Wie een jaarsalaris van 170.000 euro niet genoeg vindt, is volgens Bob van Vliet en Jasper van Dijk van de SP ongeschikt om een universiteit te leiden. Zij reageren op de weigerachtigheid van de raad van toezicht om de Balkenendenorm te accepteren.
De TU is op zoek naar een nieuwe baas. En om daar de geschikte persoon voor te vinden, moet er een flinke zak geld op tafel komen. Méér dan de zogenaamde Balkenendenorm, anders lopen we de kans te blijven zitten met ‘een uitgerangeerde staatssecretaris’, zo konden we de afgelopen weken in de Delta lezen.
Een hongerloontje van 170.000 euro volstaat tegenwoordig niet meer om voldoende ‘kwaliteit’ aan te trekken, aldus Gert-Jan Kramer, voorzitter van de raad van toezicht. Een dreigement van minister Plasterk om de raad te ontslaan als men zich niet aan de norm houdt, maakte weinig indruk. Kramer kreeg zelfs bijval van de studentenraad en de ondernemingsraad, die best ongehoorzaam willen zijn als we anders de juiste kandidaat mislopen. En er zijn elders toch ook onderwijsbestuurders die meer verdienen dan de minister-president?
Maar daar zit nu juist het probleem. Op deze manier ontstaat een spiraal naar boven, want er staat nu eenmaal altijd iemand onder aan dat lijstje van bestuurders. Precies om die reden werd laatst in Groningen nog een flinke salarisverhoging voor het bestuur gerechtvaardigd. Men wilde niet langer onderdoen voor andere universiteiten. Dit mechanisme moet doorbroken worden, zeker omdat het hier gaat om publiek geld. Een universiteit besturen is een belangrijke taak, dus is er niets mis met een goed salaris. Maar het houdt ergens op.
Een universiteit is ook niet te vergelijken met een bedrijf. Studenten zijn geen consumenten en onderzoekers geen R&D-medewerkers. Studenten komen naar Delft voor persoonlijke ontwikkeling en ter voorbereiding op een leidende rol in de samenleving. Onderzoekers dragen met onafhankelijk onderzoek bij aan de versterking van samenleving en economie. Die zaken vinden we zo belangrijk dat we publiekelijk een groot deel van de kosten daarvan voor onze rekeningen nemen. Universiteitsbestuurders zijn dan ook niet te vergelijken met flink verdienende managers of ceo’s van multinationals.
Van het college van bestuur mag verwacht worden dat ze weten dat het niet aan het hoofd staat van een op winst gerichte onderneming, maar van een publieke instelling, bekostigd uit belastingopbrengsten en collegegeld. Veel studenten moeten naast hun studie werken om hun collegegeld en levensonderhoud te betalen, anderen steken zich er flink voor in de schulden. Dat geld hoort geïnvesteerd te worden in onderwijs, in docenten en begeleiding; niet om de portemonnee van bestuurders te spekken. Iemand die enkel voor een megasalaris een universiteit wil leiden, ziet dat blijkbaar anders. Dus zelfs als zo iemand over de juiste bestuurlijke capaciteiten beschikt, is hij of zij daardoor ongeschikt voor zo’n functie.
De raad van toezicht, de ondernemingsraad en de studentenraad zouden er goed aan doen een nieuwe collegevoorzitter te zoeken die dit besef wél heeft. Iemand met een hart voor onderwijs en onderzoek en niet enkel voor het grote geld. Dat is pas kwaliteit!
Bob van Vliet studeert aan de TU Delft en is bestuurslid bij ROOD, jong in de SP. Jasper van Dijk is Tweede-Kamerlid voor de SP.
Pgaina 21 (Brieven): Topsalarissen.
De TU is op zoek naar een nieuwe baas. En om daar de geschikte persoon voor te vinden, moet er een flinke zak geld op tafel komen. Méér dan de zogenaamde Balkenendenorm, anders lopen we de kans te blijven zitten met ‘een uitgerangeerde staatssecretaris’, zo konden we de afgelopen weken in de Delta lezen.
Een hongerloontje van 170.000 euro volstaat tegenwoordig niet meer om voldoende ‘kwaliteit’ aan te trekken, aldus Gert-Jan Kramer, voorzitter van de raad van toezicht. Een dreigement van minister Plasterk om de raad te ontslaan als men zich niet aan de norm houdt, maakte weinig indruk. Kramer kreeg zelfs bijval van de studentenraad en de ondernemingsraad, die best ongehoorzaam willen zijn als we anders de juiste kandidaat mislopen. En er zijn elders toch ook onderwijsbestuurders die meer verdienen dan de minister-president?
Maar daar zit nu juist het probleem. Op deze manier ontstaat een spiraal naar boven, want er staat nu eenmaal altijd iemand onder aan dat lijstje van bestuurders. Precies om die reden werd laatst in Groningen nog een flinke salarisverhoging voor het bestuur gerechtvaardigd. Men wilde niet langer onderdoen voor andere universiteiten. Dit mechanisme moet doorbroken worden, zeker omdat het hier gaat om publiek geld. Een universiteit besturen is een belangrijke taak, dus is er niets mis met een goed salaris. Maar het houdt ergens op.
Een universiteit is ook niet te vergelijken met een bedrijf. Studenten zijn geen consumenten en onderzoekers geen R&D-medewerkers. Studenten komen naar Delft voor persoonlijke ontwikkeling en ter voorbereiding op een leidende rol in de samenleving. Onderzoekers dragen met onafhankelijk onderzoek bij aan de versterking van samenleving en economie. Die zaken vinden we zo belangrijk dat we publiekelijk een groot deel van de kosten daarvan voor onze rekeningen nemen. Universiteitsbestuurders zijn dan ook niet te vergelijken met flink verdienende managers of ceo’s van multinationals.
Van het college van bestuur mag verwacht worden dat ze weten dat het niet aan het hoofd staat van een op winst gerichte onderneming, maar van een publieke instelling, bekostigd uit belastingopbrengsten en collegegeld. Veel studenten moeten naast hun studie werken om hun collegegeld en levensonderhoud te betalen, anderen steken zich er flink voor in de schulden. Dat geld hoort geïnvesteerd te worden in onderwijs, in docenten en begeleiding; niet om de portemonnee van bestuurders te spekken. Iemand die enkel voor een megasalaris een universiteit wil leiden, ziet dat blijkbaar anders. Dus zelfs als zo iemand over de juiste bestuurlijke capaciteiten beschikt, is hij of zij daardoor ongeschikt voor zo’n functie.
De raad van toezicht, de ondernemingsraad en de studentenraad zouden er goed aan doen een nieuwe collegevoorzitter te zoeken die dit besef wél heeft. Iemand met een hart voor onderwijs en onderzoek en niet enkel voor het grote geld. Dat is pas kwaliteit!
Bob van Vliet studeert aan de TU Delft en is bestuurslid bij ROOD, jong in de SP. Jasper van Dijk is Tweede-Kamerlid voor de SP.
Pagina 21 (Brieven): Topsalarissen

Comments are closed.