Campus

Heimwee

Samen met zijn broer kwam Heshmat Najim (26) elf jaar geleden uit Afghanistan naar Nederland. In zijn huis in Rotterdam hangen twee wandkleedjes naast de deur naar de keuken.

“Het geeft een goede sfeer in huis, het is alsof ik weer terug ben in Afghanistan.” Hij kijkt er dagelijks naar en moet dan ook aan zijn familie en vrienden denken die daar nog wonen. Hij heeft ze twee jaar geleden van zijn vader gehad, tijdens een bezoek aan zijn familie in Afghanistan. Dat maakt de band met zijn moederland nog sterker. Najim is bezig met zijn masteropleiding urbanisme, hij hoopt ooit iets met zijn studie iets te kunnen betekenen voor zijn vaderland.

Je hebt het bsa, langstudeerdersregelingen en bijverdienmaxima. En dan barst ineens het voorjaar los. Langere dagen, meer zon, meer hormonen. Funest voor de verhouding studie, werk, ontspanning/ontplooiing?
De duidelijkste les uit een steekproef onder studenten op de campus is dat het bsa en het onheil dat het kabinet voor de studenten in petto niet veel invloed heeft op het weerstaan van de lenteverleidingen.

Het meest uitgesproken is Giorgos Galatis (27), eerstejaars student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. “In de winter komt de studie op één, daarna werken en dan ontspannen en buiten zijn. Nu is het helemaal omgekeerd.” Alles aan hem ademt machteloosheid. “Het is langer licht. Daardoor heb ik veel moeite me te dwingen om te gaan studeren. Ik heb geen verweer en je kunt het licht niet uitzetten.” Hij is absoluut zeer gemotiveerd. “Dit is mijn tweede studie. In Griekenland heb ik natuurkunde gestudeerd.” Hij maakt er het beste van. “Ik zit vandaag in de bieb. Minder licht.”

Frans Willem Hamer (21 en derdejaars civiele techniek) en Heleen Middel (19 en tweedejaars L&R) komen met een zelfde soort verhaal. Hamer doet aan wielrennen en valt nu ten prooi aan de verleiding om lekker een paar uur te gaan trappen. “Maar ook uitgaan. Het kost allemaal meer tijd dan in de winter. De verhouding studie/ontspanning verschuift van 70/30 procent in de donkere maanden naar 60/40. “De studie kan het hebben. Mijn volgende blok is iets lichter. En ik kan me wel zetten tot studeren.”

Bij Middel is het lente-effect groter en zit er serieuze sturing achter. Bij haar schiet de verhouding studie/ontplooiing van 80/20 in de winter naar 60/40 nu. “Ik plan het zo dat ik in de winter het meest voor m’n studie doe, zodat ik de eerste en vierde periode het minste hoef te doen.” Dat plannen is een makkie. “Zeker als je toch al niet meer nominaal loopt.”

Denk je net dat je de tendens te pakken hebt, tref je derdejaars civiele techniek Roy Bergsma (20). Hij begint zoals verwacht. “Wat zo jammer is: hoe mooier het weer, des te zwaarder de studie. Het matcht gewoon niet.” Maar dan kantelt zijn verhaal. Hijzelf heeft geen last. “In de winter studeer ik minder en geniet ik minder van mijn vrije tijd, want je zit veel binnen.” Nee, dan het voorjaar. “Dan studeer ik het meest en relax ik het best. Vanaf vorige week kreeg ik echt weer zin om te studeren. Ik voel me gewoon beter. Door de winter kan ik meer genieten van de lente en de zomer.”

Joëlle Langeveld en Louise Meijer zijn in evenwicht, maar als vijfdejaars mijnbouwkunde dan ook door de wol geverfd. Aandacht voor studie, werk en ontspanning hangt vooral af van de drukte. “Bijvoorbeeld als een grote opdracht echt af moet.” Dan kunnen ze de verleidingen weerstaan. “Er zijn nu wel meer sociale gelegenheden”, geven ze toe, “zoals een barbecue en terrasjes en je kunt makkelijker fietsen en sporten.” En als ze eens toegeven? “Dan zorgt de ontspanning ervoor dat je je beter kunt concentreren.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.