Campus

Niet vergeten: relaxt doen

Vrijdag begint in het Westbroekpark in Den Haag het culturele festival De Parade. De rondreizende theaterkermis deed eerst Rotterdam aan. Daar polste Delta alvast of een reisje naar Den Haag de moeite waard is.

Voor wie niet houdt van weken of zelfs maanden vooruit plannen en toch eens een theatervoorstelling wil zien, is De Parade een aanrader. Niks voorverkoop, weken van te voren uitverkocht, mensen die voor grof geld hun kaartje aan je willen slijten. Nee, je betaalt vijf euro, loopt het festivalterrein op en haalt voor zes of zeven euro per stuk bij de kassa de kaartjes van de voorstellingen die je wat lijken.

Dat laatste kan op goed geluk, of met beleid. In het programmaboekje (kosten: één euro) staat van ieder optreden kort wat je te zien gaat krijgen, een dame bij het programmabord kan iedereen met vragen verder inlichten. Of we haar moeten geloven, is een ander verhaal. Goed of niet goed, leuk of niet leuk; het oordeel van een voorstelling is nu eenmaal afhankelijk van smaak. “Het dak schijnt ervan af te gaan”, zegt ze over de Blondie-immitatie van Ellen ten Damme later op de avond. En: “Heel erg grappig”, zegt ze van het cabareteske stuk ‘De Varkensfabriek’.

Niet gehinderd door enige kennis van de kwaliteit van het Parade-aanbod besluiten we haar te geloven. We kopen opgewonden de kaartjes en zien dat we nog een uur hebben om te eten en te drinken. En dan kan prima op De Parade: Mexicaanse wraps, Japanse sushi, Italiaanse pasta’s, Spaanse tapas, Hollandse patat, Thaise noedels, we rennen van eettent naar eettent en ontdekken steeds meer lekkers.

Eerst maar eens een wrap, met een koud biertje erbij. Intussen wordt het festivalterrein steeds voller. De sfeer is relaxt: mensen slenteren naar hun volgende voorstelling, schenken zichzelf nog wat rosé bij op één van de vele terrasjes en prikken in hun salades, die ze krijgen opgediend op heuse borden.

Tien minuten voordat De Varkensfabriek begint, ontstaat een rij voor het theatertje waar het stuk wordt gespeeld. De twee acteurs zitten voor de deur en proberen de laatste kaartjes verkocht te krijgen. Als de deuren open gaan, vergeten veel mensen dat ze relaxt behoren te doen en beginnen te duwen. Uiteindelijk zit iedereen niet veel later zonder kleerscheuren, maar fijn dicht tegen elkaar aan op de houten tribune.

Wat volgt is een flauwe show waarin het (alweer?) gaat over Marokkanen in Nederland. En omdat één van de twee acteurs zelf Marokkaan is, voelt niemand zich nog te politiek correct om te lachen als hij een Marokkaanse vader te kakken zet en alle vooroordelen over geitenneukende buitenlanders de revue laat passeren.

Af en toe klinken in de tent geluiden van buiten door, applaus voor De Vliegende Vleugel waarop Berry Visser even daarvoor speelde. Als we weer buiten staan, worden we meteen aangeklampt door de crew van De Vliegende Vleugel en voordat we het weten zitten we vier euro p.p. lichter in een strandstoel met een koptelefoon op onze hoofden, want Berry’s zang en pianospel zijn alleen via koptelefoons te horen. Zijn stem blijkt zwaar en donker, zijn muziek kalm en melodieus. Op de ruis van de wind in zijn microfoon na een heel mooi optreden.

En zo zappen we ons een weg door De Parade: van de Mexicaan en De Varkensfabriek, via Berry Visser en de man die door zijn ogen ademde naar een salade en drank op het terras en via de zweefmolen (ook voor volwassenen) naar Ellen ten Damme als Blondie. En daar blijkt inderdaad dat het dak eraf kan. Met een blonde pruik op haar hoofd en gekleed in gewaagde en weinig verhullende outfits kronkelt ze zingend en wel over het podium. Alle Blondie-hits komen langs en bij Denis houdt niemand het meer en zingt het hele publiek uit volle borst mee. Helaas staan we na een klein uur weer buiten en moet een bluesband ons in beweging houden. Als ook die er de brui aan geeft, houden wij het ook voor gezien, veertig euro armer en een heel leuke avond rijker.

www.deparade.nl

Ellen ten Damme als Blondie. (Foto: Richard van der Klauw)

Voor wie niet houdt van weken of zelfs maanden vooruit plannen en toch eens een theatervoorstelling wil zien, is De Parade een aanrader. Niks voorverkoop, weken van te voren uitverkocht, mensen die voor grof geld hun kaartje aan je willen slijten. Nee, je betaalt vijf euro, loopt het festivalterrein op en haalt voor zes of zeven euro per stuk bij de kassa de kaartjes van de voorstellingen die je wat lijken.

Dat laatste kan op goed geluk, of met beleid. In het programmaboekje (kosten: één euro) staat van ieder optreden kort wat je te zien gaat krijgen, een dame bij het programmabord kan iedereen met vragen verder inlichten. Of we haar moeten geloven, is een ander verhaal. Goed of niet goed, leuk of niet leuk; het oordeel van een voorstelling is nu eenmaal afhankelijk van smaak. “Het dak schijnt ervan af te gaan”, zegt ze over de Blondie-immitatie van Ellen ten Damme later op de avond. En: “Heel erg grappig”, zegt ze van het cabareteske stuk ‘De Varkensfabriek’.

Niet gehinderd door enige kennis van de kwaliteit van het Parade-aanbod besluiten we haar te geloven. We kopen opgewonden de kaartjes en zien dat we nog een uur hebben om te eten en te drinken. En dan kan prima op De Parade: Mexicaanse wraps, Japanse sushi, Italiaanse pasta’s, Spaanse tapas, Hollandse patat, Thaise noedels, we rennen van eettent naar eettent en ontdekken steeds meer lekkers.

Eerst maar eens een wrap, met een koud biertje erbij. Intussen wordt het festivalterrein steeds voller. De sfeer is relaxt: mensen slenteren naar hun volgende voorstelling, schenken zichzelf nog wat rosé bij op één van de vele terrasjes en prikken in hun salades, die ze krijgen opgediend op heuse borden.

Tien minuten voordat De Varkensfabriek begint, ontstaat een rij voor het theatertje waar het stuk wordt gespeeld. De twee acteurs zitten voor de deur en proberen de laatste kaartjes verkocht te krijgen. Als de deuren open gaan, vergeten veel mensen dat ze relaxt behoren te doen en beginnen te duwen. Uiteindelijk zit iedereen niet veel later zonder kleerscheuren, maar fijn dicht tegen elkaar aan op de houten tribune.

Wat volgt is een flauwe show waarin het (alweer?) gaat over Marokkanen in Nederland. En omdat één van de twee acteurs zelf Marokkaan is, voelt niemand zich nog te politiek correct om te lachen als hij een Marokkaanse vader te kakken zet en alle vooroordelen over geitenneukende buitenlanders de revue laat passeren.

Af en toe klinken in de tent geluiden van buiten door, applaus voor De Vliegende Vleugel waarop Berry Visser even daarvoor speelde. Als we weer buiten staan, worden we meteen aangeklampt door de crew van De Vliegende Vleugel en voordat we het weten zitten we vier euro p.p. lichter in een strandstoel met een koptelefoon op onze hoofden, want Berry’s zang en pianospel zijn alleen via koptelefoons te horen. Zijn stem blijkt zwaar en donker, zijn muziek kalm en melodieus. Op de ruis van de wind in zijn microfoon na een heel mooi optreden.

En zo zappen we ons een weg door De Parade: van de Mexicaan en De Varkensfabriek, via Berry Visser en de man die door zijn ogen ademde naar een salade en drank op het terras en via de zweefmolen (ook voor volwassenen) naar Ellen ten Damme als Blondie. En daar blijkt inderdaad dat het dak eraf kan. Met een blonde pruik op haar hoofd en gekleed in gewaagde en weinig verhullende outfits kronkelt ze zingend en wel over het podium. Alle Blondie-hits komen langs en bij Denis houdt niemand het meer en zingt het hele publiek uit volle borst mee. Helaas staan we na een klein uur weer buiten en moet een bluesband ons in beweging houden. Als ook die er de brui aan geeft, houden wij het ook voor gezien, veertig euro armer en een heel leuke avond rijker.

www.deparade.nl

Ellen ten Damme als Blondie. (Foto: Richard van der Klauw)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.