Twee van de drie Nederlandse managers moppert over de aansluiting tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Toch zit het volgens de meesten wel goed met het kennisniveau in het eigen bedrijf.
Grote bedrijven zijn hierover echter minder optimistisch.
Dat blijkt uit een enquête onder vierhonderd managers in het bedrijfsleven, die is uitgevoerd voor het Kennisdebat van minister Ritzen.
Volgens de managers heeft het Nederlandse bedrijfsleven internationaal een sterke kennispositie. Slechts zestien procent van hen meent te weinig kennis in huis te hebben. Vooral in de grotere bedrijven is men echter kritischer over zichzelf. Als oorzaken van het kennistekort noemen zij achterblijvende investeringen, snelle marktontwikkelingen en een groeiend tekort aan ‘verse’ specialisten.
In de toekomst ziet tweederde van de managers een grotere rol weggelegd voor informatietechnologie. De bereidheid om daarin te investeren is groot. Minder urgent vindt men investeringen in research en development. Dat onderwerp zetten ze pas op de vijfde plaats van een rijtje dringende kwesties.
Managers in het midden- en kleinbedrijf rekenen ook minder op een groei van het aantal hooggeschoolde werknemers dan hun collega’s bij grote bedrijven. Gemiddeld wordt echter wel een groei verwacht.
Over de rol die het ‘permanent leren’ de komende tien jaar zal spelen zijn de meningen eensluidend. De Nederlandse manager gaat ervan uit dat zijn personeel zich straks veel meer dan nu zal scholen. Toch is nog lang niet bij alle bedrijven een scholingsbudget aanwezig.
Over de toekomst van het kennisniveau hoeft minister Ritzen zich volgens het bedrijfsleven overigens geen zorgen te maken. Bijna de helft van de geënquêteerden zegt dat Nederland zich op dit punt de komende jaren zal verbeteren. Slechts één op de vijf ziet het somber in en denkt dat een verslechtering op handen is.
(HOP/M.t.W.)
Twee van de drie Nederlandse managers moppert over de aansluiting tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Toch zit het volgens de meesten wel goed met het kennisniveau in het eigen bedrijf. Grote bedrijven zijn hierover echter minder optimistisch.
Dat blijkt uit een enquête onder vierhonderd managers in het bedrijfsleven, die is uitgevoerd voor het Kennisdebat van minister Ritzen.
Volgens de managers heeft het Nederlandse bedrijfsleven internationaal een sterke kennispositie. Slechts zestien procent van hen meent te weinig kennis in huis te hebben. Vooral in de grotere bedrijven is men echter kritischer over zichzelf. Als oorzaken van het kennistekort noemen zij achterblijvende investeringen, snelle marktontwikkelingen en een groeiend tekort aan ‘verse’ specialisten.
In de toekomst ziet tweederde van de managers een grotere rol weggelegd voor informatietechnologie. De bereidheid om daarin te investeren is groot. Minder urgent vindt men investeringen in research en development. Dat onderwerp zetten ze pas op de vijfde plaats van een rijtje dringende kwesties.
Managers in het midden- en kleinbedrijf rekenen ook minder op een groei van het aantal hooggeschoolde werknemers dan hun collega’s bij grote bedrijven. Gemiddeld wordt echter wel een groei verwacht.
Over de rol die het ‘permanent leren’ de komende tien jaar zal spelen zijn de meningen eensluidend. De Nederlandse manager gaat ervan uit dat zijn personeel zich straks veel meer dan nu zal scholen. Toch is nog lang niet bij alle bedrijven een scholingsbudget aanwezig.
Over de toekomst van het kennisniveau hoeft minister Ritzen zich volgens het bedrijfsleven overigens geen zorgen te maken. Bijna de helft van de geënquêteerden zegt dat Nederland zich op dit punt de komende jaren zal verbeteren. Slechts één op de vijf ziet het somber in en denkt dat een verslechtering op handen is.
(HOP/M.t.W.)

Comments are closed.