologen opgegraven in Jordanië, in de ruïnestad Tell Deir ‘Alla. Niemand die er destijds erg veel aandacht aan besteedde. Maar bijzonder zijn ze wel degelijk, zo schrijft een Delfts-Leids onderzoeksteam in een nog te verschijnen onderzoekspaper. De glazuurlaag bevat het zwarte chromiet. Dat diende als kleurstof, maar ook als kristallisatiekiem van het mineraal augiet in het glazuur. Het augiet vormde fraaie, sterachtige formaties, en het gevolg is een bijzondere glinstering van het grijszwarte glazuur. “Het heeft drieduizend jaar in de grond gezeten, en nog altijd heeft het die sprankeling”, zegt promovendus drs. Niels Groot.



Officieel werd het glazuren met chromiet pas 1200 jaar later ontdekt, en pas in de islamitische tijd op grote schaal toegepast. “Ik heb het idee dat deze uitvinding uit de late bronstijd naderhand weer in vergetelheid is geraakt”, zegt Groot. De promovendus kreeg van het Delftse materialenonderzoekscentrum DCMat een ‘wild young ideas’-premie om de scherfjes te onderzoeken. Een studie, die hij uitvoerde onder supervisie van dr. Joris Dik (3mE), samen met onder meer dr.ir. Paul Alkemade, dr.ir. Valerie Sivel en dr.ir. Frans Tichelaar (TNW).



Mysteries



Hoe men te werk ging, is de vraag. Archeologen weten ongeveer wat voor soort oventjes en welke grondstoffen men in de bronstijd voorhanden had. Daarmee proberen Groot en Dik het glimmende glazuur nu na te maken. “We zitten in de richting. De kristallen beginnen erop te lijken”, zegt Groot. “Als we eenmaal een idee hebben hoe je dit materiaal met de middelen van toen kunt produceren, kunnen we misschien ook bepalen waar het vandaan komt.”



Dat zou wel eens akelig ver weg kunnen zijn, denkt Groot. Chroomerts is voor zover bekend in de verre omtrek van Tell Deir ‘Alla niet te vinden: je moet ervoor naar Syrië of Turkije. “Dat lijkt een aanwijzing dat dit object door handel in Jordanië is terechtgekomen”, zegt Groot. “Misschien was het een relatiegeschenk, wie zal het zeggen? Als ik weer in Jordanië ben, ga ik in elk geval nog eens rondwandelen, om beter te bekijken wat voor grondstoffen men daar ter beschikking heeft. We willen er zeker van zijn dat het glazuur niet ter plaatse is vervaardigd.”



Al even raadselachtig als het glazuur is het object waar de scherfjes ooit onderdeel van waren. Het moet een bijzonder kommetje zijn geweest, dat prachtig groen glom en was voorzien van een eveneens glimmende, zwarte decoratierand. “We hebben geen idee wat het precies was. Misschien had het een speciale functie. Een rituele betekenis, wellicht. Of misschien was het een prestigeobject, zoals je nu mooie, glimmende auto’s hebt.”



Tell Deir ‘Alla heeft een reputatie in het opwerpen van Indiana Jones-achtige, archeologische mysteries. De stad ligt op een tot de verbeelding sprekende plek: middenin de vruchtbare Jordaanvallei, aan de grens van het oude Egyptische rijk, op een kruispunt van beschavingen en handelsroutes. Zo geloven sommige onderzoekers dat Tell Deir ‘Alla in werkelijkheid Sukkoth is, een bijbelse stad waar Jacob een huis bouwde (Genesis 33:17) en waar Mozes zijn volk langs leidde (Exodus 12-13). Of neem de kleitabletten die archeologen er eens opgroeven. Daarop staat een tot dusver nog niet ontcijferd schrift, in een onbekende taal. En nu weer die geheimzinnige scherfjes. “We zullen nooit precies weten wat het verhaal is van dit kommetje”, zegt Groot. “Natuurlijk is dat frustrerend. Maar het is ook goed. Het geeft aan dat er over onze eigen geschiedenis nog enorm veel valt te ontdekken.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.