Campus

Injectiespuiten voor de slaapzaal

Elk studentenhuis is uniek. Maar De Engelenbak is net iets unieker. Want lang, lang geleden zat in dit pand de bouwkundefaculteit van de Polytechnische Hogeschool.

En ooit werd hier in Huize Jansbrug de gelijknamige vereniging opgericht. Nu wonen er veertien mannen van het corps en veertien van Virgiel.

Het is Owee en ik mag komen eten. In de keuken wordt geploeterd boven een enorme braadslee: we eten deze avond met 21 mensen. Ik geef één van de koks de flessen drank en de koekjes voor bij de koffie. Ik krijg een uitgebreide rondleiding terug en val van de ene verbazing in de anders.

In de woonkamer hangt een spiksplinternieuwe beamer, er zijn een huisbar en dj-plateau, in de gang hangt een echte sigarettenautomaat. Maar het mooiste moet nog komen: de slaapzaal. Daarover gonsde het al van de geruchten. “In de Engelenbak moeten de eerstejaars bij elkaar slapen op een grote zaal.” Het klonk als een nachtmerrie.

Maar de bewoners zijn stuk voor stuk enthousiast. Nu hebben ze allemaal ook stiekem wel een tweede kamer. De jongste bewoners delen er een zijn tweeën, waar banken en bureau’s staan. En er staat een back-up-bed voor als er tentamens of vriendinnetjes zijn. Meestal liggen er een man of acht in de slaapzaal. “Het is heel gezellig, net een soort jeugdherberg.” In het begin is het even wennen, maar de ouderejaars missen het allemaal als ze doorgeschoven zijn naar een eenpersoonskamer: “Ik kon helemaal niet meer slapen in mijn eentje. Zeker als ik het gelach uit de slaapzaal hoorde.”

Het eten is een chaos. Werkster Nancy gaat over tafel. Ze kwam hier als klein meisje al met haar moeder – de vorige werkster – en had een hekel aan studenten. Inmiddels maakt zij het huis alweer jaren schoon, voornamelijk voor de gezelligheid. Alle mannen worden elk jaar bij haar thuis uitgenodigd voor een kerstdiner.

Ook mooi: eens per jaar gaat het hele huis op uitje (bij voorkeur naar een gehucht waar niemand ze kent). Dan komen de oud-bewoners het huis bewaken. En hun studententijd herbeleven natuurlijk.

Na het eten wordt er gedobbeld om wie moet afwassen. Ik ben zo dom om mee te dobbelen, maar val in de derde ronde af. Toch neem ik diezelfde stenen even later weer ter hand, in een obscuur jeneverspel. Een grote schaal vol jenever, Spa Rood en Karvan Cevitam, zes dobbelstenen en een injectiespuit: wat kan er misgaan? Even later moet iemand vier volle spuiten drinken en besluit ik dat het tijd wordt om mijn jas te pakken. “Hoe vaak doen jullie dit eigenlijk?” vraag ik nog. “Te weinig . te weinig.” (IS)

Menu:

Tomatensalade met mozarella

Penne met rode saus en gehakt, salami, paprika, ui, taugé, knoflook en kaas

Mars-ijsjes

Koffie met koekjes van Delta

Elk studentenhuis is uniek. Maar De Engelenbak is net iets unieker. Want lang, lang geleden zat in dit pand de bouwkundefaculteit van de Polytechnische Hogeschool. En ooit werd hier in Huize Jansbrug de gelijknamige vereniging opgericht. Nu wonen er veertien mannen van het corps en veertien van Virgiel.

Het is Owee en ik mag komen eten. In de keuken wordt geploeterd boven een enorme braadslee: we eten deze avond met 21 mensen. Ik geef één van de koks de flessen drank en de koekjes voor bij de koffie. Ik krijg een uitgebreide rondleiding terug en val van de ene verbazing in de anders.

In de woonkamer hangt een spiksplinternieuwe beamer, er zijn een huisbar en dj-plateau, in de gang hangt een echte sigarettenautomaat. Maar het mooiste moet nog komen: de slaapzaal. Daarover gonsde het al van de geruchten. “In de Engelenbak moeten de eerstejaars bij elkaar slapen op een grote zaal.” Het klonk als een nachtmerrie.

Maar de bewoners zijn stuk voor stuk enthousiast. Nu hebben ze allemaal ook stiekem wel een tweede kamer. De jongste bewoners delen er een zijn tweeën, waar banken en bureau’s staan. En er staat een back-up-bed voor als er tentamens of vriendinnetjes zijn. Meestal liggen er een man of acht in de slaapzaal. “Het is heel gezellig, net een soort jeugdherberg.” In het begin is het even wennen, maar de ouderejaars missen het allemaal als ze doorgeschoven zijn naar een eenpersoonskamer: “Ik kon helemaal niet meer slapen in mijn eentje. Zeker als ik het gelach uit de slaapzaal hoorde.”

Het eten is een chaos. Werkster Nancy gaat over tafel. Ze kwam hier als klein meisje al met haar moeder – de vorige werkster – en had een hekel aan studenten. Inmiddels maakt zij het huis alweer jaren schoon, voornamelijk voor de gezelligheid. Alle mannen worden elk jaar bij haar thuis uitgenodigd voor een kerstdiner.

Ook mooi: eens per jaar gaat het hele huis op uitje (bij voorkeur naar een gehucht waar niemand ze kent). Dan komen de oud-bewoners het huis bewaken. En hun studententijd herbeleven natuurlijk.

Na het eten wordt er gedobbeld om wie moet afwassen. Ik ben zo dom om mee te dobbelen, maar val in de derde ronde af. Toch neem ik diezelfde stenen even later weer ter hand, in een obscuur jeneverspel. Een grote schaal vol jenever, Spa Rood en Karvan Cevitam, zes dobbelstenen en een injectiespuit: wat kan er misgaan? Even later moet iemand vier volle spuiten drinken en besluit ik dat het tijd wordt om mijn jas te pakken. “Hoe vaak doen jullie dit eigenlijk?” vraag ik nog. “Te weinig . te weinig.” (IS)

Menu:

Tomatensalade met mozarella

Penne met rode saus en gehakt, salami, paprika, ui, taugé, knoflook en kaas

Mars-ijsjes

Koffie met koekjes van Delta

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.