Meer dan de helft van de studenten aan de TU heeft een bijbaantje.Stijgingdoor: Jeroen VisserDit blijkt uit gegevens die de universiteit in februari publiceert in het nieuwe statistisch jaarboek.
Er is een duidelijk stijgende lijn te zien: had in 1993 nog maar éénderde van de studenten een bijverdienste, in ’95 was dit al 44 procent en nu is dit 53 procent.
Verreweg de meesten (28 procent) hebben een bijbaan voor één dag in de week. Daarnaast werkt een toenemend aantal studenten ongeveer twee dagen per week (16 procent nu tegen 12 in 1995). Het percentage studenten dat meer dan twee dagen werkt, nam licht toe tot 8 procent in ’97.
Bij de opleidingen informatica en bestuurskunde is het aantal werkende studenten relatief het hoogst, maar dat hangt samen met de deeltijdstudies die hier worden aangeboden. Voor één op de zeven informaticastudenten is de opleiding zelfs een bijzaak: zij werken meer dan 36 uur per week.
Bij scheikunde, materiaalkunde en wiskunde is het tegenovergestelde het geval: hier verdienen drie van de vijf studenten juist niet bij.
Of de stijging aan een lagere studiefinanciering ligt, durft statisticus W. Heeringa, stafmedewerker van het college van bestuur, niet te zeggen. ,,Het is evident dat het aantal werkende studenten toeneemt, maar wat precies de oorzaak is weet ik niet. Op dit moment doet het researchinstituut RISBO daar onderzoek naar. Dit bureau kijkt speciaal naar de samenhang tussen studietempo, resultaten en bijverdiensten.” De uitslag van dit onderzoek verwacht Heeringa pas over enige maanden.
Meer dan de helft van de studenten aan de TU heeft een bijbaantje.
Stijging
door: Jeroen Visser
Dit blijkt uit gegevens die de universiteit in februari publiceert in het nieuwe statistisch jaarboek. Er is een duidelijk stijgende lijn te zien: had in 1993 nog maar éénderde van de studenten een bijverdienste, in ’95 was dit al 44 procent en nu is dit 53 procent.
Verreweg de meesten (28 procent) hebben een bijbaan voor één dag in de week. Daarnaast werkt een toenemend aantal studenten ongeveer twee dagen per week (16 procent nu tegen 12 in 1995). Het percentage studenten dat meer dan twee dagen werkt, nam licht toe tot 8 procent in ’97.
Bij de opleidingen informatica en bestuurskunde is het aantal werkende studenten relatief het hoogst, maar dat hangt samen met de deeltijdstudies die hier worden aangeboden. Voor één op de zeven informaticastudenten is de opleiding zelfs een bijzaak: zij werken meer dan 36 uur per week.
Bij scheikunde, materiaalkunde en wiskunde is het tegenovergestelde het geval: hier verdienen drie van de vijf studenten juist niet bij.
Of de stijging aan een lagere studiefinanciering ligt, durft statisticus W. Heeringa, stafmedewerker van het college van bestuur, niet te zeggen. ,,Het is evident dat het aantal werkende studenten toeneemt, maar wat precies de oorzaak is weet ik niet. Op dit moment doet het researchinstituut RISBO daar onderzoek naar. Dit bureau kijkt speciaal naar de samenhang tussen studietempo, resultaten en bijverdiensten.” De uitslag van dit onderzoek verwacht Heeringa pas over enige maanden.
Comments are closed.