Opinion

Medezeggenschapsraad kan weloverwogen meedenken

Na de universiteitsraad een medezeggenschapsraad of een ondernemingsraad? Over een paar maanden moet het college van bestuur tussen deze twee modellen hebben gekozen.

De wet Modernisering Universitaire Bestuursstructuur, binnenkort bij de Eerste Kamer, maakt die keuze mogelijk. In Delta deze week twee standpunten. De student-bestuurder: ,,Kiezen voor een ondernemingsraad betekent dat het woord ‘draagvlak’ uit het vocabulaire kan worden geschrapt.” De vakbondsman: ,,Niet kiezen voor de ondernemingsraad betekent dat het wiel van de medezeggenschap weer moet worden uitgevonden.”

De enige juiste weg is de medezeggenschapsraad, waarin studenten zowel als personeelsleden zitten. Aldus de student-bestuurder.

De democratiseringsgolf van de jaren ’60 gaf studenten en personeelsleden een formele erkenning van hun betrokkenheid bij de universitaire gemeenschap. Na een kwart eeuw medebestuur van studenten en personeel wordt dit systeem nu zonder pardon aan de kant gezet. Men wordt bedankt voor de inbreng, en het vaststellingsrecht (meebesturen) wordt vervangen door instemmings- of adviesrecht. Het college van bestuur heeft de keuze om de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) van toepassing te verklaren op de universiteit. Het personeel zal dan in de ondernemingsraad vertegenwoordigd zijn, terwijl studenten zitting zullen nemen in een studentenraad. Het alternatief voor het cvb is om de universiteitsraad in gewijzigde vorm voort te zetten via een medezeggenschapsraad.

Voor een studentbestuurder van de Oras in de universiteitsraad rijst meteen de vraag waarom er nu eigenlijk een universiteitsraad met medebestuurders is op de universiteit. Om het rijk van redelijk autonome faculteiten, met hun eigen opleidingen, studenten, wetenschappelijk en ondersteunend beheerspersoneel, één TU Delft te laten zijn is het nodig om alle groeperingen te laten meedenken.
Meedenker

In de universiteitsraad wordt er nu bestuurd op hoofdlijnen. De nadruk ligt hierbij op het ontwikkelen van strategisch beleid voor onderwijs en onderzoek en het toekennen van (financiële) middelen om dat uit te voeren. De u-raad heeft zichzelf altijd gezien als medebestuurder van de TU en verliest het algemene belang van de instelling niet uit het oog. Het is niet de bedoeling alles zoveel mogelijk in je eigen voordeel te beslechten. Als studentenfractie in de u-raad profileert de Oras zich dan ook als meedenker vanuit een studentenachtergrond.

Op het eerste gezicht lijkt de mogelijkheid dat het college van bestuur de Wet op de Ondernemingsraden van toepassing verklaart niet eens zo slecht. In de WOR zijn de bevoegdheden van de ondernemingsraad ten behoeve van het personeel helder beschreven. Voor de studenten zal een soortgelijke regelinggetroffen worden, waarschijnlijk in de vorm van een studentenraad. Alle partijen weten dan, althans volgens het scenario, precies waar ze aan toe zijn en waar ze over mogen praten. Aparte vergaderingen voor studenten en personeel zullen efficiënt verlopen, aangezien er aangepaste agenda’s zijn voor de verschillende raden. Maar is deze organisatiestructuur wel zo mooi als zij op het eerste gezicht doet vermoeden?

De mogelijkheid de WOR van toepassing te verklaren kan heel vervelende gevolgen hebben. Door het wegvallen van het medebestuur van studenten en personeel zal het verkrijgen van een broodnodig draagvlak voor de uitvoering van besluiten niet gemakkelijker worden. Bovendien is er met de keuze voor een ondernemingsraad geen regelmatig direct overleg meer tussen studenten en personeel, zodat het begrip voor elkaars visies, standpunten en situaties verloren gaat.
Drie gremia

Helaas wordt door deze structuur met twee aparte raden voor personeel en studenten ook niet alles afgedekt. Door de unieke cultuur van een universiteit zijn alle activiteiten nauw met elkaar verbonden en zijn er veel zaken die zowel studenten als personeel aangaan. Voor deze zaken wordt dan de gemeenschappelijke vergadering van ondernemingsraad en studentenraad in het leven geroepen, waardoor het aantal gremia waarmee het cvb moet onderhandelen maar liefst oploopt tot drie!

Door het afzonderen van studenten en personeel in twee raden zal een ideale combinatie van frisse inbreng versus continuïteit op bestuursniveau verloren gaan.

Een ander punt van zorg is dat de raden vooral zullen gaan letten op de belangen van de eigen achterban en dat ze veel te gedetailleerd bezig zullen zijn. Daardoor zal er geen sprake meer zijn van een TU-brede visie en wordt het algemeen belang gemakkelijk uit het oog verloren. Op deze manier kan het woord ‘draagvlak’, dat met alle veranderingen die nu op de agenda staan zo belangrijk is, wel uit het vocabulaire worden geschrapt.

Niet het einde

Een ondernemingsraad heeft bovendien zo’n sterke associatie met vakbondsaangelegenheden, dat de Oras zich afvraagt of er wel genoeg leden van het wetenschappelijk personeel zitting in zullen nemen om een reële afspiegeling van het personeel te kunnen zijn. En anderzijds zullen de studenten in de studentenraad de alom gewaardeerde VSSD ook niet in het vaarwater willen zitten.

De Oras betreurt de teruggang van medebestuur naar medezeggenschap. Dit betekent echter nog niet meteen het einde van de rol van de studenten in de universiteitspolitiek. Zolang er studenten zijn zullen er meningen en ideeën zijn van studenten over de TU. Hoewel studenten en personeel minder inspraak krijgen, moeten zij zo goed mogelijk hun mening naar voren brengen in de mogelijkheden die de MUB als ‘kaderwet’ openlaat.

De enige juiste weg hiervoor is de ongedeeldemedezeggenschapsraad, waarin zowel studenten als personeelsleden zitten. Alleen in zó’n raad kan een weloverwogen, breed gedragen, steentje bijgedragen worden aan het beleid. De ondernemingsraad kan geen goede invulling geven aan de taak als meedenker van studenten en personeel waarbij het algemene belang van de TU Delft voorop staat. Bij een keuze voor een ondernemingsraad staat het bestaansrecht van de Oras dan ook ter discussie.

Na de universiteitsraad een medezeggenschapsraad of een ondernemingsraad? Over een paar maanden moet het college van bestuur tussen deze twee modellen hebben gekozen. De wet Modernisering Universitaire Bestuursstructuur, binnenkort bij de Eerste Kamer, maakt die keuze mogelijk. In Delta deze week twee standpunten. De student-bestuurder: ,,Kiezen voor een ondernemingsraad betekent dat het woord ‘draagvlak’ uit het vocabulaire kan worden geschrapt.” De vakbondsman: ,,Niet kiezen voor de ondernemingsraad betekent dat het wiel van de medezeggenschap weer moet worden uitgevonden.”

De enige juiste weg is de medezeggenschapsraad, waarin studenten zowel als personeelsleden zitten. Aldus de student-bestuurder.

De democratiseringsgolf van de jaren ’60 gaf studenten en personeelsleden een formele erkenning van hun betrokkenheid bij de universitaire gemeenschap. Na een kwart eeuw medebestuur van studenten en personeel wordt dit systeem nu zonder pardon aan de kant gezet. Men wordt bedankt voor de inbreng, en het vaststellingsrecht (meebesturen) wordt vervangen door instemmings- of adviesrecht. Het college van bestuur heeft de keuze om de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) van toepassing te verklaren op de universiteit. Het personeel zal dan in de ondernemingsraad vertegenwoordigd zijn, terwijl studenten zitting zullen nemen in een studentenraad. Het alternatief voor het cvb is om de universiteitsraad in gewijzigde vorm voort te zetten via een medezeggenschapsraad.

Voor een studentbestuurder van de Oras in de universiteitsraad rijst meteen de vraag waarom er nu eigenlijk een universiteitsraad met medebestuurders is op de universiteit. Om het rijk van redelijk autonome faculteiten, met hun eigen opleidingen, studenten, wetenschappelijk en ondersteunend beheerspersoneel, één TU Delft te laten zijn is het nodig om alle groeperingen te laten meedenken.
Meedenker

In de universiteitsraad wordt er nu bestuurd op hoofdlijnen. De nadruk ligt hierbij op het ontwikkelen van strategisch beleid voor onderwijs en onderzoek en het toekennen van (financiële) middelen om dat uit te voeren. De u-raad heeft zichzelf altijd gezien als medebestuurder van de TU en verliest het algemene belang van de instelling niet uit het oog. Het is niet de bedoeling alles zoveel mogelijk in je eigen voordeel te beslechten. Als studentenfractie in de u-raad profileert de Oras zich dan ook als meedenker vanuit een studentenachtergrond.

Op het eerste gezicht lijkt de mogelijkheid dat het college van bestuur de Wet op de Ondernemingsraden van toepassing verklaart niet eens zo slecht. In de WOR zijn de bevoegdheden van de ondernemingsraad ten behoeve van het personeel helder beschreven. Voor de studenten zal een soortgelijke regelinggetroffen worden, waarschijnlijk in de vorm van een studentenraad. Alle partijen weten dan, althans volgens het scenario, precies waar ze aan toe zijn en waar ze over mogen praten. Aparte vergaderingen voor studenten en personeel zullen efficiënt verlopen, aangezien er aangepaste agenda’s zijn voor de verschillende raden. Maar is deze organisatiestructuur wel zo mooi als zij op het eerste gezicht doet vermoeden?

De mogelijkheid de WOR van toepassing te verklaren kan heel vervelende gevolgen hebben. Door het wegvallen van het medebestuur van studenten en personeel zal het verkrijgen van een broodnodig draagvlak voor de uitvoering van besluiten niet gemakkelijker worden. Bovendien is er met de keuze voor een ondernemingsraad geen regelmatig direct overleg meer tussen studenten en personeel, zodat het begrip voor elkaars visies, standpunten en situaties verloren gaat.
Drie gremia

Helaas wordt door deze structuur met twee aparte raden voor personeel en studenten ook niet alles afgedekt. Door de unieke cultuur van een universiteit zijn alle activiteiten nauw met elkaar verbonden en zijn er veel zaken die zowel studenten als personeel aangaan. Voor deze zaken wordt dan de gemeenschappelijke vergadering van ondernemingsraad en studentenraad in het leven geroepen, waardoor het aantal gremia waarmee het cvb moet onderhandelen maar liefst oploopt tot drie!

Door het afzonderen van studenten en personeel in twee raden zal een ideale combinatie van frisse inbreng versus continuïteit op bestuursniveau verloren gaan.

Een ander punt van zorg is dat de raden vooral zullen gaan letten op de belangen van de eigen achterban en dat ze veel te gedetailleerd bezig zullen zijn. Daardoor zal er geen sprake meer zijn van een TU-brede visie en wordt het algemeen belang gemakkelijk uit het oog verloren. Op deze manier kan het woord ‘draagvlak’, dat met alle veranderingen die nu op de agenda staan zo belangrijk is, wel uit het vocabulaire worden geschrapt.

Niet het einde

Een ondernemingsraad heeft bovendien zo’n sterke associatie met vakbondsaangelegenheden, dat de Oras zich afvraagt of er wel genoeg leden van het wetenschappelijk personeel zitting in zullen nemen om een reële afspiegeling van het personeel te kunnen zijn. En anderzijds zullen de studenten in de studentenraad de alom gewaardeerde VSSD ook niet in het vaarwater willen zitten.

De Oras betreurt de teruggang van medebestuur naar medezeggenschap. Dit betekent echter nog niet meteen het einde van de rol van de studenten in de universiteitspolitiek. Zolang er studenten zijn zullen er meningen en ideeën zijn van studenten over de TU. Hoewel studenten en personeel minder inspraak krijgen, moeten zij zo goed mogelijk hun mening naar voren brengen in de mogelijkheden die de MUB als ‘kaderwet’ openlaat.

De enige juiste weg hiervoor is de ongedeeldemedezeggenschapsraad, waarin zowel studenten als personeelsleden zitten. Alleen in zó’n raad kan een weloverwogen, breed gedragen, steentje bijgedragen worden aan het beleid. De ondernemingsraad kan geen goede invulling geven aan de taak als meedenker van studenten en personeel waarbij het algemene belang van de TU Delft voorop staat. Bij een keuze voor een ondernemingsraad staat het bestaansrecht van de Oras dan ook ter discussie.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.